Ik zit te wachten op mijn afspraak aan een tafel tegenover de receptie van het verpleeghuis. Een hoogbejaard paar komt dichterbij. Hij zet schuifelend zijn ene voet voor de andere, terwijl hij haar rolstoel duwt.
Een brasseriemedewerker loopt langzaam achter hen aan met twee drankjes. De tafel waar ze naartoe willen, is al bezet door een ander paar. Aan de tafel waar vervolgens hun oog op valt, zit ik. Ik geef aan dat ik wel van plaats kan wisselen en maak plek voor de rolstoel van mevrouw.
De drankjes worden neergezet en het paar schuift aan tafel. Meneer bedankt de brasseriemedewerker en mij uitgebreid. Ze bestuderen de drankjes en meneer praat tegen mevrouw. Ze verstaat er niks van. Hij voelt aan haar oor.
“Waar is je apparaat?”
“Dat is mijn oor. Daar heb ik er twee van.”
“Maar waar is je apparaat?”
“Nee, echt maar twee.”

bron: pixabay.com
Ze voelt demonstratief aan haar oren. Ik moet glimlachen en tegelijkertijd vind ik hen een beetje zielig. Tot mevrouw tegen haar tafelgenoot zegt:
“Kijk nou, die mevrouw. Die zit daar maar alleen.”
Ze knikt naar mij.
“Zielig hè?”
Hij pakt haar hand.
“Misschien komt haar bezoek nog wel, lieverd.”
“Ja…” Ze glimlacht. “Gelukkig hebben wij elkaar.”
Aan de andere tafel zit een paar dat in leeftijd niet heel veel met hen zal schelen. De vrouw van dit paar vertelt haar man dat ze al 64 jaar getrouwd zijn.
“Echt waar? Al 64 jaar?”
“Ja. Lang hè?”
“Nou! En ik denk dat ik ook al zo lang van jou hou.”
Ze lacht. “Dat denk ik ook.”
Het is een oprechte lach, niet verdrietig of weemoedig.
Hij ziet mij zitten en zoekt mijn ogen:
“Zij is al 64 jaar mijn vrouw. Mooi is ze hè?”
Ik lach en bevestig dat hij een prachtige vrouw heeft. Het gevoel van zielig vinden van de twee oudere paren verdwijnt.
Ik hoop van harte dat mij het wonen in een verpleeghuis bespaard zal blijven. Al helemaal met de gedachte aan de huidige ontwikkelingen, waarbij koppels vaak niet samen kunnen blijven en de tekorten aan verzorgend personeel steeds nijpender worden.
Maar tegelijkertijd besef ik ook dat medelijden in dit geval ongepast is. Deze mensen vinden mij, hier in mijn eentje aan deze tafel, misschien zelfs wel zieliger dan ik hen.
Mijn afspraak verschijnt en ik sta op. De eerste mevrouw wijst naar me:
“Kijk, ze is gelukkig niet meer alleen!”
Ik kijk om terwijl ik wegloop en zie hoe meneer een zoen op haar hand drukt. Ze straalt.

bron: pixabay.com
Ontroerend verhaal. Mooi.