Spraakverwarringen zijn leuk en grappig. Vooral voor de mensen die het horen en in verwarring raken. En vervolgens bijna op de grond liggen van het lachen. Maar vooral níét leuk voor degene die per ongeluk iets totaal verkeerd heeft gezegd. En dat overkomt mij vaak.
Met spraakverwarring bedoel ik trouwens niet de flauwe grapjes die je vroeger als kind heel geinig vond.
Leraar: “Wie wil een beurt? Jij, Marga?” Ik schrok wakker en zat ineens rechtop. Links en rechts gegniffel om mij heen. “Marga, vertel jij maar eens: wat gebeurt er als ik dit aftrek?” Hij had zijn handen doorgaans in zijn broekzakken, maar wees bij deze vraag gelukkig naar het schoolbord. Maar ja hè, de jongens in de klas zaten natuurlijk allemaal stiekem te grinniken en keken mij aan. Als de leraar dan ook nog eens eindigde met de zin dat ik heel goed kon aftrekken, stonden ze mij na de les hoopvol op te wachten in het fietsenhok.
Later in mijn leven zat ik op naailes. Ja jongens, je hoort het goed. Ik krijg naailes van een naailerares en zo langzamerhand kan ik naaien als de beste. Op websites gebruik ik steeds vaker de Engelse vertaling ‘sewing’ want dat is toch duidelijk passender dan ‘screwing’. En ’t scheelt een hoop rare e-mails.
Over andere talen gesproken: vooral Nederlands-Engels is toch altijd erg leuk. Hele boeken zijn daarover vol geschreven en de tv commercials vliegen om je oren. Vooral: “I fock horses!” blijft een leuke.
“Pardon??”
“Yes, paarden!”
In de Duitse taal hoor je er iets minder over, maar geloof me, het is in die taal nog vele malen lastiger om spraakverwarringen te voorkomen.
Goed, ooit had ik een paard te koop. Daarbij concentreerde ik mij op Duitsland. Middels advertenties in een paardenmagazine bereikte je daar indertijd een ander publiek dan op Marktplaats. Enfin. Na drie telefoontjes die vroegtijdig afhaakten na de beschrijving van de merrie, begreep ik dat ‘schwer’ moeilijk betekende, terwijl ik toch echt ‘schwer’ bedoelde in de zin van mooi, breed en zwaar.
Ook kwam ik er al heel snel achter dat ‘geil’ in het Duits toch echt iets anders betekent dan bij ons. ‘Geil’ betekend daar: super, cool, te gek. Mijn geile merrie was dus een compliment. Het gekke was wel dat, toen ik dat woord steeds vaker ging gebruiken, het tóch op de één of ander manier niet helemaal goed overkwam. Misschien wisten de potentiële kopers dat ‘geil’ in het Nederlands iets anders betekent dan in hun taal. Ook zij haakten af, omdat ze misschien bang waren dat mijn merrie de hele dag zou schreeuwen om een hengst omdat ze een beurt wilde.
En toen vertelde ik ook nog dat de merrie een prachtige staart had… Nu kan‘Schwanz’ in het Duits inderdaad een staart betekenen, maar – jawel – óók een tampeloeres. Totale verwarring.
“Aber sie ist doch eine Stute?” (Stute = Merrie)
Ja, natuurlijk, maar ook dan kan ze toch best nog een ‘geile Schwanz’ hebben? Lastig, lastig.
Na honderd-en-één verkeerd bedoelde woorden en lastige gesprekken is het in de loop der jaren toch goed gekomen. Ook in het dagelijkse leven buiten de paarden om. In mijn moedertaal maak ik ongetwijfeld nog vaak blunders, in andere talen waarschijnlijk dubbel zoveel.
Maar who cares? Want NU is het tijdperk van de talenmengelmoesjes. Het tijdperk van google-translate, van de straattaal van de jeugd, de internettaal van de bloggers en vloggers en de vage taal van de politiek. De tijd van de chique zakelijke taal, de onbegrijpelijke taal van officiële documenten, de technische taal van de nerds en de moderne taal van de tijdsgeest. Het wordt er allemaal niet eenvoudiger op. Maar wél leuker en grappiger! Geil!

bron: eigen foto MvdV (fotograaf: R.Dankloff)