“Pfff, die vakantiehuisjes zijn tegenwoordig echt onbetaalbaar geworden,” verzucht ik tegen mijn moeder.
“Waarom ga je dan niet, zoals ik ieder jaar, gewoon op vakantie met een caravan?’
“Ach, dat is toch niets voor mij,” lach ik haar voorstel weg. “Al dat gesjouw, alles installeren en aansluiten in mijn eentje.”
“Vorig jaar, toen Cor een tijdje moest revalideren na zijn operatie, ben ik toch ook alleen gegaan?” werpt mijn moeder tegen. Tja, dat is waar. Mijn 76-jarige moeder had zelf haar caravan aangehaakt en is helemaal alleen naar een camping in Spanje gereden. Ieder jaar kampeert ze daar twee maanden lang samen met haar vriend. Vorig jaar was ze er alleen. Alleen! Maar dan wel met Ab en Carla, die gezellig langskwamen. En Wilma kwam ook nog een bakkie doen. Oh, en Piet natuurlijk. Die heeft daar ook een caravan staan en fietste toen minstens drie keer per dag langs haar caravan.
“Maar jij kent daar iedereen! Bovendien maak jij altijd snel contact met anderen,” protesteer ik.
“Ja dat is waar,” beaamt mijn moeder. “Of ze zwaaien zelf even wanneer ze voorbij lopen. Wist je trouwens dat Piet altijd drie vingers naar me opsteekt, wanneer hij langs fietst?”
“Waarom doet hij dat?” vraag ik verwonderd.
“Hij gaat op de fiets naar het toiletgebouw, omdat het te ver lopen is. Hij is ook niet meer de jongste. Dan steekt hij onderweg, wanneer hij langs mijn caravan rijdt, drie vingers omhoog. Dat betekent dat hij thuis wel DRIE wc’s heeft. En in de caravan geen enkele, tot zijn grote frustratie.”
“Waarom gaat hij dan kamperen?” vraag ik verwonderd.
“Zijn vrouw wil nu eenmaal ieder jaar graag kamperen. En ik geef haar geen ongelijk! Het is zo ontzettend gezellig met z’n allen op de camping; iedereen komt er al járen en kent elkaar inmiddels erg goed. Kopje koffie of een wijntje erbij…”
“Piet, die, met het verstrijken der jaren, steeds vaker met een wc-rol langsrijdt…,” vul ik aan.
“Nee, ik geloof toch niet, dat het iets voor mij is,” besluit ik.

bron: eigen foto (YA)
Een paar weken later komt mijn moeder langs. Met een caravan aan haar trekhaak; ze parkeert hem moeiteloos achteruit op mijn oprit.
“Leuk zeg, heb je een nieuwe caravan gekocht?” vraag ik haar, terwijl ik naar buiten loop.
“Ja, mooi he? Van Marktplaats. Hij is trouwens niet voor mij. Hij is voor jou!”
“Voor míj? Ah, nee hè…,” sputter ik tegen.
“Ga nou eerst maar eens binnen kijken. Het is echt een prachtige caravan, precies geschikt voor jou en de kinderen.”
Ik kruip de caravan in. Het is er eigenlijk best wel gezellig.
“Drie losse bedden,” constateer ik.
Ja, één achterin voor jou en aan de voorkant twee voor de kinderen.

bron: eigen foto (YA)
“Geen plek voor een man, dus,“ constateer ik meteen.
“Welnee, waar heb je nou een man voor nodig? Op de camping staan de mannen straks voor je in de rij om je even te helpen, hoor! Zo gaat dat nu eenmaal op een camping!” beweert mijn moeder.
Ik ga op een bed liggen om de matras uit te proberen.
“Het ligt eigenlijk best wel lekker, ma!”
“Zie je wel,” klinkt ze voldaan.
Ik steek drie vingers op.
“Drie bedden heb ik,” schater ik. “Maar nog steeds geen man.”