Het is één van die ochtenden dat ik besluit lopend naar het werk te gaan. Het is nevelig en hoewel er zon is voorspeld, kan het ook ieder moment met bakken uit de hemel komen. Op hoop van zegen dan maar. Iets vroeger dan anders, zodat ik op mijn gemak kan wandelen. Tenminste, zolang het droog blijft.
Sprookjesachtig
Het park doet wat sprookjesachtig aan. Normaal kom ik op dit tijdstip redelijk wat mensen met hun hond tegen. We beginnen elkaar zelfs al te (her)kennen. Maar vandaag niet. Het heeft wel wat, zo’n alleen-op-de-wereld-gevoel. Al snel zit ik in mijn wandelritme en in mijn eigen bubbel. Ik word niet afgeleid door verkeer. Ik sta op de automatische piloot en mijn gedachten schieten alle kanten op. Straks staar ik weer een hele dag naar mijn beeldscherm en wordt mijn hersenpan gevuld met kantoorgeneuzel, dus laat ik mijn gedachten nu lekker los. Ik noem het ‘wandelmeditatie’.
Het gevoel alleen op de wereld te zijn, is echter van korte duur. Zodra ik het park uit ben, word ik ingehaald door een sliert fietsers. Alsof het dorp leeg stroomt, er komt geen einde aan. Het is gedaan met de rust. Gillend, zingend en kletsend zijn ze op weg naar school. Dezelfde school waar ik meer dan 22 jaar geleden (sjezus, is dat al zó lang geleden?!?) ook naar toe ging. Maar ik zit nog in mijn bubbel. Val niet op. Als ze mij überhaupt al zien, ben ik hooguit een bejaarde ziel op weg naar wat dan ook.
Te “simpeltjes”
Ooit, lang geleden, fietste ik dus ook zo. In een groep, door weer en wind. Terwijl ik het mij herinner als de dag van gisteren. Onze klas bestond uit een gemêleerd gezelschap. We hadden twee Holland’s Next Top Models, een aantal techno-nerds, een zwikje gabbers, een Sjonnie-en-Anita stelletje en een hele hoop doorsneevolk. Toegegeven, het was nooit saai bij ons in de klas.
Ik herinner mij een meisje dat vaak alleen zat. Ze had een klein iel stemmetje. Wit sluik haar en zat altijd te dagdromen. Een soort Luna Leeflang uit Harry Potter. Ik weet ook zeker dat ze alle dingen zag die compleet aan mij voorbij gingen. Ze was een studiebol die aan een half woord genoeg had, terwijl ik na zes bijlessen nog steeds niet begreep waar we het nu over hadden. Een tijdje heb ik geprobeerd vriendschap met haar te sluiten. Maar we zaten totaal niet op dezelfde lijn. Ik kwam waarschijnlijk wat (te) “simpeltjes” over.
Einde mijmering
Als de slang van fietsers eindelijk voorbij gegleden is, daalt de stilte weer neer in mijn bubbel. Ooit zei iemand tegen mij: “Geniet van je schooltijd, want het is de leukste van je leven!” Wat heb ik daar toen hard en vol ongeloof om gegrinnikt. Nu ik er op terugkijk, was het misschien niet de állerleukste tijd, maar wel de meest onbezorgde. De wereld lag aan mijn voeten en ik ervoer een vorm van vrijheid, van onsterfelijkheid. Dat gevoel mis ik nu wel eens.
Terwijl ik mij afvraag hoe ik dat gevoel weer terug zou kunnen krijgen, doemt mijn eindbestemming al op. Zalig, zo’n wandeling. Ik vind het bijna jammer dat ik er al ben. Want, voor nu, is het weer gedaan met mijn mijmeringen in de ochtend. Weg kortstondig gevoel van vrijheid. Terug in het levensstramien.

bron: pixabay.com