Een voorhoofd wordt tegen een bovenarm gelegd, een zakdoek tevoorschijn gehaald. Opgetrokken, schokkende schouders. Zichtbaar verdriet bij het zien van de kist. Ik kijk via mijn beeldscherm – letterlijk – van bovenaf toe.
“Mama! Mag ik nu gaan spelen?” roept een klein meisje in de aula. Geroezemoes.
Ik roer in mijn kop koffie en staar naar mijn beeldscherm.
Zo onwerkelijk om de kist daar te zien staan… Daar ligt ze in. Maar ik kan het niet geloven.
Het geluid hapert een beetje. Af en toe een doodse stilte, waar het duidelijk níét stil is. Het is mijn tweede uitvaart die ik virtueel mag bijwonen. De eerste was van mijn 95-jarige oma, waar ik via skype bij kon zijn en zelfs nog wat kon en mocht zeggen. Deze keer is het de uitvaart van een lieve, veel te jong gestorven vriendin, middels een livestream. Door de afstand kan ik er, net als de vele anderen die ook op de livestream zijn ingelogd, niet bij zijn. Maar nu ben ik er toch bij. Wat ben ik blij met de hedendaagse technologie.
De dienst is nog niet eens begonnen en de tranen stromen al. Ze druppelen in mijn koffie. Het kaarsje voor me flakkert.
De zaal is inmiddels vol, mensen zitten op de rode banken. Eigenlijk wil ik een screenshot maken. Maar ik doe het niet. Ik ga dit mijn leven lang bewaren in mijn hoofd. Alleen daar. Maar kan ik dat? Wat doet de tijd uiteindelijk met mijn herinneringen?
De uitvaartbegeleidster is ook een forumvriendin. We stammen allemaal uit dezelfde contactbron: een besloten moederforum, waar we al sinds de geboorte van onze kinderen lief en leed delen. De laatste jaren was mijn aanwezigheid daar erg schaars, te schaars, maar door gebeurtenissen als deze kom je ineens weer tot elkaar.
Buiten gromt en grauwt de motorzaag van de buurman, mijn huurbaas. Het geluid snerpt door alles heen. Hout voor de verwarming. Ook de mijne. Gelaten laat ik hem maar zagen, want ik heb het zo koud.
Mijn make-up biggelt over mijn wangen. Zwarte druppels. Hoe passend.
Ik kijk naar de foto op het beeldscherm naast haar kist. Zij als altijd lachend, haar man en kinderen al even blij kijkend om haar heen. Ja, zo wil ik haar in gedachten houden. Ik maak – zelfs voor mijzelf ‘stiekem’ – tóch een paar screenshots. Ook dat is een erg rare gewaarwording. Maar ze zijn puur voor mijn visuele herinnering. Als ik op onverwachte en verwachte momenten weer aan haar denk.
De tranendruppels lopen in mijn mond. Zout mascarawater.
Bruce Springsteen, Born to run klinkt nu uit mijn oortjes. Ja, zij was inderdaad geboren om te rennen. Wie anders dan een truly born runner loopt er nu 12.000 kilometer? Ik kijk weer naar foto’s. Foto’s van een heerlijk vitaal, levenslustig mens. En van haar altijd aanwezige, nimmer aflatende brede lach.
Ik druppel het touchpad van mijn Apple langzaam vol. Vanaf nu noem ik ’t ding maar Drupple.
“Verdriet kun je niet meten. Het ene is niet groter dan het andere,” zegt de uitvaartbegeleidster. Wat zegt ze dat mooi. Álle verdriet is groot. Nooit klein. Alleen is dit verdriet voor mijn gevoel toch nog nét een beetje groter… En: “Verdriet laat zich niet delen, niet in stukjes hakken.” Het is wat het is. Eén grote brok…
Mijn dochter komt naast me staan. Ze hoort de woorden niet, want ik heb de oortjes in. Maar ze ziet de beelden. En ze ziet mijn ogen. Ze slaat haar armen om me heen, geeft me een kus op mijn haren en ik voel haar tranen op mijn voorhoofd.
Zelfs zij huilt. Omdat ik huil.
De uitvaart is prachtig, al is het raar om een uitvaart ‘prachtig’ te noemen. Toch is het zo. Warm. Liefdevol. Sereen en toch vol van alles. Al die foto’s, de muziek, de mensen, de woorden, de herinneringen, de ijsvogel. Háár ijsvogel. Het rek met de tientallen kleurige medailles die ze met al haar runs en marathons gewonnen heeft, daar, naast de kist. Het is net een regenboog, met glinsterend goud aan de uiteinden. En ik neem me ineens vast voor om weer te gaan hardlopen. Wat nou kapotte knieën. Zolang ik leef, kan ik rennen, dat heeft mijn vriendin in háár leven meer dan duidelijk bewezen.
De kettingzaag snerpt onverminderd voort. Dwars door alles heen. De tranen druppen op mijn glazen bureaublad. Druppels van leven, die ik vergiet, omdat een slinks binnengedruppelde dood zomaar een vriendin wegnam.
“Rouwen is liefde voelen die je niet meer kunt geven.”

bron: pxhere.com – CC0 Public Domain
Dit stuk schreef ik een jaar geleden. Vandaag is het is een herinnering. Een liefdevolle gedachte mijn lieve vriendin Sandra. Ze overleed op 4 november vorig jaar aan de gevolgen van huidkanker. Door de livestream die het uitvaartcentrum bood, kon ik op 1000km afstand bij haar afscheid zijn. Daar ben ik heel dankbaar voor. Vandaag denk ik aan haar. Net als op vele andere dagen. Nooit vergeten. De herinnering blijft levend.
(Ter informatie: ik heb de like-functie uitgezet op deze herinneringsblog)
Intens verdriet gaat over in een lieve herinnering
Dat. <3