Donderdag
Ik ruim mijn kledingkast op. De kleding wordt opgehaald door een dame uit de buurt die het goed kan gebruiken en die reageerde op mijn aanbod via de buurt-app ‘Nextdoor’. Met gemengde gevoelens prop ik de kleding in vuilniszakken. Jaren kledinghistorie verdwijnen erin en het voelt alsof ik een leven wegstop. Ik heb hier zo naar uit gekeken. Voor de operatie dacht ik dat dit het allerleukste onderdeel zou zijn. Toch voelt het dubbel, alsof ik afstand doe van mezelf. Herinneringen overspoelen me en ik moet soms dingen nog één keer aantrekken om er afstand van te kunnen doen. Ik kan twee keer in mijn colbertjes en kan het nog steeds niet geloven. Mijn kerstjurk, waar ik me altijd zo mooi in voelde, hangt als een zak om me heen. Het heeft lang geduurd voordat ik mijn kleding weg kon geven. Wat als ik weer dik word? Het vertrouwen dat dat nooit meer gaat gebeuren, moet echt nog groeien.
Wat rest is een zielig hoopje kleding. Een paar broeken, wat shirts, één jurk en een colbert. Zelfs de dingen die ik na de eerste ronde afvallen heb gekocht zijn me alweer te groot geworden en gaan weg.
De dame die het op komt halen is intens blij. Ze vertelt dat ze een stevige dochter heeft én een stevige buurvrouw, en beiden hebben het niet breed. Zelf kan ze ook wel wat nieuws gebruiken. Zes volle zakken kleding gaan met haar mee en ook al mijn jassen. Het voelt ontzettend fijn dat mijn spulletjes zo goed terecht komen. Het ‘verdriet’ over wéér een afscheid ebt weg. Er is weer ruimte in mijn kast en dat biedt mogelijkheden.
***
Zaterdag
We vertrekken naar Griekenland en ik ben dit keer goed voorbereid. Met een koffer vol crackers, smeerkaas, notenreepjes en ander noodvoer vliegen we naar de zon. In de accommodatie stond, ondanks onze late aankomst, een Griekse salade klaar. Het is er fantastisch. Een prachtappartement, helemaal privé, met ons eigen zwembad. Met alle zorgen die ik heb rond mijn eventuele nieuwe baan is de vermoeidheid er toch weer keihard ingeslopen. Deze week wil ik alles echt loslaten.
***
Maandag
Wat een genot is deze plek. Ik wil nooit meer naar huis. Ik pas uitermate goed op mezelf, drink en eet regelmatig en gezond, beweeg genoeg en slaap zo’n tien uur per nacht. Mijn hoofd staat eindelijk even stil. Met gemak beklim ik heuvels en sjouw rond in de hitte. Het is genieten. Het enige irritante is de spiegel in de badkamer, waarin ik mezelf in zijn geheel zie. Dit nieuwe lijf went snel. Ik kan me nu al niet meer voorstellen hoeveel dikker ik was. Wat ik nu zie is een slapper lichaam, alle ‘zaken’ die nog niet naar mijn zin zijn en misschien wel nooit gaan worden. Ik ben en blijf uitermate kritisch. In kleding ben ik doorgaans erg blij, maar naakt not so much. Weer gilt het stemmetje dat ik moet sporten. Ik weet het, ik weet het!
Voor de rest gaat het echt goed. Zolang ik op het juiste pad blijf, gaat alles prima. Afdwalen wordt direct afgestraft. Daar kies ik bewust voor en dat accepteer ik dan ook.
Ik heb thuis niet veel moeite met het eten van kleine hoeveelheden. Deze reis heb ik wel momenten dat het lastig is. Het Griekse eten is zo lekker. Een taartje van bladerdeeg met feta en spinazie lacht naar me en ik blijf tien hapjes teruglachen. Daarna schuif ik het restant door naar mijn lief, die op moet passen dat hij niet te dik wordt van mijn leftovers. Ik wen er langzaam aan dat ik van een paar hapjes twee keer zoveel moet genieten.
***
Zondag
We zijn weer thuis en ik kan wel janken. Wat was het fijn en mooi. En wat was ik blij met de volledige rust. De beslissingen die ik op korte termijn moet nemen ten aanzien van mijn werk, komen als een storm op me af. Ga ik echt aan een nieuwe baan beginnen terwijl ik me helemaal nog niet op en top voel? Is die baan echt waar ik van droom? De keuzes houden me de eerste nacht al wakker. Mag ik nog even terug naar de vergetelheid in de Griekse zon alstublieft?
Wat hieraan vooraf ging: Mijn maat is vol (42) – Vakantie!
Sterkte met de keuze. Of beter: succes !