Donderdag
Eindelijk heb ik even 1,5 week rust. Na ons weekendje weg heb ik meteen twee lange en drukke dagen gewerkt om wat achterstand weg te werken. Ik ben kapot. Vandaag, op deze eerste vakantiedag, breng ik met wilde renovatieplannen, een bezoekje aan de kapper. Ik heb op Pinterest allerlei kapsels opgezocht en na lang wikken en wegen besloten om mijn haar af te knippen en het in een andere kleur te verven. Dit loopt helaas anders. Na een korte inspectie door de kapster is het vonnis genadeloos: mijn haar is er erg slecht aan toe en kan een kleurbeurt niet aan. Ook wil ze mijn haar niet afknippen wegens te weinig volume bovenop. Ze kamt mijn haar door en trekt er hele bossen uit. Ik kan wel janken. De kapster ziet dit en plant me bij de wasbak. “Ga maar achterover in de stoel liggen meis, ik ga je haar lekker wassen en de beste verzorging geven die ik in huis heb. Daarna knippen we er een flink stuk af en dan wordt het toch wel mooi. Geniet en kom tot rust, je bent hartstikke gespannen”. Goud waard, deze vrouw en ik realiseer me dat ze gelijk heeft. De drukke dagen hebben erin gehakt en nu hoef ik even niks. Ik geef me over aan haar vakkundige handen en, een klein uurtje later, sta ik buiten met een korter en vlotter kapsel, nog net zo uitgegroeid grijs als het voorheen was, maar wel een stuk mooier. Ik moet het er maar mee doen.
Thuis vul ik het zwembad, pak een boek en laat de boel de boel. Het is ook veel te heet om schoon te maken.
***
Vrijdag
Ik ben écht heel erg blij met mijn haar. Dit had ik veel eerder moeten doen. Omdat het korter is heb ik veel meer volume en het grijs valt echt minder op. Onder de felle lamp in de badkamer bekijk ik mijn hoofdhuid en haar kritisch en zie inderdaad bovenop kale plekken ontstaan. Op mijn ‘inhammen’ zit echter wel een waas van kleine en hoopgevende donshaartjes. Ze staan alle kanten op, maar er groeit weer wat! Het doet me denken aan de tijd net na de bevalling. Ik werd toen ook vrijwel kaal bovenop en heb lange tijd een soort korte ‘snor’ gehad aan de voorkant van mijn hoofd. Er is niets tegen te doen en ik moet gewoon afwachten tot het weer herstelt.
***
Zaterdag
Tijdens mijn weekendje weg heb ik in een boetiekje een wit shirt gekocht. Shoppen in zo’n klein gezellig winkeltje was ook een grote wens en dan eindelijk iets kunnen kopen waar niet de hele goegemeente in rond loopt. Meestal screende ik als eerste in het rek vlakbij de deur de XL. Viel deze al in de categorie ‘poppenkleertjes’, dan holde ik de zaak weer uit. Maar nu liep ik in dit leuke winkeltje rond met een ik-kan-hier-werkelijk-iets-kopen-gezicht. Ik was op het rek al verliefd op dit shirt, maar hij hing er alleen nog in maat 40. In geen 40 jaar gaat dit lukken dacht ik nog, terwijl ik me er in het pashok inwurmde. Warempel, hij zat als gegoten! Hij koestert de rondingen en verbergt wat niet in het zicht hoeft. Het is lang geleden dat ik me zo zelfverzekerd voelde. Zonde eigenlijk. Wat had ik me graag ook zo willen voelen in mijn maatje meer. Dat laatste realiseer ik me de laatste tijd vaak. Ik had een geloofwaardige act van zelfvertrouwen en een ik-ben-helemaal-oké-met-mijn-lijf schild opgebouwd waardoor de buitenwereld eigenlijk niet zag hoe erg ik ermee zat. En die act was zo geloofwaardig dat ik daar zelf ook regelmatig in geloofde. Nu ik écht blijer wordt met mezelf is het verschil met voor de operatie soms pijnlijk duidelijk. Vooruit kijken maar weer. Iets anders heeft toch geen enkele zin.
Wat hieraan vooraf ging: Mijn maat is vol (37)- Showen die handel