Gisteren kwam hij hier eten. En at als een bootwerker.
Vannacht sliep hij hier. Onder mijn dak. Bij haar in haar meisjesbed.
En ik lag acht meter verderop, met twee muren ertussen, denkende: daar ligt mijn kleine pubermeiske, met een jongen in haar bed. Alles ging goed. Natúúrlijk ging alles goed. En het bleef rustig. Ze zouden niet anders durven.
Het was wat awkward, maar toch ook heel oké.
Het is een lieve jongen. Heel beleefd en zorgzaam.
Na de middag ging hij weer weg.
“Dag mevrouw, dank u wel voor alles.”
Hij gaf me een hand.
En het was goed zo.
—
En nu is het avond. Ik zit beneden. Kijk ‘This is Us’. Family feel-good to the max.
De kinderen liggen boven heftig te loungen in hun onlangs gerestylede chill-kamers.
Een moment later komt dochter even beneden om wat te drinken te halen. Ook voor mijzelf geheel onverwacht, vraag ik haar: “Alles goed gegaan vannacht, lieffie?” En kan mezelf meteen voor mijn kop slaan. Foute vraag, foute vraag! Heel foute vraag.
Maar ze kijkt me enkel even verbaasd aan en grijnst.
“Ik ben niet zwanger hoor, maak je maar geen zorgen!”
Ik sta op en omarm haar. Mijn grote, bijna volwassen meid. Mijn baby. Ze drukt zich tegen me aan.
“Je wordt al zo groot,” verzucht ik. “Niet langer mijn kleine meiske. Niet meer mijn baby.”
“Mam, dat is zoals het hoort,” zegt ze grinnikend.
Er drupt wat uit mijn ogen. Ze bestudeert mijn gezicht.
“Huil je nu?”
“Nee hoor. Vliegje.”
Maar ze laat zich niet meer door mij foppen.
“Och mam toch! Huilen hoeft niet, hoor! Ik zal altijd jouw baby blijven. Ook als ik bijna vijftig ben. Net zoals jij altijd oma’s kleine meisje blijft. Want dát is óók zoals het hoort.”

bron: pixabay.com
Wat ontzettend mooi en ontroerend geschreven, zo herkenbaar