
bron: pixabay.com
Voorafgaand aan de bijeenkomst werd ons, met enige nadruk, verzocht om toch vooral “positief te zijn en een open mindset” te hebben. Jawel! Dit verbazingwekkende verzoek, dat toch echt meer klonk als een eis, intrigeerde mij buitensporig.
Wat zouden ze daarmee bedoelen? Wat maakte dat men kennelijk dacht dat de drom deelnemers, tegen riante betaling, mogelijk voornemens waren om zich “negatief en kortzichtig” op te stellen? Wat voor beeld heb je dan van hen? En van jezelf?
En wáár was men dan precies bang voor? Stellige stellingen? Ontzettende opmerkingen? Mottige meningen? Vileine vragen? Oorverdovende oordelen? Het gooien van eieren en tomaten…? Gedurende de samenkomst werd overigens, al binnen een kwartier, bij herhaling en sereen glimlachend, benadrukt “dat álles er mocht zijn”.
Waarschijnlijk zolang dat álles maar wél in het met prettig pastellig parelmoer geplaveide paadje en ook onder het soft sjofele spirituele schapenwollen sjamanendekentje van de schier verlichte, venijnig violetpaars bebrilde, in wijd wit linnen gehulde middelbare, vermoedelijk aan diverse intoleranties lijdende, organisatrice annex presentatrice met goeroe-aspiraties paste, die gemeend had er goed aan te doen om onder haar gewaagde gewaad, gedecoreerd met een lange, paarszijden sjaal met fraaie franje, een zwarte string met bijpassende BH te dragen en die op haar rechterbil een tatoeage van een vlinder, ongetwijfeld ten teken harer transformatie bleek te hebben, terwijl ze ook veelvuldig vrolijk verkondigde dat “alles liefde” is, dus hoe doorzichtig en zwart-wit wil je het hebben?
Als je gaat googelen op wat het begrip “positief” inhoudt, kom je niet zo veel verder, viel me op. Ook meneer van Dale geeft weinig andere betekenis dan “gunstig of welwillend”. Wonderlijk voor een veel gebruikt begrip. Gaat het dan over het zien dat het glas half vol is? En vooral niet half leeg? Waarom? Iets kan toch alléén maar half vol zijn, als het óók half leeg is? Je kan het ook zien als niet het geheel, maar slechts een deel willen of kunnen zien en daar bijzonder veel waarde aan hechten, bedacht ik.
Zou het niet zoveel in kunnen houden als: niet met de gewenste stroom meegaan? Niet meepraten en meedoen? Jij denkt en doet niet zoals wij dat graag willen en dat vinden wij lastig, dus ben jij negatief? Want dat tegendraadse en buitengaatse ervaren wij als ongewenst en onprettig, voelen we zelfs als een bedreiging, maar dat zeggen we natuurlijk niet, want we vragen ons helemaal niet af wat het met onszelf te maken heeft, of zou kunnen hebben.

bron: pixabay.com
Dat riekt toch zwaar naar overdreven bewieroking van ja-knikkers en meelopers en naar brandstapeling van nee-stemmers en dwarsdenkers.
En nog es wat: is die veronderstelde negativiteit veroordelen dan wél positief? Doe je daarmee niet precies hetzelfde?
Beide kanten lijken mij overigens tot de gewone standaardonderdelen van “menszijn” behoren. Net als een batterij een plus- en een minpool heeft; zonder dat was het geen batterij.
En als het inderdaad zo is dat alles er mag zijn, dan is er ook helemaal niks aan de hand. Kortom: het is altijd zaak om een béétje bij je positieven te blijven.