Ik loop ’s avonds laat nog even mijn gebruikelijke rondje met de hond. Een straat verderop woont een alleenstaande, hoogbejaarde man, die altijd op dezelfde stoel voor het raam zit. Overdag kijkt hij naar buiten, ’s avonds kijkt hij televisie. Als een kamerplant die weinig verzorging krijgt, draait zijn gezicht gedurende de dag gretig naar het licht toe.
Volle glorie
Er hangt een verschoten rolgordijn voor het raam, dat steeds maar voor de helft is dichtgetrokken. Er liggen een paar oude fietsen in zijn verwaarloosde voortuin. Zoals gewoonlijk werp ik een blik naar binnen, terwijl ik voorbij wandel. De man merkt mij nooit op. Overdag niet. En ’s avonds ook niet.
Maar deze keer is hij net uit zijn stoel opgestaan, op het moment dat ik langs loop. Enkel zijn hoofd is verdwenen achter het bovenste gedeelte van het rolgordijn en ik heb tot mijn verbazing een glorieus uitzicht op zijn blanke blote billen. Hij is van boven keurig aangekleed, maar vreemd genoeg ontbreekt een broek of ondergoed.
Scenario’s
Meteen spelen razendsnel alle mogelijke scenario’s door mijn hoofd. Waarschijnlijk is zijn luier kleddernat, omdat de thuiszorg hem telkens te laat verschoont? Waarop hij het verzadigde incontinentie materiaal maar alvast zelf heeft uitgetrokken? En loopt hij nu ontredderd rond, op zoek naar iemand, die hem even kan helpen met zijn persoonlijke verzorging?
Of nog erger… Wie weet lijdt die man aan dementie, waardoor hij volledig verward is geraakt en hij dringend hulp nodig heeft? Misschien is hij wel verdwaald geraakt in het doolhof van zijn eigen verwilderde tuin, die verwaarloosd is omdat hij niet meer in staat is de tuin behoorlijk te onderhouden. Waar het onkruid zo welig tiert, dat de paden steeds veranderen, waardoor het lijkt alsof het er altijd spookt… Waar je geheimzinnige voorwerpen en schatten tussen de struiken kunt vinden, omdat hij tussen de woekerende planten de vuilcontainer niet meer kan vinden.
Pielemuizen vangen
Ik besluit door te lopen en op de terugweg nog even naar binnen te gluren om te kijken of wel het goed met hem gaat. Wanneer ik echter na een kwartiertje weer langsloop, is er niemand in de kamer te zien. Bezorgd gluur ik nog eens naar binnen, maar ineens zie ik de man in de deuropening staan. Hij draagt een overhemd, sokken en schoenen. Zijn broek ontbreekt nog steeds. Voor het eerst kijkt hij me aan. Zijn blik is uitdagend. Ik sla snel mijn ogen neer, waardoor mijn uitzicht helaas niet verbetert.
Verschrikt schiet me nog een andere mogelijkheid te binnen. Misschien verveelt hij zich suf omdat hij nooit bezoek krijgt? En verdrijft hij daarom de avonden met televisie kijken of kaartspelen, maar is hij nu, na al die jaren Patience, uitgekeken geraakt op solitaire kaartspelletjes, waardoor hij het leuke behendigheidsspel “Vang de pielemuis!” maar een keertje uit wil proberen, een gezelschapsspel met eindeloos veel spelplezier voor ouderen tot minstens 88 jaar?
Passieve thuiszorg
Snel loop ik door, voordat hij mij uit kan nodigen om samen het spel te spelen, waarbij hij mij zoveel mogelijk muizen zal laten winnen. Wanneer ik weer thuis ben, weet ik nog steeds niet, wat er nu werkelijk met hem aan de hand is. Ik besluit om het beleid van de moderne, gedecentraliseerde thuiszorg te volgen. Morgenvroeg loop ik gewoon nog een keertje langs om te checken of hij weer veilig aangekleed voor het raam zit.

bron: pixabay.com