Scène 1: Krantenkoppen
De voordeur kraakt. Ik maak een mentale aantekening: smeerolie kopen. Die gedachte verdwijnt bijna nog sneller dan dat ie opkomt. Lekker belangrijk. De krant knispert wanneer mijn lief die van de deurmat opraapt. Vertrouwde geluiden.
Terwijl mijn vingers met de zwarte toetsen van mijn laptop spelen, komt hij de studeerkamer binnen, al druk bezig met het scannen van de krantenkoppen. De hakken van zijn schoenen weerklinken hard op de koude tegelvloer.

bron: pixabay
“Hi, honey. Leuke dag gehad?”, terwijl hij verder leest. Ik kijk op van mijn scherm.
“Ja, prima. Jij ook?”
“Ja hoor.” Einde conversatie.
De kilte van de stilte is bijna onaangenaam.
Hij heeft nog steeds zijn jas aan en lijkt op te gaan in een artikel. Dan kijkt hij op. “Eerst een wijntje, voordat we gaan eten?”
Wat krijgen we nou? Dit is nieuw. Geheel tegen zijn dagelijkse routine in.
“Eh, ja lekker, ik kom eraan,” zeg ik, terwijl ik langzaam mijn laptop dicht doe. Behoedzaam bijna. Ik schuif mijn stoel naar achteren. Piepend glijdt die over het nephouten linoleum.
Scène 2: De wijn
“Rood of wit?” Zonder op mijn antwoord te wachten, trekt hij een fles witte wijn uit de koelkast, pakt twee glazen en gaat aan tafel zitten, waar hij al een bakje knabbelnoten heeft neergezet. De wijn kabbelt gezellig de glazen in.
“Proost…” Waarop weet ik niet, dus de rest van de zin blijft tussen ons in hangen en verdwijnt in de beneveling van de wijn.
“Hè lekker, even rust, zo voor het avondeten. Ben je naar de kapper geweest trouwens? Leuk, je haar.” Zijn intense, bruine ogen kijken mij onderzoekend aan, alsof hij mij voor het eerst weer eens écht ziet. Ik heb geen aandacht aan mijn uiterlijk besteed de laatste paar maanden, laat staan dat ik in de stoel van de kapper heb gezeten. Maar ik hoor het compliment graag aan en mompel iets over nieuwe shampoo.
Terwijl ik gedachteloos mijn hand uitsteek naar het bakje met noten, raakt zijn hand heel kort de mijne. Ik kijk hem aan. Dan aait hij even over mijn wang. Ik zie een twinkel in zijn ogen, die zwoele beloften in mijn oren lijken te fluisteren.
Scène 3: Kloppend hart

bron: pixabay.com
“Zeg, zullen we…?” Het komt er zowaar aarzelend uit. Alsof ik bang ben voor een afwijzing. Waarom weet ik niet. Het is toch altijd fijn met z’n tweeën? Zo vertrouwd. We zijn een goed team samen. Helemaal op elkaar ingespeeld, zonder al te veel poespas. Hij heeft geen enkele reden om mijn voorstel af te wijzen.
Zijn ogen worden groter en zijn hand glijdt over mijn bovenbeen. “Oh ja… lekker… Het is al veel te lang geleden!”
Mijn hart begint sneller te kloppen. Mijn fantasie levert al levendige beelden. Mijn ademhaling gaat ongezien, maar duidelijk voelbaar voor mijzelf, een klein beetje sneller.
Zwijgend halen we de wijn en de lege glazen van tafel.
“Ik ga even naar boven schatje, ben zo terug,” zeg ik, al half opgewonden.
“Is goed, tijgertje, ik blijf hier. Niet te lang wegblijven, hè,” knipoogt hij.
Tijgertje?! Zo heeft hij mij al heel lang niet genoemd. Rap ren ik de trap op.
Scène 4: Vlezig

bron: pixabay.com
“Joh, schil jij zo even de aardappelen? Dan doe ik de groenten!”, roept hij ineens, voor mij totaal onverwacht. Ik blijf stokstijf op de trap staan en staar naar de rug van mijn bezige bink in de keuken. Hij schijnt druk in de weer te zijn met potten, pannen en een berg veggies. Aubergines, zo naast hem op de snijplank te zien.
Hij ziet er propperig uit in zijn rode keukenschort, die hij ooit van mij kreeg voor zijn verjaardag. Het ding spant zich als een sexy korset om zijn vlezige postuur. ‘Kiss the Cook’, staat er in grote zwarte letters op de voorkant. De linten aan de achterkant kunnen nog maar nét dicht. Niet alleen ik ben in de loop der jaren een paar maten gegroeid…
Ik sta nog steeds halverwege de trap en observeer verbijsterd zijn kookbewegingen. Mijn jarretels zitten plots niet meer zo lekker. Snel veeg ik de hoerige, rode lipstick van mijn mond. In mijn rechterhand bungelt een setje handboeien.

bron: pixabay.com