Ik ben dol op mijn tuin. En vooral op mijn planten. Ik geef ze zelfs namen na verloop van tijd. Sinds een jaar of 2-3 experimenteer ik ook met een moestuin, deels in bakken en deels in de volle grond, al vlot dat nog niet zo heel erg. Nou ja, kruiden doen het altijd wel goed en ik heb zojuist druiven geoogst. Een prachtige tros… ik weet zeker dat er drie groeiden, maar de andere twee kan ik niet meer vinden onder al het bladerengeweld. Daar moet eerst even de snoeischaar overheen; niet normaal zoals die plant alle kanten op groeit en zich daarbij ook geen reet aantrekt van de buren. Die misschien ook wel die andere twee trossen hebben geconfisqueerd, wat ik ze niet kwalijk zou nemen. Maar de sla wordt steevast slachtoffer van slakken, witte vlieg of verpietert gewoon waar ik bij sta. De worteltjes blijven veel te klein om van te eten en de komkommer/augurk heeft er ook niet veel zin in dit jaar. Gelukkig doen mijn snoeptomaatjes het heel goed. En díe zijn het resultaat van mijn nieuwste hobby; zaad verzamelen.
Dat komt zo: Vorig jaar liet ik de rucola te lang staan, dus die ging lekker bloeien. Ja, geef ‘m eens ongelijk, anders stond ie daar ook maar te verleppen en nu maakte hij nog wat van zijn leven. Maar ik wist even niet wat ik ermee aan moest. Een korte zoektocht leerde me dat als ik hem lang genoeg liet doorslaan, hij peulen met zaad zou gaan vormen. Eureka! Eind van de zomer had ik meer zaadjes dan waar ik mee begon.
Dus toen wilde ik weten hoe dat met andere groente en vruchten zat. Wat soms helemaal niet moeilijk is; snij een paprika open en voilà, het zaad vliegt je om de oren. Dat ik ook prompt begon te verzamelen. Dientengevolge heb ik daar inmiddels zakken vol van.
Inmiddels kan ik geen groente of vrucht opensnijden zonder de zaden te verzamelen. Ik heb niet eens ruimte voor pompoen of meloen, maar ik verdom het om de pitten weg te gooien. Toen ik pas geleden bij mijn vriend druiven zat te eten die niet pitloos waren, betrapte ik mezelf erop dat ik de neiging had die kleine krengen na het uitspugen te bewaren. Heb ik niet gedaan; er zijn grenzen.
Ik heb wel de uitgebloeide bieslook onder handen genomen, waar je met enige rammelen en wrijven heel wat uit kunt oogsten. En ook de bloemen die ik dit jaar voor de bijtjes en de vlinders had gezaaid ontkwamen niet aan mijn verzameldrift. Ik heb ze helemaal uitgeknepen en afgeschud. Hier met dat zaad!
Bij tomatenzaad is het iets ingewikkelder. Hun inner-smurrie moet eerst een tijdje gisten in water, daarna goed afgespoeld worden om de vliesjes van het zaad te verwijderen en dan een tijdje drogen. Maar dat extra werk loont des te meer. De snoeptomaatjes die ik begin dit jaar heb gezaaid tieren welig, de planten flikkeren inmiddels om van de vruchten. Ik kom bindstokken tekort. Het is vrij zeker dat ik meer vruchten zal oogsten dan dat ik uitgelepeld heb. Experiment geslaagd. Dus nu ben ik met die lekkere maar peperdure honingtomaatjes in de weer.
Ik bedenk opeens dat dit vast niet mag van meneer Bayer-Monsanto of wie er dan ook het patent op heeft haha…well, sue me bastards. Volgend jaar staat mijn hele tuin vol met bloemen, groenten en vruchten van gejat zaad. Ik heb de vruchten opgevreten en het zaad geoogst voor verdere voortplanting. Naar goed Joods-christelijk gebruik. Mocht er een haan naar kraaien; van een kale kip kun je niet plukken. En wat uit de tuin wordt geplukt, wordt gewoon weer ingezaaid. En vervolgens vermeerderd. Dat is de natuur; het draait allemaal om zaad.