“Mam, wat wil je hebben voor Moederdag?”
Terwijl ik tevreden het slagveld overzie – ontbijt op bed – bedenk ik mij dat deze vraag elk jaar wordt gesteld. Ik ben echter de-vrouw-die-alles-al-heeft. De fase waarin ik goedkope kettinkjes (“Kijk mam, ècht goud”), zoete drogisterij-parfums en kleurige sjaaltjes met een liefhebbende glimlach in ontvangst nam, is allang voorbij. Ik vind dat het tijd is voor het serieuze werk.
Er volgt een peinzend moment, waarin de-vrouw-die-nooit-weet-wat-zij-wil met een dikke botox-negerende frons op haar voorhoofd lang en bedachtzaam nadenkt. Het kroost wacht op de rand van mijn bed met gespannen gezichten en samengeknepen vuisten op de uitslag, vol van ingehouden blijdschap om mama eindelijk te kunnen geven wat zij graag wil, op deze oh zo bijzondere dag.
Dan komt eindelijk het verlossende antwoord van de Moeder: “Nou, een leuk eilandje aan de oostkust van Maleisië, dat lijkt mij wel wat…”

bron: pixabay.com
De blij-gespannen blikken van mijn engeltjes slaan in één keer om in ongeloof en schrik. Kinderhandjes worden paniekerig op de wangen gelegd.
“Maar Mama, daar hebben we toch geen geld voor!?”
Goh, onze kinderen hebben een beter inzicht in financiële zaken dan menig volwassene.
“En jij houdt ook nog steeds btw in op ons zakgeld, wèèèhhh…!”
De Vader kijkt mij hoofdschuddend aan en mompelt: “Je kunt het ook niet laten, hè?”
Ik schokschouder maar eens. Ja, ik ben toch zeker Sinterklaas niet? En door belasting te betalen, leren die koters snel hoe het er straks aan toe gaat, in de grote, boze wereld. Voorbereidend opvoeden heet dat. He-le-maal hip.
Mijn oudste leest blijkbaar de lokale Maleisische kranten en wil graag laten zien hoe goed hij op de hoogte is.
“Maar de regering in Maleisië heeft net de Djie Es Tie [de Maleise btw – red.] afgeschaft. Dat mag dus niet meer, hoor mams.” Hij waagt het zelfs om een beetje dreigend naar mij te kijken. Ik kijk hem verbaasd aan, met name omdat er meer uit zijn mond komt dan het gebruikelijke “Hmpf” of “Nee”.
Toch had hij dit beter niet kunnen zeggen. Hop, twee maanden lang géén zakgeld voor hem, besluit ik heel democratisch. Ook kind nummer 2 doet enthousiast een duit in het zakje: “Als Mama ons nou met terugwerkende kracht die beeteewee teruggeeft… Dan hebben we misschien toch nog genoeg geld voor haar eiland?”
Goed hoor moppie, ook voor jou geen zakgeld voorlopig.
Ik heb weinig trek in het teruggeven van die btw. Die heb ik allang besteed aan een grote partij overheerlijke goud-bubbelende champagne die hier toevallig vorige week bijzonder goedkoop werd aangeboden via Facebook. Het is werkelijk ongelooflijk hoeveel hier in Maleisië van de vrachtwagen afvalt.
Kind nummer 2 probeert het nog een keer. Blijkbaar is zij geïnspireerd door de daden van de voormalig minister-president van Maleisië, Najib Razak en zijn vrouw, die volgende maand berecht zullen worden voor het achteroverdrukken van zóveel geld, dat zij wel 10 eilanden konden kopen. Ze fluistert in mijn oor: “Ik weet waar papa zijn creditcard ligt, dus als we die nou gewoon even ‘lenen’, dan komt het wel goed met jouw eiland.”
Blij dat mijn partij champagne is veiliggesteld en verheugd over het creatieve vernuft van mijn dochter, knuffel ik haar eens goed, neem ik mij voor haar nooit meer met haar bijnaam ‘Spuit 11’ aan te spreken en ken haar weer het volle pond aan zakgeld toe. Vrij van btw.

bron: pixabay.com