
bron: pixabay.com
“Mam, pas op!”
We rijden onze straat in, maar we moeten onverwacht uitwijken voor een metershoog opgeblazen luchtkasteel. Het springkussen, dat midden op onze weghelft staat, blokkeert het verkeer.
“Misschien organiseert de gemeente een of andere feestdag voor de hele buurt?”
Wanneer we op onze oprit geparkeerd staan, zie ik een jonge vader zijn zoon aanmoedigen om in het kasteel te springen. Het ventje is net twee jaar oud, schat ik.
Ik loop naar hen toe.
“Is er een of ander feest?”
“Ja, mijn zoon is vandaag jarig!” De jonge vader wijst naar een van vele posters die op alle lantarenpalen zijn geplakt. Op de poster staat een grote 2, daaronder prijkt een foto van het lachende ventje.
“Gefeliciteerd! Jee zeg, jij pakt het wel groots aan!”
“Ik heb geen tuin, dus dan maar gewoon een verjaardagspartijtje op straat!”
De vader knikt naar het piepkleine flatje aan de overkant.
“Hier, houd hem even vast, dan kan ik de rest buiten zetten.”
De vader, wiens torso tot dezelfde proporties is opgepompt als het luchtkasteel, duwt zijn zoon in mijn armen.
Het guitige ventje slaat meteen zijn armpjes om mijn nek.
Niet veel later zie ik zijn vader uit het krappe flatje een verbazingwekkende hoeveelheid klapstoeltjes, klaptafels, statafels, barkrukken en een complete loungebank naar buiten sjouwen, die hij in een gezellige kring rondom het luchtkasteel midden op de rijbaan neerzet.
“Staat het niet een beetje in de weg?” informeer ik nonchalant.
“Ach welnee, het is toch een woonerf, daar rijdt niemand!”
Inmiddels heeft hij een muziekinstallatie erbij gesleept, die qua volume geschikt is voor een compleet popfestival. Al snel tettert “Als sterren aan de hemel staan” van Frans Bauer op volle sterkte door onze straat.
“Zo, nu hoef ik straks alleen nog maar de straat te versieren.”
“Leuk hoor, een verjaardagsfeest! Heb je nog meer kinderen?”
“Nog een oudere zoon. Maar hij woont bij mijn ex. Daardoor kan ik hem niet meer iedere dag zien.”
Zijn opgewekte stem klinkt ineens heel somber. Zijn armen, die hij alvast heeft versierd met vrolijke tatoeages en de naam van zijn zoon, hangen verslagen naast zijn lichaam.
Frans Bauer begrijpt meteen al zijn verdriet.
“Nee, ik kan jou niet missen,” timet Frans zijn songtekst precies op het juiste moment, “geen minuut van de dag.”
“Ik woon nu samen met mijn vriendin,” vervolgt hij zijn verhaal. “Twee jaar geleden hebben we die kleine gekregen. Maar ik blijf mijn andere zoon missen, daar doe je niets aan.”
Ik weet even niets te zeggen. Gelukkig Frans neemt het weer van me over.
“Als sterren aan de hemel staan
zijn woorden niet eens zo koel
Dan telt alleen gevoel…”
“Die kleine is wel een schatje, hoor!” probeer ik hem op te beuren. Ik duw zijn zoontje in zijn armen.
“Ja, hè? En het zal deze jongen,” vastberaden houdt hij het schaterende ventje hoog in de lucht, “aan werkelijk níéts ontbreken! Daar zal ik persoonlijk voor zorgen! De hele wereld is van hem!”
De vader maakt een weids gebaar om zich heen.

bron: pixabay.com
Ik kijk rond. Onze straat is inmiddels omgetoverd tot een unieke locatie waar een historische gebeurtenis zal gaan plaatsvinden. Het belooft werkelijk een onvergetelijke dag te worden.
“Je bent een top vader, hoor! Hij heeft geen cadeau meer nodig met zo’n vader!”
De bijna-buurman grijnst.
“Hij heeft gisteren al een elektrische quad gekregen, waarmee hij door de hele straat kan scheuren.”
“Wees maar voorzichtig, die dingen kunnen best hard!” roep ik, bedenkelijk kijkend.
“Hij mag de straat nog niet uit, hoor. Hij is pas twee.”
Ik knik.
Op tweejarige leeftijd is de wereld van de dreumes waarschijnlijk niet veel groter, dan de straat waarin hij woont. Maar dankzij zijn vader, is vandaag de hele wereld alleen van hem.