“Praten jullie mannen eigenlijk onderling wel eens over jullie seksleven?” vraag ik aan een goede vriend.
“Oh, jawel hoor, regelmatig.”
“Echt waar? Waar? Waarover? En wanneer dan?” vraag ik bloednieuwsgierig.
“Nou, bijvoorbeeld op je werk, wanneer je maandagochtend bij de koffie automaat staat te wachten.
“Hoe dan?”
“Iets als ‘Nog lekker geneukt, dit weekend?’”
“Echt waar?” vraag ik ongelovig.
“Ja, simpele vraag, met maar drie antwoordmogelijkheden…”
“Drie?”
“Ja of nee. Of: ja, maar niet lekker.”
Gelukkig vraagt hij niet aan mij hoe wij vrouwen ons seksleven met elkaar bespreken. Ik bedoel, wij vrouwen kunnen daar zeer uitvoerig over praten. Wat dat betreft zijn mannen zakelijker en beknopter. Vrouwen praten nu eenmaal graag. En láng. Het liefst over mannen. En soms ook over poezen. Avondenlang. Maandenlang. Jarenlang. Zo kunnen we eindeloos blijven praten over de gruwelijk foute kleur van zijn sokken, die hij tijdens zijn eerste date droeg. Of zijn kapsel, dat op 14 januari 2001 helaas 2 centimeter te kort geknipt was. En we geven graag uitvoerige informatie over de stoeipoes die zomaar op een dag zo schattig en speels om zijn nek hing.
Maar uiteraard praten we onderling óók over spannende dingen. Zo brainstormen we bijvoorbeeld uitgebreid over de diepere betekenis van die ene uitdagende knipoog en de uitnodigende blik die je op 3 mei 2012 om 16 uur van een collega in de lift kreeg, terwijl de lift op datzelfde tijdstip bleef hangen. Of over de grappige moedervlek, die zich ongeveer op 12 cm afstand vanaf zijn stuitje gemeten, in een hoek van 36 graden op zijn linkerbil bevindt. Of over de verontrustend toenemende frequentie én onregelmatigheid van zijn hartslag wanneer je samen tussen de lakens kruipt.
Mannen zijn daarentegen wat korter van stof. Ze zijn er dan ook vaak veel eerder klaar mee. Eigenlijk communiceren ze onderling heel kort en duidelijk. Wat best wel eens handig kan zijn, zeker in een tijd waarin bijna niemand tijd voor elkaar heeft.
“Lekker wijf!”
“Blijvertje?”
“Nee.”
“Jammer. Proost dan maar hè!”
Ik stel voor dat wij vrouwen voortaan ook wat bondiger over onze relaties praten. En over seks.
Want laten we eerlijk zijn, er bestaan wel érg veel verschillende vormen van seks. Wanneer ik google, kom ik zelfs terecht op termen waarvan ik niet eens weet wat ze betekenen. Dus misschien is het handig om te communiceren in de vorm van een soort keuzemenuutje. Dat maakt de communicatie tussen mannen en vrouwen wel zo gemakkelijk en overzichtelijk.
Ik verdiep me op Wikipedia eerst maar eens even in alle mogelijke vormen van seks. En eigenlijk kom ik maar tot één conclusie. Welbeschouwd zijn er slechts twee mogelijkheden. Seks zonder liefde en seks met liefde. De eerste vorm bespreek je bij de koffieautomaat, de tweede vorm bespreek je alleen met je lief en een paar goede vriendinnen.
Ik adviseer trouwens met nadruk geen ellenlange beschouwingen te houden over iets, wat liefde zou kunnen zijn, zou moeten worden of zou kunnen moeten worden. Tenslotte nemen hulpwerkwoorden alleen maar gestaag toe, naarmate je jezelf steeds hulpelozer in een liefdeloze relatie verloren voelt.
Ik bedoel, duidelijkheid is wel zo prettig. Natuurlijk kan liefde groeien, maar soms heb je helaas te maken met fors achterblijvende groei. Dan kan het orgaan in kwestie wel in formaat verdubbelen, maar van andere groei is dan nauwelijks sprake. Denk dan vooral niet: ‘Ach, liefde groeit vanzelf wel, het heeft alleen nog wat tijd nodig.’ Een groeiachterstand in echte liefde is heus niet zo gemakkelijk in te halen, weet ik uit ervaring.
Soms ben je in een relatie niet zeker van de vorm waarmee je te maken hebt. Heb je slechts een orgaan in bruikleen of ben je samen van plan geschiedenis te schrijven? In zo’n geval stel ik voor dat je, als vrouw, nét voordat je tot de daad overgaat, nog snel even snel naar de juiste plek wijst en hem kort vraagt: “Schat, orgaandonor of boekenwurm?”

bron: pixabay.com