Wegens verhuizing bied ik dit vest te koop aan.
Maat XL.
Tijdens mijn middernachtelijk menopauzaal mijmerend marktplaatsgemuts, trof ik dit, in de donkere dagen voor Kerst, aan.
Een vest dat niet mee mag verhuizen. Hoe curieus is dat?
Of dat wellicht al wél mee is verhuisd, maar waar geen plaats voor blijkt te zijn. Het betreft maat XL; had een XS’je dan wel in het nieuwe stulpje gepast?
Of is de eigenaresse onlangs ingetrokken bij haar verse vrind in Vriezenveen en heeft deze zich ontpopt als een wolf in schaapskleren en, altijd al een bloedhekel aan wollige breisels, gezegd: “Alles best, maar hier géén vest!” Je wéét het niet.
Of een nieuwe woning en dus ook een bijpassende nieuwe kledingstijl? Door een nieuwe baan wellicht? Geheel vestloos door het leven en nu aan de kekke kokette kleurige colbertjes? Wat wel paste in Barneveld, geeft geen pas in Den Haag? Of vice versa? Of lopen daar al te veel dames in soortgelijke kledij en wil ze zich wel onderscheiden? En zou deze maatregel nog meer kledingstukken ten deel zijn gevallen? Of toch alleen dit vest. En waarom dan?
Wilde ze er eigenlijk al veel langer vanaf en grijpt ze nu laf deze verhuizing aan? Of heeft ze stiekem een nieuw exemplaar gevonden dat veel beter bevalt? En deze dan niet weg willen gooien, maar er via Marktplaats nog wat voor willen vangen. Met een zielig verhaal. Geen plaats meer in de herberg. Alsof iemand daar intrapt!
Schijnheilig gedoe. Waarom niet naar de kringloopwinkel gebracht? Of aan het Leger des Heils geschonken? Of cadeau gedaan aan een armlastige kennis? En het ook uitsluitend willen verzenden; iemand tijdens zo’n triviale transactie recht in de ogen durven kijken, is er natuurlijk niet bij. Dat zegt toch genoeg?
Hoe lang zou dat arme ding al in de kast hebben gehangen? Of aan de kapstok? Of gelegen hebben in een koffer onder het bed? Of in een doos in de kast? Alleen, of met nog meer afgedankt spul? En dat mocht dan wél mee? Je reinste discriminatie.
Hoe zou dat vest zich nu voelen? Opgelucht? Afgedankt? Zoiets gaat je toch absoluut niet in de kouwe kleren zitten, lijkt mij. Jarenlang genegeerd worden is vreselijk. Hoe was de verhouding met het bazinnetje? Altijd al aardig ambivalent? Of had het niet zoveel om het lijf? Heeft het nooit tot een warme band kunnen komen?
Overspoeld door medelijden en met betraande ogen heb ik een meer dan riant bod uitgebracht. Twee dagen later was het van mij. Prachtig nachtblauw, maar het rook muf en naar muizenpoep, kriebelde hevig en de mouwen zaten nét wat te strak.
Na het, tevreden en zacht zingend, zorgvuldig te hebben gewassen en, luid lachend, liggend te hebben gedroogd, heb ik het, al grappend en grollend, gezellig op een comfortabele kersenhouten kledinghanger aan de deur van de zonnigste kamer van het huis gehangen, voorzien van het meest uitmuntende uitzicht én in de buurt van zowel radio als tv. Met de koelkast en de kerstboom om de hoek. Kijk, zó kan je er óók mee om gaan.