
bron: pixabay.com
We doen allemaal wel eens wat doms. Zoals kerstshoppen in Maastricht. Met een buikige buschauffeur met een knipperlichtgevende kersttrui. Een prachtige stad, daar niet van, maar niet rond het vriespunt met veel volk. Heel veel volk. Dat én niet te verstaan is én ook nog eens praat alsof het continu vraagt.
Ik werd, al slalommend, spoedig overlopen door een buslading giechelende Aziaten, die zwaar bemutst en besjaald en royaal voorzien van selfie-sticks, in colonne keurig achter een man aan marcheerde. Deze liep met zijn GSM voorop en was, omwille van de herkenbaarheid, voorzien van een toch wel anderhalve meter lange spriet met aan de top een rood Chinees vlaggetje. Hij droeg een bijpassend hoofddeksel.
Na een kraam of acht had ik de manische kerstmarktmeuk wel gehad. Om de opkomende depressie te bestrijden, ging ik met gezwinde spoed op zoek naar een onderkomen met een altijd probaat middel; letters op papier. Zienderogen knapte ik op en hield het buitengewoon beschaafd bij de aanschaf van slechts twee stuks.
In de megadrukke boekwinkel, voor de kassa in de rij naast mij, stond een middelbaar echtpaar. De vrouw rekende een dozijn boeken af, die bedoeld waren als kerstgeschenk. Derhalve dienden deze logischerwijs te worden voorzien van cadeauverpakking en wel in drie soorten, te weten voor dames, heren of kinderen. Dit gebeurde volgens de stringente, doch voor mij onnavolgbare, instructies van de vrouw.
De korzelige kassière, met kinky koperkleurig kapsel, kweet zich kundig van dit kostbare tijd rovende klusje. Met rode konen en vinnige vingers. Voorts voorzag ze ieder presentje van een bijpassend lint, waarop als toetje nog een vrolijk versierd stickertje werd geplakt, met in het midden een blanco ovaaltje. Bij het zien daarvan begon de man onrustig te snuiven en te schuiven, zoals je wel meer ziet bij mensen die onder druk staan.
De medewerkster overhandigde voorts het geschenk aan de vrouw, die nog steeds met haar oranje bankpas in haar blauw behandschoende hand stond.
De man, anderhalve kop groter dan zijn eega en voorzien van een geel hesje en dito pen, hield de gang van zaken vanonder zijn pet nauwlettend in de gaten en griste gretig het boek uit haar handen waarna hij, met kennelijk bovenmenselijke inspanning – tong uit de mond, opgetrokken neus en toegeknepen ogen ¬– zich met volle overgave op de sticker stortte en het kleinood voorzag van de voornaam van de begunstigde, met een daadkracht die een drager van een geel hesje nu eenmaal eigen is.
Vervolgens werd de attentie door hem, met een buitensporig trotse blik op de groeiende stapel rechts op de toonbank gelegd, die uiteindelijk gezellig mee huiswaarts mocht in de AH-tas. Waarna hij weer heel even kon ontspannen.
De man, die eruitzag alsof hij Corstiaan heette, stond schuin achter en dicht tegen haar aangedrukt, als was hij bang dat ze hem zou ontsnappen met de boekenbuit, alvorens hij zijn literaire daad had verricht. Je hebt nu eenmaal een geel hesje aan of je hebt het niet. Ik vermoed dat het vorig jaar is misgegaan en dat hij dat nu te allen tijde wenste te voorkomen.
Gezien de tijd van het jaar zou ik de boeken hebben afgerekend en thuis hebben ingepakt. Sterker nog; ik zou ze bij BOL hebben besteld, teneinde de massale mensenmassa te mijden. Dit alhoewel ik dol ben op boekhandels en zeker als deze zijn gesitueerd in een eeuwenoud historisch pand, zijnde een voormalige katholieke kerk.
Toen was het toch écht weer de hoogste tijd voor de stad met de Euromast en de Kuip. Touringcars vol volk uit Nederland, België, Duitsland en Frankrijk; waarom denk ik toch altijd dat ik de enige ben met een lumineus idee?
Maar tóch een geel hesje in het wild gezien. In actie.

bron: pixabay.com