Ik ben gehandicapt. Zo, ik heb het geschreven. Hardop zeggen lukt niet en gevoelsmatig klopt het ook niet. Ik schrijf dan ook niet voor niks voor ‘Hoe Vrouwen Denken’ en niet voor ‘Hoe Gehandicapten Denken’. Van het etiket ‘gehandicapte’ schiet ik namelijk enorm in de contramine.
En toch heb ik al sinds mijn geboorte een verlamde arm. Mijn andere arm is pas sinds een aantal jaren beperkt in functie. Versleten door overmatig gebruik en daardoor chronisch ontstoken.
Sinds een jaar of vier komt daar ook nog een beperking in mijn lopen bij. Na een hernia heb ik blijvende klachten gehouden en kan ik maximaal zo’n 800 meter lopend afleggen. En dus heb ik sinds kort een rolstoel. Nou ja, eigenlijk al een paar jaar; tot voor kort had ik een logge duwer, waarmee ik zonder hulp niet de deur uit kwam. Maar onlangs mocht ik een rolstoel met elektrische aandrijving in ontvangst nemen. Eentje waarmee ik zélf, eigenhandig, op pad kan. En dat geeft een gigantisch gevoel van bevrijding.
Voor het aanvragen van de stoel bij de WMO moest ik gevoelsmatig een hele grote drempel over. Ik voelde (en voel) me – ondanks het feit dat ik al jaren niet meer zonder hulp de deur uit kon als ik verder moest lopen dan die 800 meter – níét gehandicapt. Ik vond dus ook dat ik eigenlijk geen recht had op hulp(middelen).
Maar omdat ik niets heb aan een stoel zonder een vorm van – voor mij onbetaalbare – elektrische ondersteuning, heb ik tóch de aanvraag gedaan. Dat was eind maart. Na een traject van gesprekken, passingen en het onderzoeken van mogelijkheden, kan ik sinds 15 augustus ein-de-lijk de deur weer uit!
Ik kan boodschappen halen zonder bang te zijn niet meer thuis te komen. Ik kan weer naar buiten! Ik kan de dijk weer op, bereik plekken waar ik al jaren niet meer geweest ben. Ik kan weer naar de stad met mijn dochter. Allemaal doodnormale zaken, waarvoor ik altijd een hulppersoon, iemand om mij te duwen, nodig had.
Maar… dat stuk tussen mijn oren, de aversie van ‘gehandicapte zijn’, zorgt er óók voor dat ik de stoel per se niet op mijn werk wil gebruiken. Mijn naaste collega’s weten van mijn beperkingen, weten dat ik gedeeltelijk rolstoelafhankelijk ben. Maar veruit de meeste collega’s weten het niet en mijn werk is de enige plek waar ik me nog normaal voel. Waar ik mijn oude, gezonde ik kan zijn, omdat ik over het algemeen maar korte stukjes hoef te lopen.
Ik vermijd daarom bijeenkomsten op bepaalde plekken en zie enorm op tegen evenementen waar ik veel moet lopen. Of rollen. Als ik nu slim ben, neem ik mijn nieuwe rolstoel mee en ga ik daarin zitten als het echt nodig is. Minder pijn, geen gehannes om vergaderingen vooral maar op voor mij haalbare loopafstand te plannen.
Met dat in gedachten heb ik bij één evenement ook mijn hulp toegezegd. Maar nu die datum dichterbij komt, durf ik niet meer. Vorige week had ik de stoel bij me omdat een monteur kwam kijken en toen ik door de gang reed kwam ik één van de managers tegen. Hij keek of hij water zag branden en ik wilde alleen nog maar heel hard wegkruipen. En daar schaam ik me dan óók weer voor, want waarom zou ik minder zijn als ik in die stoel zit?
Het mag duidelijk zijn, ik ben er nog lang niet. Nog heel wat drempels te overwinnen voordat die bevrijding er op alle fronten is. En juist die onzichtbare drempels zijn het moeilijkst te overschrijden. Pardon. Te overrollen.
En zo is het! De grootste “handicap” zit tussen je oren en daar wordt de schaamte uit geboren; heel herkenbaar! Heel trots op jou!
Lief!
een beperking op lopen is niets om je voor te schamen!
maar het is heel herkenbaar om je niet gehandicapt te voelen… dat is toch een wereld van verschil 😉
Het is niet zozeer schaamte denk ik als wel de angst om niet voor vol aangezien te worden. En hoe idioot ook, het gebeurt. Zo was er gisteren iemand bij AH die gewoon bij de kassa mijn spullen zonder te vragen op de band ging zetten. Toen ik aan gaf dat dat niet nodig was, ging ze gewoon door.
Vast lief bedoelt, maar bij een ander haal je het niet in je hoofd om dat te doen!
Ik vind het een geweldige column en we zijn hartstikke trots op je! Nu nog zover komen dat je je rolls royce overal mee naar toe neemt. Het zou alles zoveel gemakkelijker voor je maken. Succes!