Ik ben woest. Op de school van mijn dochter. Waarom? Omdat een docente aldaar mijn kind probeert te indoctrineren. Nee, dit keer gaat het niet over religie (het katholicisme wordt er hier ook nog steeds met geweld ingepompt, maar daartegen kan ik me onderhand weren). Het gaat om kookles.
Dochter kwam afgelopen vrijdagmiddag overstuur en jankend thuis. Ze had weer kookles gehad. Van een veganistische docente. Wat ik op zich toejuich: als ze lekkere vegetarische recepten leert koken, ben ik daar alleen maar blij mee. Vlees hoeft echt niet altijd. En als je al vlees eet, let dan op wat je eet. Daarom koop ik ook hoofdzakelijk bio-vlees, waarbij ik stilletjes hoop dat het dier dat ik eet een dierwaardig leven heeft gehad en op een ‘nette manier’ aan zijn eind gekomen is. Hopen mag. Maar ik ben dus absoluut geen vegetariër: ik ben gek op vlees, op zijn tijd. En op eieren. Die mogen van dochter ook niet meer, want legbatterijkippen kwamen ook aan bod. Dus legde ik uit dat ik enkel biologische vrije-uitloopeieren koop, geen legbatterijkogels.
Haar lerares vond het die vrijdag echter een geschikte dag om haar 12 tot 13-jarige pupillen eens een ‘wat hardere’ film te tonen. Een half uur durend gedrocht van een film met de meest afschuwelijke gevallen van miserabele slachthuizen, massavleesproductie en vanzelfsprekend óók alle slachtingen die ‘net even níét goed gingen. Vol in beeld. Ongecensureerd. Met in ’t rond spuitend varkensbloed, spartelende koeien die door hun hoofd gestoken werden en koploos rondspringende kippen. Met kuikentjes die levend gevild werden en gespietste, nog fladderende kippen aan haken. En met varkens die op het moment dat de hals doorgesneden werd, nog duidelijk in doodsnood verkeerden (als in: heftig bewogen). De gruwelijkheid van de ‘foute’ vleesindustrie open en bloot getoond.
“Want dáár leren jullie pas echt van. Op school krijg je nu eenmaal dingen te zien en te horen die jullie thuis niet te zien krijgen,” zo de argumentatie van docent (volgens dochter). Nee. Ja. Inderdaad. Met reden.
En nu ben ik pissed. Meer dan dat. Dat zij kinderen vegetarisch wil leren koken, prima. Hartstikke fijn. Dat ze mijn dochter op deze afschuwelijke, traumatiserende wijze wil bekeren tot het veganisme, dáár ben ik op zijn zachtst gezegd minder gecharmeerd van. Ik heb het met mijn kinderen vaak genoeg over vlees eten, de vleesindustrie en de gevolgen voor natuur en milieu. Zoon is zelfs al een tijdje vegetarisch geweest. Daarna wilde hij enkel nog vlees eten van ‘gelukkige kippetjes’ (die ik dus bij de plaatselijke boerderij moest gaan halen).

bron: pixabay.com
Minder vlees is meer. Helemaal mee eens. En we hebben ook al een keer een filmpje gekeken over slachtingen, waarbij de gruwelscènes toch maar wel gecensureerd of geblurred waren. Dat leek mij als moeder geschikter, zeker op die leeftijd. Want IK ben hier de opvoeder. Niet zij. Ik bepaal wat ik geschikt acht voor mijn kinderen. Ik mag toch van een school verwachten dat zij ook in kunnen schatten, wat wel en wat niet kan?
Enfin. Er zijn meisjes kotsend de klas uitgelopen. Anderen keken weg, konden het niet aanzien. En mijn dochter is nu zó overstuur en getraumatiseerd dat ze nog geen stroopwafel wil eten omdat daar mogelijk ook ‘dierlijk spul’ in zit. Lekker dan.
Maar wat me nog het meest stoort, is het feit dat dit is NIET haar job is, maar de mijne. IK bepaal wat mijn kinderen zien. Zo werkt dat met alle films met leeftijdsindicatie. Haar motivatie (alweer volgens dochter): “Ja, maar jullie kijken thuis ook horrorfilms, dan moet dit toch ook kunnen?” Waarop mijn dochter gelukkig meteen antwoordde: “Maar die horror is gespeeld! Hartstikke nep. DIT is echt. Dit wil ik niet zien. Kán ik niet zien.” Daarna heeft ze uit protest de rest van de les omgedraaid op haar stoel gezeten. Met de rug naar de docente toe.
Wat zijn dit voor onderwijsmethodes? Kinderen real life horrorfilmen laten zien, opdat ze het ‘nog net wat beter leren en vooral nooit meer vergeten’? Laten ze dan in de geschiedenisles over de WOII ook maar meteen de ware beelden des doods zien van joden (en dan vooral de kindertjes) die creperen in de gaskamers of op anderszins gruwelijke wijze afgeslacht werden? Want dán hakt het er natuurlijk pas echt goed in, hè. Op 12-jarige leeftijd. Om nooit te vergeten. Of tonen ze in de seksuele voorlichtingslessen ook meteen maar even een kinderpornofilm of snuff movie, om het jonge volk vooral de keiharde realiteit over seksueel misbruik bij te brengen? Hoe traumatiserend mag de methode zijn om een kind iets te ‘leren’?

bron: pixabay.com
Dit zijn praktijken zoals die in Stanley Kubricks film Clockwork Orange aan bod komen. In die film wordt een seriemoordenaar na zijn veroordeling in het kader van een experiment gedwongen (inclusief het mechanisch opensperren van de ogen) om zó veel gruwelijkheden te kijken, dat hij als het ware ‘heropgevoed’ en ‘genezen’ wordt. Bij de geringste uiting van geweld wordt hij kotsmisselijk en is niet meer in staat om überhaupt nog te reageren. Puur trauma. Pure indoctrinatie.
En dat doet die kookmadam dus nu bij haar leerlingen op school. Is ze nu helemaal van de pot gerukt? Wat denkt ze wel, met haar veganistische bullshit?!? Dat zij haar overtuigingen qua voeding heeft, prima. Dat ze mijn kind vegetarisch koken wil leren, prachtig. Maar laat mij m’n eigen kinderen opvoeden, ja? De opvoeding omtrent levensbeschouwing, religieuze opvattingen, levensstijl en ander gedachtegoed is MIJN zaak. Niet die van school. En daarom is mama boos. Heel boos.
Even in de kantlijn: Dit hele akkefietje heeft wel één voordeel. Ik leer nu namelijk in sneltreintempo vegetarisch koken. Aangezien dochter echt geen vlees meer blieft (wel vis overigens, want vissen zijn stomme, koudbloedige dingen dus daar heeft ze geen medelijden mee), moet ik haar van gezonde alternatieven voorzien. En zij mij ook; ze helpt en leert mee. Gisteren hebben we onze eerste tofoe-sessie gehad. Tofoe is goor spul, maar als je er iets mee doet, is het heel goed te eten. Wij kookten Chinese noedels met Babi Pangang. Tofoe-gember-citroengras-pinda-cashew-Babi Pangang met veel gewokte groente. Zelfs zoon meldde de verlossende woorden: “Best te vreten.” Het was om te smullen. En wij waren trots.