Bijna per ongeluk heb ik een hele fijne week achter de rug. Mijn vriend ging verhuizen, van Amsterdam naar Assendelft. Naar het buitenland dus! Ik zag daar nogal tegenop, maar achteraf viel het best mee.
Rolberoerte
Ik kreeg zowat een rolberoerte toen ik hoorde dat hij daar een huis had gekocht. Natuurlijk wist ik dat hij wilde verhuizen, hij woonde niet echt lekker. Bovendien is de huizenmarkt sinds hij in 2015 kocht best wel aangetrokken. Hij had al eens een bod gehad dat ver boven zijn koopprijs lag. En hij heeft een zoon die de puberleeftijd nadert, die hij graag een eigen kamer gunt. En papa wil heeeeeel graag een studio aan huis, voor zijn eigen gitareske gepingel en het gedrum van zoonlief. Dat lukt allemaal niet in een appartementje, op 7-hoog in Amsterdam West.
We hebben wel eens overwogen om samen te gaan wonen, want als ik ook mijn huis verkoop, dan zouden we nogal aardig in de slappe was zitten. Maar dat is toch, nou ja, nogal een stap, die we allebei te ingewikkeld vinden.
Heilige rust
Ik ben dol op hem, maar mijn huis is me heilig. Het was de plek waar ik thuiskwam na vele jaren omzwerven. De rust hier is ongeëvenaard; een en al groen, ik kijk uit over het water, het is autoluw, ik heb een gigantische tuin (voor Amsterdamse begrippen). Waar ik een moestuintje cultiveer, waarvan de oogst me elke keer weer verbaast. Waar egels en salamanders rondscharrelen, padjes hun winterslaap houden en verschrikt opspringen als ik in de lente hun schuilplaats verstoor. Waarna ik me discreet terugtrek, om de beestjes in alle rust naar een nieuwe plek onder een of andere steen te laten hoppen.
Binnenshuis heb ik bijna alles zelf gedaan. De meeste meubels in mijn huis hebben een verhaal. Of nee, álles heeft een verhaal. Al kan ik het dubbele krijgen van wat ik er 10 jaar geleden voor betaald heb, ik wil dit stukje paradijs niet kwijt.
Buitenland
Het bizarre is dat mijn lief inderdaad het dubbele heeft gekregen voor zijn appartement, maar dan binnen 3,5 jaar na aankoop. Holy Moly. En vervolgens heeft hij dus een huisje gekocht in Assendelft.
Dat is voor een (import-)Amsterdammer nogal een ding. Die gek ging gewoon naar het buitenland verhuizen! Ik vond al dat hij ver weg woonde, maar dat kon ik met mijn OV-abonnement tenminste “gratis” bereiken. Nu werd ik afhankelijk van hem om me te halen en brengen, of ik zou de trein moeten nemen. Een fucking Sprinter to the middle of nowhere. Dus moet ik altijd 20 euro op mijn OV-chipkaart hebben staan. En moet ik eigenlijk altijd een nacht overblijven, wegens reistijd. En ik slaap verdomme nooit goed in een vreemd huis. Had ik al gezegd dat alles buiten Amsterdam buitenland is?
Je begrijpt; ik heb tegenwoordig wat moeite met verandering. En ik vind honderdduizend redenen om het allemaal teveel gedoe te vinden.
Rationeel snapte ik het, maar gevoelsmatig raakte ik toch van de kaart. Het kostte me heel wat moeite om over dat gevoel heen te stappen. Dat heeft ie geweten ook. De afgelopen 3 maanden ben ik afwisselend heel aanhankelijk en zeer afstandelijk geweest.
Puntje bij paaltje
Maar toen kwam puntje bij paaltje en heb ik me er toch maar tegenaan bemoeid. De aanhankelijkheid won. Bovendien is mijn vriend nogal blind voor vuil en hij weet ook niet zo goed hoe je dingen schoon krijgt. Het idee alleen al dat hij de potten en pannen in een vieze keuken zou inruimen, deed mijn handen jeuken. De zondag voor de verhuizing heb ik die flink onder handen genomen. Waarna hij me netjes thuis afzette, met een kus en een bedankje. Ik dacht dat ik hem voorlopig even niet zou zien, want hulp bij de verhuizing zelf was niet nodig.
Maar ik had vast indruk gemaakt met mijn schone capaciteiten. Nog voor de verhuizers hun opwachting maakten, kreeg ik een appje: “Als je nou lief bent dan stap je vanmiddag op de trein”. Dat deed ik natuurlijk, want als paaltje roept dan komt puntje gewoon (meestal). Met een tas vol eten, alsmede de geëigende attributen voor het ramenlappen. Ook zo’n klusje waar hij totaal onwetend over is: “Gebruik je daar spiritus voor? Waarom geen zeep?” Kortom, mijn huishoudelijke expertise kwam goed van pas.
Liefdevolle aandacht
Die eerste nacht was ik nog wat onrustig en sliep ik nauwelijks. De volgende ochtend waren we vroeg op om voortvarend aan de slag gegaan. We hadden niet gepland dat ik zou blijven, maar opeens was het donderdag. We hadden hard gewerkt, lekker gewinkeld (twee keer!), heerlijk gegeten, een spannende Nederlandse serie gekeken en veel gesekst. Het was een enerverend weekje, dat voorbij is gevlogen.
De eerste dag had ik nog behoorlijk wat aan te merken: Wat klein allemaal zeg; die volledig betegelde achterplaats kan echt niet; wat een klotebadkamer, en waarom zit die beneden, lekker onhandig als je ’s nachts naar de plee moet (is ook zo), ik heb een hekel aan regendouches; jezus die trap is echt kut (oké, die is echt kut), die vloer ziet er niet uit (fixed that)…
Maar na een paar dagen liefdevolle aandacht, voor zowel mijn vriend als voor zijn huis, ben ik toch best gewend geraakt. Hij is blij, over the moon, zegt hij zelf. En dat heeft toch wel aanstekelijk gewerkt. Ook zijn liefdevolle aandacht voor mij, en het gemak waarmee we samenwerkten, waren balsem voor mijn getormenteerde ziel.
Ik heb vanaf de tweede nacht zelfs best goed geslapen. Ik geloof dat ik me een beetje thuis ben gaan voelen. Dat buitenland blijkt nog best mee te vallen.