Heb jij dat nou ook? Dat je boodschappen haalt, ze thuis alles opeten en je in no time weer een nieuwe lading kan inslaan? Ik ook.
Normaal gesproken doe ik de boodschappen alsof het een bliksemactie betreft. Ik ken de route langs de schappen, grijp op de tast de gewenste producten en gooi ze in mijn karretje. Best efficiënt. Vandaag was ik hetzelfde van plan. Wat denk je? Hebben ze bij Appie de indeling van de schappen weer eens veranderd. Je zóu ze toch? Na de nodige inspanning heb ik meeste inkopen gedaan. Dan word ik overvallen door een enorme haast om bij de gevulde koeken te komen. Die zijn zo verschrikkelijk lekker. Als ze die niet hebben, ga ik naar huis. Laat ik m’n kar mooi staan.

bron: commons.wikimedia.org (CC2.0 unported) – photo credits: FotoosVanRobin (flickr) – 2008
Tussen de appelflappen tel ik welgeteld één pak met vier dikke gevulde koeken. Eén pak maar…? Wat zijn nou vier koeken als er thuis een puber los rondloopt? Dat is je reinste huishoudelijk wanbeleid. Onder het mom van ‘beter iets dan niets’ gris ik het pak weg en plant het als een kroonjuweel bovenop de zak met aardappels. Snel werp ik een deskundige blik op mijn boodschappenlijstje en zie dat ik een rode kool vergeten ben. Ik laat de kar even staan en spoed me naar de groenteafdeling.
Als ik terugkom, krijg ik van razernij klotsende oksels: mijn gevulde koeken zijn weg! Waar zijn mijn koeken gebleven? Iemand heeft ze vast uit mijn karretje gevist. Dief! Dit moet tot op de bodem uitgezocht worden. De gedachte aan een eeuwenoude bierreclame dringt zich aan me op, met zo’n snode biergraaier, die zich verdedigt met de woorden ‘óns bier’. Ammehoela, IK voel me de enige rechtmatige eigenaar van die koeken.
‘Rustig, rustig. Reageer bedachtzaam,’ zeg ik tot mezelf. Totaal niet gehinderd door deze gedachte race ik als een bezetene door de zaak, telkens een blik werpend in de karretjes van medeklanten. Want er kunnen nog zoveel andere lekkere koeken zijn, het is net als met mannen: ik wil alleen die ene.
Teleurgesteld en weemoedig leeg ik, nog steeds buiten adem, de winkelkar op de kassaband. Dan de volgende shock. Tussen de grapefruits, broccoli en zakken pasta spot ik ‘m. Hét pak gevulde koeken. Deze middelbare kukel heeft weer eens slecht uit haar doppen gekeken en elke andere klant in de zaak gemakshalve meteen voorzien van het etiket ‘koekendief’.
Nou ja, zandgebak erover.