Het zonnetje staat alweer vroeg te stralen. De lucht is hemelsblauw en er hangt een ‘robijntje’-frisheid in de lucht. Het belooft een mooie dag te worden. Zelfs de vogels lijken er vrolijker van te kwetteren. Dit alles brengt mij in vakantiestemming. Ik hijs mijn rugzak iets verder op mijn rug, jump op mijn fiets en cross naar de zaak. Tot zover het vakantiegevoel.
Ik dender in de hoogste versnelling het park door. Wandelaar met hond links.
“Moggûh!”
“Moggûh.”
Vlieg in mijn oog rechts.
Araah-prik-prik-jank-jank.
Hierdoor zie ik het gat in het wegdek te laat en vlieg – nog steeds in de hoogste versnelling – door de kuil. In mijn hoofd zie ik mij al sierlijk van mijn fiets af stuiteren, om vervolgens met mijn tanden de rest van de remweg over het asfalt te schrapen. Gelukkig vind ik nét op tijd mijn evenwicht terug en doe alsof dit allemaal bij mijn dagelijkse ochtendroutine hoort.
“Moggûh,” groet ik de volgende wandelaar met hond.
Als ik op mijn werk aankom zijn mijn benen verzuurd. Serieus, het is hooguit tien minuten fietsen maar het voelt alsof ik zes keer de Alpe d’Huez op gereden ben. Vroegah (toen ik nog geen auto en dus ook geen keus had) croste ik half Nederland door. Nooit ergens last van gehad, op een platte band na. Een paar weken terug besloot ik weer eens wat vaker de fiets te pakken. Ook naar het werk. En de neuroot in mij kan het natuurlijk niet laten om van ieder fietsritje een sprint te maken.
Nu voel ik dus mijn bovenbenen. Om de eerste week nog maar niet te spreken over de zadelpijn. Tot zover mijn topconditie. En tóch vind ik het leuk. Zo leuk zelfs dat ik al stiekem een klein beetje aan het rondkijken ben naar een snellere fiets. En nee, dan bedoel ik geen e-bike, maar een echte, bovenbeen-verzurende-fiets dus.
Tja, een mens moet nu eenmaal wat te willen hebben. In mijn geval: te doen hebben. En oké, toch ook wel iets te willen hebben. Een racefiets, mountainbike of misschien een combinatie van alle twee, een hybride. Zoveel keus dat ik erin moet duiken om te kijken wat bij mij past. De vraag is: wat wil ik er mee? Ik hoef niet met een gangetje van 40 kilometer per uur over de weg te knallen. Maar langere afstanden op een iets hogere snelheid dan nu, dat lijkt mij wel wat. Tochten maken. Het liefst met één of meerdere mensen, die het óók leuk vinden om wat van de omgeving te zien en tegelijk aan de conditie willen werken.
Hoe langer ik hier mee bezig ben hoe meer ik het zie zitten. Misschien eens een praatje maken met de fietsenmaker op de hoek. Toch ben ik een beetje bang dat mijn steeds krakkemikkiger wordende lijf mij in de weg gaat zitten. Met name mijn knieën. Heb ik mij straks helemaal blij gemaakt met een fiets en toebehoren, om er vervolgens achter te komen dat mijn gewrichten het niet aankunnen. Tja, hier kom ik denk ik maar op één manier achter. Voor nu geen haast. Eerst maar eens goed oriënteren. En toch nog maar meer aan mijn conditie werken.

bron: pixabay.com
Ik kan me echt niet heugen wanneer ik laatst op een fiets gezeten heb. Telt zo ding op de sportschool ook? haha Leuk geschreven!
hahaha, zo’n ding op de sportschool telt ook mee hoor.
Dank je wel 🙂
Oehh. Zadelpijn is vreselijk! Goed dat je de fiets pakt. Ik wil dat ook heel graag maar kan helaas echt niet naar werk..
De laatste fiets ik wel steeds meer! Maar zodra het regent, te hard waait of te koud is dan pak ik lekker de auto 😉
Ik fiets op de eerste versnelling omdat het anders niet kan met mijn knie en ja dat over de kop vallen, dat deed ik ooit, toen ik elf was en kon toen mijn tanden van het asfalt af rapen, je snapt wel dat ik dit beeld meteen weer voor me zie als ik dit lees, doe voorzichtig hoor, want zo een kuiltje is verraderlijk!
Ja ik vind fietsen heerlijk, maar omdat ik richting mijn werk over dooie landwegen moet, pak ik toch iedere ochtend de auto. In de wijk pak ik wel vaak de fiets om boodschappen te doen. Al zou ik toch echt wel wat meer willen fietsen!
Ik fiets op zich wel graag, voor korte afstanden en zeker na een avond op café vind ik het heerlijk om door een lege stad naar huis te fietsen! In de zomer/lente haal ik automatisch mijn fiets vaker uit voor kleine afstanden! Voor te winkelen vind ik het te onhandig voor mijn boodschappen.
Ik fiets zelf niet, heb niet eens een fiets. Wat veel mensen heel raar vinden overigens 🙂 Ik loop veel en graag.
Ik vind fietsen best leuk maar ben niet zo moedig op de fiets haha. Ik stap toch liever in een auto waar ik me veiliger in voel.
Ik fiets iedere dag maar niet heel ver. Vind het wel echt heerlijk! Vooral omdat we hier dichtbij de natuur wonen!