“Mam, waarom tut je jezelf zo op? Jij zou toch ook heel vroeg naar bed gaan? Dan ga je jezelf toch niet opmaken?”
Mijn dochter staat naast me voor de badkamer spiegel. Het is vrijdagavond, we zijn nog niet zo lang terug van een bijzonder leuke, maar ook zeer vermoeiende vakantie, dus ik was van plan om eens vroeg te gaan slapen.
Optutten voor de leuk
Nadat ik een blik in de spiegel heb geworpen, constateer ik dat mijn futloze haar eigenlijk wel een oppepper kan gebruiken. En dat de hangmatten onder mijn ogen nu niet bepaald in het zonnetje bungelen.
“En waarom heb je zojuist een mooie jurk en hoge hakken aangetrokken?” vraagt mijn dochter verbaasd.
“Och, zomaar.” Ik verzwijg dat dit de jurk is, die ik voor onze vakantie had meegenomen, maar waarvoor helaas geen tijd of geschikte gelegenheid was om hem een keer aan te trekken. Met drie kinderen door een onbekende stad heen banjeren is nu eenmaal praktischer in een oude broek en op een paar versleten gympen.
Experimenteren
“Ga maar lekker slapen, ik ga zo ook naar bed,” stel ik haar gerust.
In de badkamer föhn ik mijn haar in een ander model en experimenteer ik met make-up. Op de pumps, die ook mijn koffer niet uit zijn geweest.
Tja, hoe leg ik mijn dochter uit, dat ik mezelf soms weer even probeer terug te vinden met behulp van een camouflage stift, accentuerende oogpotloden, en een corrigerende panty? Enige tijd later ben ik eindelijk tevreden over het eindresultaat. Ik schop mijn schoenen uit en ga – met mijn feestelijke jurk nog aan – op bed liggen. Ik val meteen in slaap.
Een bloeDmooie man

bron: pixabay.com
Na een uur word ik wakker van de deurbel. Verwonderd vraag ik me af wie dat kan wezen. Ik verwacht niemand. Plotseling schiet ’t door mijn hoofd dat iemand nog werk zou komen ophalen. Iemand, met wie ik alleen via de mail contact heb gehad. Ik trek snel een trui over mijn inmiddels gekreukte jurk aan en met een slaperig gezicht doe ik open.
Onzeker type
Ik zie het in een oogopslag. Een bloedmooie man. Hij loopt gehaast op me af en steekt al lopende zijn hand uit. ‘Onzeker typetje,’ analyseer ik snel. Een zelfverzekerde man had wat langzamer gelopen, me eerst aangekeken, en daarna pas een hand gegeven. Hij stelt zich voor als Djan. Bespottelijke naam, vind ik meteen. Natuurlijk hebben zijn ouders hem gewoon Jan genoemd, maar ontevreden met zo’n alledaagse naam, heeft hij vast een extra letter van de leesplank gegrist. Zodat hij beter afsteekt tegen Teun en Gijs.
Weg glansrol
Ik voel me nogal ongemakkelijk. Ik word altijd zenuwachtig van mooie mannen. Natuurlijk is het onzin, maar ik vind mooie mannen vaak te vrouwelijk. Mijn exen waren bijna allemaal uitgesproken lelijk. Lelijke koppen, enge voeten, een te korte nek. Kaalgeschoren of juist overdadig behaard. Oh, wat zag ik er gewéldig uit naast mijn partners! Maar nu wordt deze glansrol me ineens afgenomen door Jan met de extra medeklinker.
Eenmaal binnen opent moeders mooiste zijn prachtig gevormde mond.
“Heb je een nagelschaartje?” is het eerste wat hij vraagt.
Ik kijk hem stomverbaasd aan.
“Mijn nagel is gescheurd,” verduidelijkt hij.
Ik zuig ’t wel op
‘Zie je wel? Toch vrouwelijk!!’ schreeuwt mijn hoofd inwendig.
Ik geef hem een vlijmscherp nagelschaartje. Hij knipt en ik constateer dat zijn DNA-materiaal nu al in het rond schiet. Hij kijkt me verontschuldigend aan.
“Geeft niet, ik zuig het wel op!” bemoedig ik hem.
Oh fout, fout!! denk ik ineens als hij me geamuseerd aankijkt.
Ik kan me vergissen, maar volgens mij is hij van me gecharmeerd. Er hangt een broeierige sfeer in de lucht en ik weet me geen raad met zo’n mooie kerel. Jan met het extraatje.
‘Een extra ‘D’…van daten,’ associeer ik meteen. Vast niet. ‘De ‘D’ van doe eens normaal, zeg!’ spreek ik mezelf streng toe.
Doei Djan
Hij loopt mee naar mijn werkkamer op de tweede etage. We passeren op de eerste verdieping mijn slaapkamer. Gelukkig is de deur dicht. De ‘D’ van dicht. Tijdens onze werkbespreking is de sfeer ontspannen. Ik weet niet waarom, maar ik praat wat zachter dan normaal. We bespreken het werk, maar ik heb geen flauw idee meer van wat ik precies heb gezegd. Zo’n mooie man leidt behoorlijk af. Uiteindelijk stapt Djan weer op. De ‘D’ van dag. Doei Djan!
U got mail
De volgende ochtend ontvang ik tot mijn verbazing een e-mail van Djan. Het is een zakelijk bericht. De laatste zin is echter bijzonder verrassend: “Verder wilde ik nog zeggen dat ik je een aantrekkelijke vrouw vind.”
Ik lees de zin nog eens een keer. En nog eens. Punt. Dat was het. Geen uitnodiging om ergens iets te gaan drinken. Niet eens een kleine hint om af te spreken. Geen smoesje om nog eens langs te komen. Ik laat het even bezinken. Had ik me nu maar niet zo verdreven opgetut die avond, bedenk ik me ineens spijtig. Zo’n mooie man valt natúúrlijk alleen op hele lelijke vrouwen.
Door denkt driftig dat die droommooie dude die dag dapper durfde, doch dikwijls doortrapt dolt en dientengevolge, druk dansend en deftig dinerend, met een diepgaandere dialoog tot een deerniswekkende droefenis dreigt te degraderen. Met z’n D! Pleurd op!
Ha, ha, Door. Leuke reactie! Zoals jij hem beschrijft lijkt hij eerder op een glaDJANus, dan op een mooie man. Toch was het eigenlijk best een leuke man.