Mijn darmen zijn schoon. Het grote gebeuren kan gebeuren. Aangezien ik niet mag rijden na het onderzoek, pak ik de tram. Die is overvol. Ik voel me nogal licht in mijn hoofd (ik heb immers al wéken niet gegeten, voor mijn gevoel, al is het maar sinds een uurtje of 45) en ben bang dat ik omval. Daarom spied ik naar een vrije plek. Bij de volgende halte grijp ik mijn kans en ga snel op een vrijgekomen stoel zitten. Opstappende oude dametjes kijken mij verwijtend aan. Ze kunnen de boom in. Ik heb al twee etmalen niks gegeten en ik ben blij dat ik zit. Met mijn ogen dicht ziet iedereen dat ik niets zie.
Kans op dood
Eenmaal in de praktijk storm ik meteen weer naar de wc. Dan meld ik me bij de balie en moet ik een formulier ondertekenen dat ik mij bewust ben van de risico’s. In uiterst zeldzame gevallen (ik ben dan altijd weer benieuwd wat ‘zeldzaam’ is) kun je eraan overlijden; als de arts een beetje onhandig is met z’n poliepknipschaartje, kan hij je een darmperforatie bezorgen. En dat is meestal dodelijk wegens poep in de buik. Maar goed, het zal. Krabbel eronder en klaar. Dan mag ik plaats nemen in de wachtkamer, waar al een wat oudere man en een middelbare vrouw zitten. Samen vormen wij de volgende af te werken batch voor meneer de endoscopist.
De vorige ploeg patiënten is net klaar: één man zit nog in de kamer waar je even bij mag komen (de bijkomkamer dus), een andere man staat bij de balie. Ze leven nog. De arts komt naar buiten en babbelt over hun diagnose. Gewoon daar, ter plekke, waar iedereen gezellig mee kan luisteren. Bij de een heeft hij blijkbaar een biopt genomen, dat moet ingezonden worden. Bij de ander heeft hij twee – volgens hem goedaardige – poliepen verwijderd. “Dat is dan wel 150 euro extra, meneer.” De man betaalt zonder morren ook voor zijn poliepenverwijdering. Langzaam val ik in slaap. Ik ben nu al zó moe en leeg dat ik mijn ogen niet meer open kan houden. Ik heb dat hele spuitje straks niet nodig.
Lopende bandwerk
“MEVROUW BARTELS!” Ik schrik wakker. Ben ik al klaar? Oh nee. Ik ben aan de beurt. Nu wordt het pas spannend. Ik zit ‘m toch behoorlijk te knijpen, helemaal na het horen van de resultaten van mijn lotgenoten in de praktijk. Wat gaat hij zo meteen bij mij vinden?
Het lijkt lopende bandwerk in de praktijk: één erin, koekeloeren, naar de uitslaapkamer begeleiden, de voorgaande patiënt in de wandelgangen de diagnose mededelen, en hop, de volgende oproepen. Ik loop achter de arts aan en focus op zijn blauwe chirurgenoutfit.
Perfect gekleed
“Ah, u bent perfect gekleed voor de ingreep, zie ik,” mompelt hij. De instructies waren duidelijk: geen moeilijke dingen aan, enkel losse, soepele kleding. Ik moet mijn onderkant ‘vrijmaken’, shirt en vestje mag ik aanhouden. “Op de tafel gaan liggen, graag.” Op de rug, knieën gehoekt. Huh? De vorige keer moest ik toch echt op mijn zij gaan liggen… Hoe krijgen ze die slang er in hemelsnaam van onderen in?
“En? Heeft u kinderen?” vraagt de dokter en passant. Alsof hem dat ook maar ene biet interesseert, denk ik, innerlijk grinnikend. Vast een van zijn standaard vragen om de patiënt af te leiden.
“Ja, twee,” antwoord ik braaf. Op dat moment jaapt hij de infuusnaald erin. Ik wíst het!
“Ah? Hoe oud?”
“14 en 17”
“Ocherm, mijn oprechte medeleven,” en hop, de vloeistof van het roesje zit al in het infuus.
“Droomt u maar wat leuks. Van een mooi strand met palmen of zo.”
