In mijn haast om op tijd op mijn werk te komen, ren ik de badkamer binnen. Direct wordt mij de adem ontnomen. Het liefst maak ik rechtsomkeert, maar dat kan niet want: H.A.A.S.T. Bij iedere ademteug plakken mijn longblaasjes verder aan elkaar.
Bad Hair Day
Ik kijk naar de inhoud van de la, die nu op de rand van de wasbak is uitgestald. Daarna kijk ik naar zoonlief. Die heeft zojuist een hele bus haarlak leeggespoten. De helft zit nu op zijn hoofd. De andere helft in mijn longen. Zoon is op zijn zachtst gezegd niet blij. Ik ben namelijk getuige van zijn bad hair day.
Via de spiegel vangt hij mijn blik en maakt direct duidelijk dat ik vooral niet het lef moet hebben om er ook maar íéts van te zeggen. Niet dat ik dit nog kan. Naast mijn longen zijn nu ook mijn stembanden aan elkaar geplakt. Het moet gezegd: sterk spul.
Nog een fles
Met een blauw aangelopen gezicht poets ik mijn tanden. Zoon is nog steeds niet klaar. Ergens vindt hij nog een flesje met iets en sprayt ook dat in zijn haar. Ik maak hem er voorzichtig op attent dat dit voor een Perfecte krul is en hoogstwaarschijnlijk niet gaat helpen om zijn haar te stylen. Geschrokken van zijn eigen onoplettendheid zit er nog maar één ding op. Hij rommelt tussen de overgebleven spullen in de la en vindt wat hij zoekt.
“WAT DOE JE NOU!!?” gil ik met mijn tandenborstel nog in mijn mond. Zoon gaat stoïcijns door met zijn actie. Hij knipt een hele pluk, ietwat scheef, vanaf de haarwortel af. De badkamer wordt met stilte gevuld, terwijl we allebei naar de pluk haar in zijn hand staren.
“Ik. Los. Mijn. Probleem. Op!” is het enige wat hij ten antwoord brult. Ik kan het niet helpen, maar moet hier zo hard om lachen dat ik bijna stik in een combinatie van haarlak en tandpasta.
Throwback Friday
Ik moet opeens denken aan een actie van een paar weken terug. Toen kreeg hij precies een half uur om zijn rommel op te ruimen. Inhoud van het ultimatum: wanneer ik na die 30 minuten nog nutteloze zooi zou zien liggen, zou er een voetbalfoto van hem op Instagram verschijnen uit de periode dat hij nog geen ruk om zijn kapsel gaf. Een “Throwback Friday” of iets in die trant.
Binnen een mum van tijd was al zijn rommel opgeruimd. Hij was zelfs zo ver gegaan dat zijn sporttas was uitgepakt, schoolspullen van de trap gehaald waren en kleding (netjes) gevouwen in de kast lag. Dat ik nooit eerder op dit subtiele chantagemiddel was gekomen.
Het is een fase
Als we alle twee gepoetst en aangekleed beneden staan, zie ik pas wat voor kleding hij aan heeft. Een zwarte en een witte sok. Een trainingsbroek die beter niet meer buitenshuis gedragen zou moeten worden en een shirt dat qua kleur totaal niet past bij de rest.
“Je maakt je druk om je kapsel, maar je kleding interesseert je voor geen meter?” vraag ik hem. Zoonlief kijkt mij met een puberale, laatdunkende blik aan.
“Als het maar lekker zit. Wat maakt het dan uit wat ik aan heb!?” Hij hijst zijn rugzak op zijn rug, geeft mij een kus en springt op zijn fiets. Terwijl ik hem uitzwaai, bedenk ik mij dat we echt heel veel op elkaar lijken. Een allegaartje aan kleding. Maar ach, wie ziet dat nu? Als je haar maar goed zit. En ook die fase gaat voorbij.

bron: pixabay.com