De Day After.
Al maanden droom ik over knolselderijsoep. Ik zie het, ik ruik het, ik proef het. Ik voel het zelfs. Overigens heb ik geen idee waarom, want ik heb het nog nooit gegeten. Maar misschien wel juist dáárom. Wellicht een vingerwijzing Gods, dat het daar nu eens de hoogste tijd voor is. Je wéét het niet.
Bij de plaatselijke grootgrutter had ik, tijdens de rondes voor de kerstboodschappen, tot mijn grote vreugde kant-en-klaar soeppakketten ontwaard, met het door mij begeerde knolgewas. Waarop ik besloot om daags na de Feestdagen terug te keren, teneinde deze droom eindelijk tot vervulling te brengen.
Klokslag acht stond ik opgewonden voor de net geopende winkeldeur, om linea recta naar de groente-afdeling te racen, alwaar tot mij grote desillusie bleek dat genoemde pakketten niet meer aanwezig waren. Ik had wel de keuze uit erwtensoep, groentesoep, tomatensoep, pompoensoep en zoete aardappelsoep. Maar dat bliefde ik niet.
De gezinsleden had ik al dagenlang voorbereid om mijn aankomende vloeibare culinaire kunsten. De man bromde, zoals gebruikelijk, wat onverstaanbaars binnensmonds, de zoon keek verschrikt en zei, overigens zonder enige overtuiging “O, lekker” en de dochter trok haar wenkbrauwen op tot ver onder de haargrens, keek mij doordringend aan en zweeg als het graf. Dus ik kon hen nu geen knollen voor citroenen verkopen en thuiskomen met de mededeling dat het aangekondigde menu in de soep was gelopen. Ik heb óók zo mijn trots.
Uit wanhoop en frustratie rukte ik snikkend twee bakjes karamel-zeezout soesjes uit het koelvak en nuttigde deze ter plekke op het bankje naast het koffieapparaat. Dat deed wonderen! Gekalmeerd en intern gekarameliseerd, besloot ik, hoewel reeds licht misselijk, me niet te laten kennen en dan zelf maar wat samen te stellen.
2 kleine knollen, uien en knoflook, een potige prei, spek, selderij en slagroom,
Ik kan u vertellen dat dit geen handige combinatie bleek; een stevige soep willen koken met een maag vol slagroomsoesjes, met een ongetwijfeld torenhoge glycemische index, en een plots opkomende lactose-intolerantie. Maar ik heb in het leven voor hetere vuren gestaan; met een pond zoute drop achter de kiezen patat bakken is immers ook geen sinecure. En coq au vin bereiden na een flinke fles Chablis eveneens niet.
Het Kerstdiner had ik overigens, na lang beraad, zó zorgvuldig samengesteld dat alle gerechten óf kant-en-klaar waren, óf in de oven bereid konden worden. Het was alleen een kwestie van timing, wanneer en wat er hoe lang erin geschoven diende te worden. Dit precisiewerkje had ik zekerheidshalve uitbesteed aan de zoon, die, met name op hoogtijdagen, bijzonder nauwkeurig is met tijd.
Als dessert serveerde ik, direct uit de vriezer, diverse soorten ijs zo in de verpakking, van welke taak de dochter zich buitengewoon goed kweet. Zij kan goed tegen kou.
Over die soep. Die was niet te vreten.