“Hoe…” …origineel, wil ik nog zeggen. Het lukt me al niet meer.
Eten, eten, eten!
Ik word wakker van het feit dat het laatste gedeelte van de endoscoop uit mijn achterste floept. Wat een raar gevoel. Ik ben toch niet zo van het anale, merk ik eens te meer. En wat een exacte timing; de narcose (het roesje) was exact voldoende voor de duur van het onderzoek, geen seconde langer. Voor mijn gevoel heeft het nog geen minuut geduurd, maar de klok geeft echt aan dat er dik twintig minuten verstreken zijn.
Mijn eerste gedachte: YES, ETEN!! Maar ik mag nog niet opstaan. De assistente kleedt me aan. Onderbroek, losse legging, sokken. Dan eerst maar eens rechtop zitten. Whoei! Duizelig.
Testbeeld
Ze begeleidt me naar de uitrust- c.q. uitslaapkamer met luie stoelen. Ik plof neer. Tegenover hangt een rij vierkante schilderijen die me aan een testbeeld doen denken. Ze wiebelen een beetje. Ik doe nog maar even de ogen dicht.
Langzaamaan wordt alles weer helderder. Hoe anders dan mijn vorige ervaringen. Dat was minstens een hele ochtend of middag in een ‘echte’ kliniek, met een ‘echte’ uitslaapkamer met bedden. Ik was toen dik twee uur compleet onder zeil. Vergeleken daarmee is dit een vluggertje: Om 14 uur had ik mijn afspraak en om 14:40 zit ik alweer in de bijkomkamer te whatsappen dat alles in orde is. Niet eens één poliepje!
Jeugdige darmen
Inmiddels is de meneer van mijn patiënten-batch ook in de bijkomkamer aanbeland. De dokter is nu blijkbaar ook klaar met de mevrouw en hij komt naar me toe gewandeld. “Ik ben zowat jaloers op uw jeugdige darmen, mevrouw!” grinnikt hij. “Niks mis mee!” Waar mijn klachten dan wel aan liggen? “Geen idee. Misschien heeft u af en toe inwendige aambeien? Die zag ik nu ook niet echt, maar dat kan. De helft van de mensheid heeft ze. En verder mogelijk een spastische darm.” Ja, dat kan inderdaad. Ik heb al heel lang – als in jaren – last van mijn darmen. En dat alles dan in combinatie met de overgang, denk ik er meteen achteraan. Maar dat weet de dokter natuurlijk niet.
Ik reken af. Gewoon ter plekke pinnen. Alsof je een colaatje koopt. Eén keer darmen doorlichten, graag. Oké, da’s dan 300 euro’s! Ik krijg de brief met het diagnosebericht en de factuur in een envelop mee, voor eigen amusement.
Vullen maar!
Om iets na drieën sta ik alweer buiten. Met een beetje een raar gevoel in mijn achterste, maar verder ongelooflijk opgelucht. En een buik vol lucht, dat ook. Ik trek het meegebrachte flesje kersensap en het broodje kaas uit mijn tas en wandel naar de tramhalte. Wat een heerlijkheid. Een broodje kaas kan zó gruwelijk lekker zijn als je twee dagen niks gegeten hebt.
Nog wat dizzy in ’t hoofd stap ik in. Dit keer is de tram bijna leeg. Net als ik. Maar ik ben vast in no time weer vol. Net als de tram.
Fijn dat alles goed is al is het lastig een vriendin van mij heeft ook al jaren darmproblemen en bij haar kunnen ze ook geen oorzaak vinden. Onderzoek is in mijn ziekenhuis toch iets luxer Je krijgt een bed en wordt met het bed naar de behandelkamer gebracht later terug en dan een uur in bed blijven waarin je boterhammen en drinken geserveerd krijgt
Ja, ik was ook heel opgelucht. De oorzaak ligt bij mij waarschijnlijk elders (vermoedelijk lever) i.c.m. die spastische darm (en de overgang, gheh). En luxe was dit zeker niet… Voor dat geld hadden ze mij ook wel een boterhammetje kunnen geven inderdaad!!