“Weet je wie ik vandaag tegen kwam?”
Ze houdt een korte pauze. Hij weet dat antwoorden weinig nut heeft. Daar zit ze toch niet op te wachten.
Hij haalt zijn schouders op.
“Nou, die vent die iets met die ene moeder heeft gehad van het schoolplein. Weet je nog?”
Ze wacht net lang genoeg dat hij er een vragend “Eeeeeeuuuuh??” tussen kan proppen.
“Je weet wel, die man die de kinderen al lang niet meer op school had zitten, maar toch nog elke ochtend de buurvrouw en haar kinderen afzette.” Een klein gemeen lachje verschijnt op haar gezicht. Overduidelijk smullend van wat er komen gaat, vervolgt ze haar relaas: “Zij is intussen al lang gescheiden.” Ze ‘tsss’-t er even bij om haar afschuw te laten blijken.
“Weet je nog? Ze waren zo ontzettend uit elkaar gegroeid.”
Ze lacht hardop, terwijl ze met haar vingers aanhalingstekens maakt bij “uit elkaar gegroeid”.
Hij kijkt hoe ze blijft praten, echt luisteren doet hij al lang niet meer. Het kan hem werkelijk geen ene moer schelen wie er scheiden, een nieuw setje vormen, een baan verliezen, of wat ze nu dan ook weer voor een wereldschokkend nieuws te roddelen heeft.
Wanneer is ze hier eigenlijk mee begonnen? vraagt hij zich af. Was het na de komst van de kleine, waardoor haar wereld kleiner werd?
Voorheen hadden ze nog wel gemeenschappelijke interesses. Toen konden ze bijvoorbeeld nog praten over de politiek. Nu wordt dat steevast afgedaan met: “Joh, we kunnen ons er wel druk over maken, maar wat kunnen we er aan doen? Die lui doen toch wat ze willen.”
Zijn mening geven doet hij al jaren niet meer. Hij kijkt wel uit. Of hij weet niet hoe het zit, óf hij maakt zich druk om iets dat al lang geregeld en niet meer te veranderen is. Als hij haar mag geloven.
Soms, héél soms wekt ze de illusie dat ze daadwerkelijk geïnteresseerd is in zijn mening. Meestal als ze iets nieuws nodig denkt te hebben. De vriendelijkheid verdwijnt echter snel als hij zijn idee afwijkt van dat van haar. Dan walst ze dwars over hem heen. Praat recht wat krom is. Of weet het zo te brengen dat haar idee eigenlijk van hem is en zij het roerend met haar ‘slimme man’ eens is.
Als iemand hem zou vragen waarom hij op haar gevallen is, zou hij werkelijk met zijn mond vol tanden staan. Eerlijk gezegd weet hij niet eens zeker of hij uit vrije wil bij haar is gekomen. Of dat zij gewoon vastgesteld heeft dat ze een stel waren en dat hij daar toen als een mak lammetje in mee is gegaan.
De kleine Jaap is er uit voortgekomen. Zijn grote trots, een prachtig kind. Ook al wilde hij een andere naam. De naam die hij destijds in zijn hoofd had, was echt drie keer niks, aldus zijn vrouw. Hij vond toch zeker ook wel dat haar stem in deze doorslaggevend was? Zij had het kind toch in haar buik en moest het er dan ook nog eens uitwerken. Na haar hele pleidooi had ze hem aangekeken en met stomheid geslagen had hij terug gestaard.
“Mooi, fijn dat je het met me eens bent. Jaap dus. Ik denk dat mijn vader er heel blij mee is. Het is wel heel bijzonder dat de eerste kleinzoon zijn naam draagt,” overblufte ze hem. Misschien had hij nog geknikt, dat wist hij niet eens meer.
Wel kan hij zich nog levendig herinneren hoe ze hun zoon aan zijn schoonouders voorstelde: “Jaap, vernoemd naar jou, pa! WIJ vinden de familiegeschiedenis belangrijk, toch schat?” Ze hadden hem allemaal aangekeken en hij had weer geknikt, al lang blij dat ze geen heel erg bizarre naam had bedacht. Met haar wist je het maar nooit.
Haar harde lach haalt hem terug uit zijn gedachten. Terug naar het nu.
“Snap je dat nou? Wie had dat ooit gedacht? Wat een soap! HAHAHAHA! Die zijn zeker óók uit elkaar gegroeid.” Weer die aanhalingstekens in de lucht.
“Nou hè, dat verwacht je toch niet?!” antwoordt hij op goed geluk.
Ze drukt zich poeslief tegen hem aan. “Ons gebeurt dat niet schat, wees daar maar niet bang voor. Zolang wij nog blijven praten, is er niks aan de hand. Toch?”
En wederom wacht ze zijn antwoord niet af: “Ik ben zo blij dat jij er ook zo over denkt, lief!”
Ze kust hem op de wang, loopt van hem weg en vraagt nog net voor ze de kamer verlaat:
“Trouwens, hoe was jouw dag eigenlijk?”