
bron: pixabay.com
1 Januari is als de eerste bladzijde van een nieuw boek. Schoon, vers, vol beloftes en hoop. De verwachtingen zijn hoog. Alsof met de overgang van 31 december naar het nieuwe jaar alle verdriet en onzekerheid in een klap weggevaagd wordt. Maar natuurlijk is dat niet het geval. We zitten niet in een spelletje Monopoly. We kunnen niet terug naar start en opnieuw beginnen. Het leven gaat gewoon door op 1 januari.
En dat is best kut. Want voor mijn gevoel zitten we in een trein die met 200 kilometer per uur af raast op een afgrond. Ik probeer echt om de positieve kant van het leven te zien. Sterker nog: ik geniet zelfs met volle teugen. Maar ik krijg de indruk dat ik omringd ben door mensen waar een aantal steekjes los zitten. En als ze niet lichtelijk van het padje zijn, zijn ze boos. En verdorie, ik ben ook boos!
Ik merkte het deze week. Ik was met mijn vader naar het ziekenhuis geweest en reed de oprit op naar het appartementencomplex waar hij woont. Toegegeven, dat mag niet. Ik had een oprit eerder moeten nemen, maar dat is maar liefst 30 seconden omrijden. Dus ik nam de short cut. Foei. En terwijl we richting de gehandicaptenparkeerplaats reden, ving ik de blik op van een zichtbaar geïrriteerde vrouw. Logisch, dat zou ik ook zijn. In mijn achteruitrijspiegel zag ik haar opgewonden praten tegen voorbijgangers.
Oh damn, now the shit hits the fan, dacht ik, die is kwaad. Ik stapte uit en ze riep: “U reed tegen het verkeer in! U mág daar helemaal niet rijden!” Ik besloot het boetekleed aan te trekken. “Ik weet het mevrouw, bedankt”. Mevrouw ontstak in woede. “Nog een grote mond ook!?” Dat antwoord had ik niet verwacht en dus ging dus bij mij ook iets fout in mijn hoofd. Grote mond, grote mond, ik zal je eens een grote mond geven, hysterische trut! Ik schakelde naar standje achterbuurt en liet haar op luide toon weten wat ik vond van haar belachelijke beschuldiging. Ze pruttelde nog wat na en stapte toen, nog steeds hevig verontwaardigd, in haar auto, mij achterlatend met een naar gevoel.
Eerlijk gezegd begrijp ik het wel. Want ook zij wordt waarschijnlijk dagelijks overspoeld met nieuws waar ze niets mee kan. Wat doe je bijvoorbeeld met het nieuws dat een begrafenisstoet bekogeld is door pubers met vuurwerk? Hoe verwerk je dat? Ook zij zal denken dat de mensen om haar heen totaal aan het doordraaien zijn. En daar ben ik. Ik doe iets wat niet mag en daar is de kans om haar woede te uiten. Ik snap het. Schiet je er iets mee op? Nee. Maar die frustratie is ze even kwijt.
Het is nu 5 januari en er is niets veranderd. Die trein dendert vrolijk door. De dominosteentjes blijven vallen. Iedereen wil graag zijn hand uitsteken en een steentje uit de rij halen, zodat de waanzin stopt. Maar niemand lijkt bij machte dat te doen. In ieder geval niet zonder weer tig andere steentjes om te gooien. Ik wil niet te somber zijn, want ik zie ook heel veel mooie dingen die bewijzen dat mensen helemaal niet zo slecht zijn. Misschien moet ik me daar maar aan vast houden.

bron: pixabay.com