Onlangs deed ik een zeer verontrustende ontdekking; de jaren geleden afgesloten uitvaartverzekering bleek bij lange na niet toereikend voor een eenvoudige, doch ordentelijke begrafenis. Voor het uit te keren bedrag heb je vermoedelijk net een kist, een karig kaartje en koffie zonder cake.
Bevangen door blinde paniek, gaf ik de gezinsleden opdracht per direct hun activiteiten te staken en zich te beperken tot liggen en zitten.
In de tuin was de man, druk en verhit, doende met een hogedrukreiniger. “Onmiddellijk stoppen! Als je nu de pijp uitgaat, kost dat minstens 5000 euro!” krijste ik overstuur. Hij liet het zich gelukkig geen twee keer zeggen en vleide zich terstond voor de televisie op de bank met een tray bier.
De zoon hoefde ik ook al niet aan te sporen; hij liet de volle boodschappentassen blij uit zijn handen vallen en spoedde zich, met een lichte omweg via de koelkast, richting zolder, alwaar hij zich achter zijn computer opstelde.
Bij de dochter was het wat lastiger. Zij eiste wél tekst en uitleg, maar na een paar uur en wat bedreigingen, had ik haar toch ook overtuigd van de ernst van de situatie en de urgentie van deze maatregel.
Voorts zijn we gedurende deze noodtoestand de deur niet uit geweest, totdat de herziene polissen binnen waren en we weer zonder goed opletten konden oversteken. Al met al lagen die na een dag of vier al op de mat.
Onderwijl hebben we zekerheidshalve al Neflixend de dagen doorgebracht. Ook bestelden we drie maal daags een maaltijd via Thuisbezorgd, om eventuele ongevallen met dodelijke afloop zoveel als mogelijk te voorkomen.
En ik maar lachen om mijn ouders, die voor het luttele bedrag van wel 250 gulden(!) waren verzekerd. En ik maar roepen dat we daar met een beetje geluk misschien nét een bloemstuk voor hadden. Maar zij hadden wél een vette spaarrekening en wij niet.
Mijn moeder is daardoor keurig ter aarde besteld en bij mijn vader kan dat ook gebeuren, ware het niet dat hij hier nog geen animo voor heeft. Hij zette zich na haar heengaan op een dieet van koffie en brood, stuurde de krant een opzegging en kocht niets meer, uit angst voor eventuele financiële misstanden, tekorten of, nog erger, schulden.
“Ik mot wel zuinig an doen, want ik mot ook nog onder de grond,” was het mantra dat hij, met de gaten in zijn sokken, oeverloos herhaalde, onbekend als hij was met de aanwezige gelden. “Die cente, dat regelde je moeder allemaal, daar bemoeide ik me nooit mee, dat was haar pakkie an,” sprak hij met een vies gezicht en een wegwuivend gebaar, niet van plan alsnog enige boekhoudkundige kennis te vergaren.
Ook toen ik hem het spaarsaldo liet zien, wilde de boodschap niet indalen. “Pa, van dat geld kan je wel vier keer onder de grond,” trachtte ik hem keer op keer vruchteloos gerust te stellen.
“Ik ben bang van geld! Ik mot er niks van hebbe!” riep hij daarop furieus, alsof ik hem wat vreselijks aan wilde doen.
Het probleem is uiteindelijk opgelost doordat we voor een eenmalig fiks bedrag de uitvaartkosten afkochten. Daarna heb ik hem er nooit meer over gehoord, breidde hij zijn rantsoen weer wat uit en stond hij zichzelf toe om bij herenmodezaak Piet Lap af en toe iets aan te schaffen. Uitsluitend in de uitverkoop, want anders was het alsnog zonde.
“As ik binnenkort bij de ondergrondse gaat, ken ik het toch niet meeneme,” oreerde hij, doelend op zijn kleding, “maar ik wil er in de kist toch wel een beetje knap bij legge!”

bron: pixabay.com