
bron: pixabay.com
Gisterochtend, half 10. Ik doe mijn ogen open en staar naar ’t plafond. Há, Moederdag! Niet dat ik ook maar iets geef om die commerciële idioterie van dagen waarop iedereen elkaar maar cadeautjes moet geven. Maar toch, het ís Moederdag, hè!
Ik flikker wat opbakbroodjes in de oven en nestel mij tussen de dekens op de bank met een grote kop zwarte koffie. Geen melk; ik moet immers mijn 18:6-vastengedoetje aanhouden, als ik in dit leven ooit nog slank wil worden. En ach, even me-time op de bank, desnoods met een goed boek erbij, vind ik ook wel fijn, zo op Moederdag.
Om half 11 is mijn pensum aan vastenuren wel bereikt en heb ik berenhonger. Maar het pubervolk ligt nog steeds te pitten. Met dat ontbijt op bed wordt het niks meer, maar dat had ik ook niet verwacht. En daarnaast is ’t maar goed ook, gezien het – op dit moment – gevolgde dieet.
Ik vergeef het ze, neem nog maar een kop koffie en bel mijn eigen lieve mams. “Happy moederdag!” brul ik door de lijn. Mijn cadeautje voor haar heb ik mijn zus meegegeven, dus dat komt ook goed. De kaart is helaas ietwat te laat, maar dat maakt niet uit; dan heeft mijn moedertje later deze week ook nog iets waaruit mijn waardering voor haar spreekt.
Half twaalf. Ik dek toch maar vast de tafel. Zondagse borden, lekkere broodjes, gekookte eieren, beleg, een smoothie én een kaarsje voor mij. Naast mijn bord. Ik steek het ding alvast aan. Bij wijze van hint, en zo.
Om kwart voor twaalf komt zoon (16-en-een-half) naar beneden stommelen.
“Hongerrr!” roept hij.
“Goh, nu al?” brom ik sarcastisch terug.
Een kwartier later staat dochter (13-en-driekwart) ook beneden. In nachthemd, compleet verslapen, vegen van eerdaagse make-up nog in haar gezicht. “Jezus, het is zondag! Moeten we dan zó vroeg ontbijten?”
“Lunchen,” grom ik cynisch.
“Hé, een kaarsje op tafel!” Ze ziet het ineens. “Gezellig! Wat is de aanleiding?”
“Niks. Gewoon. Zondag.”
Hebben ze het dan nu nog steeds niet begrepen? In de voorgaande jaren was het altijd raak; geginnegap de avond ervoor, gerommel in de keuken in alle vroegte. Een ontbijtje met zwarte toast en goedbedoelde slootwater-koffie. Fantastische knutsels, een reep T. Chocolonely, een gekkigheidje. En mijn standaardzin: “Ach lieverds toch, hadden jullie niet moeten doen. Maar ik vind wél het geweldig!!”
Dat ‘hadden jullie niet moeten doen’ van al die voorgaande jaren, dát hebben ze nu eindelijk onthouden. Ze hebben dit jaar, zoals gevraagd (maar nooit zo bedoeld), helemaal niks gedaan. Want ze zijn Moederdag dit keer compleet en oprecht finaal vergeten.
Vertwijfeld roep ik bij het ontbijt: “Krijg ik dan zelfs helemaal geen moederdagknuffel?”
Zoon grinnikt wat ongemakkelijk. Dochter staat op en omarmt me even, met de cliché-woorden “maar je wéét toch dat we van je houden? Dan is het toch elke dag Moederdag? Toch?”
Mèh. In de loop van de dag verdwijnt mijn resterende hoop dat ze misschien tóch nog wat ‘geheims’ gepland hebben als sneeuw voor de afwezige zon. Eerder als sneeuw in de stortregen. Ik heb de godganse dag mijn teleurstelling verborgen weten te houden. Maar ik weet wel: het komende jaar teer ik op het schuldgevoel dat ik hen nu vakkundig aangepraat heb; ze zijn Moederdag vergeten.
Mama is… een beetje beteuterd. Ja.
En dat heb ik hen gezegd ook. Dat ik tóch wel wat teleurgesteld ben. Dat ik dacht dat zij er wel aan zouden denken, bij alles wat ik continu, 24/7 en altijd en eeuwig voor hen doe.
Voor alle kilometers die ik voor hen rijd om ze van hot naar her te brengen en om al hun vergeten schoolspullen achter hun konten aan te slepen.
Voor alle moeite die ik gedaan heb om ze zo groot en mooi en verantwoordelijk en sociaal te krijgen.
Voor alle huiswerk dat ik met ze (en voor hen) maak.
Voor werkelijk álles wat ik met alle moederliefde voor ze doe. En dat is véél.
Zonder mekkeren en zonder ook maar íéts terug te vragen.
Half 10 ’s avonds. Ik pak een wijntje en toast op mezelf. Als geslaagde moeder. En há, ik kijk nu al uit naar Moederdag 2020! Desnoods maak ik ze er een week van tevoren nog even fijnzinnig op attent.
No problem. Want moeders onthoudt alles.

Whatsappje van MIJN moeder. Die ík NIET vergeten heb. En mijn antwoord. (Oh, en ‘doen’ = ‘doet’, foutje in moeders chaoshoofd)