’s Avonds laat wordt er geklopt. Verbaasd doe ik open, doorgaans komt hier eigenlijk zelden iemand zomaar langs.
“Mag ik even binnen komen? Ik wilde je iets vragen.”
Een buurvrouw die aan de overkant woont en met wie ik het al jaren bijzonder goed kan vinden, staat in mijn deuropening.
“Natuurlijk, kom binnen!”
Cadeautje!

bron: pixabay.com
Nieuwsgierig kijk ik naar de blocnote en de pen, die ze heeft meegenomen.
Het ziet er ineens erg officieel uit.
“Ga maar zitten, hoor! Maak ik een bakkie koffie.”
Het voelt toch wat ongemakkelijk, zo’n keukentafelgesprek. Vooral omdat ik geen flauw idee heb, waar het gesprek over zal gaan. Zou de hond te hard hebben geblaft? Of hebben de kinderen keihard muziek gedraaid? Misschien ergert ze zich aan mijn caravan op de oprit?
De buurvrouw legt het opschrijfboekje en de pen zorgvuldig naast elkaar op tafel. Ze kijkt me met een serieuze blik aan.
“Mijn man en ik wilden je een soort van cadeautje geven.”
‘Soort van’. Dat klinkt spannend. Een cadeautje, maar enkel een soort van?
“Goh, dat is aardig, zeg! Waarom eigenlijk?” vraag ik daarom maar.
“Nou, omdat we je een fantastisch mens vinden. Hoe jij als alleenstaande moeder in het leven staat en alles weet te rooien, dat vinden wij echt bewonderenswaardig.”
Aandelen?!?
Ik word er een beetje stil en vooral behoorlijk verlegen van. Ik staar naar haar blocnote. Vast bedoeld om een verlanglijstje te maken. Nu houd ik niet zo van complimenten in ontvangst nemen, maar iedere vrouw wordt natuurlijk wel heel blij van cadeautjes. Maakt niet uit welke soort. Dus ik steek maar meteen enthousiast van wal.
“Ik ben dol op chocoladekoekjes. En met tuinplanten kun je me pas écht heel gelukkig maken… Je weet toch wel dat ik dol ben op tuinieren?”
“Wij hadden eigenlijk een heel ander idee. We willen je een klein gedeelte van onze aandelen schenken.”
“Aandelen?” Ongelovig kijk ik haar aan. Heb ik haar wel goed verstaan?
“Ja, we willen je een paar van onze aandelen schenken,” herhaalt ze nog maar een keer voor de duidelijkheid.
Teleurgesteld blijf ik haar aankijken. Stiekem had ik had me al verheugd op lavendelplantjes, een zak tulpenbollen of misschien zelfs wel een klein fruitboompje.
Daar snap ik niets van
“Oh, nou, ik houd eigenlijk niet zo van aandelen…,” probeer ik voorzichtig haar niet te kwetsen. “Ik snap daar namelijk helemaal niets van. Dus wat moet ik ermee? Aandelen zijn voor mij net woekerende klimplanten. Wanneer ze eindelijk groeien, woekeren ze over je schutting heen en worden ze door anderen weggesnoeid. Beslist niet mijn favoriete soort,” ratel ik door. “Ik heb toch echt veel liever een fruitboom, zo’n hele grote, als ik toch onbescheiden mag zijn. Maar tulpenbollen zijn natuurlijk ook best leuk.”
“Het beheren van aandelen is heus niet zo moeilijk, hoor,” lacht mijn buurvrouw. “Bovendien garanderen deze aandelen maandelijks een passief inkomen.”
“Oh, zie je wel. Dat past echt niet bij mij. Ik ben helemaal niet passief, juist erg actief zelfs, al zeg ik het zelf. Dol op tuinieren, zei ik al. Wat voor aandelen zijn het eigenlijk?”
“Het gaat om een softwarebedrijf.”
“Ik weet helemaal niks van software. Software veroorzaakt bij mij alleen maar een hoop irritatie en stress. Tuinieren daarentegen is véél ontspannender. Daarbij weet ik wat het me oplevert en dan weet ik achteraf gezien tenminste zeker dat ik nergens zomaar ingetuind ben.”
Lieveheersbeestje
“Mijn man en ik willen de aandelen met alle liefde voor jou beheren, hoor! Dan hoef je dus helemaal niets te doen. Over een paar jaar ontvang je dan vanzelf geld op je rekening. Wie een licentie koopt op een stukje software, krijgt dan over een tijdje uitzicht op een bescheiden passief basisinkomen. Geen kapitaal, maar wel een leuke aanvulling op je eigen inkomen.”
“Wat bijzonder lief dat jullie daarbij meteen aan mij denken.”
“Ja, hè?”
“Ja, ik voel me best wel vereerd. Jullie zijn net lieveheersbeestjes.”
“Lieveheersbeestjes?”
“Ja, een lieveheersbeestje. Boodschappers van geluk en liefde. Al jarenlang geef ik water, verzorging en voeding en zo ontstaan de prachtigste bloemen. Maar ook onkruid en hardnekkig woekerende klimplanten. Zo af en toe zie ik lieveheersbeestjes. En soms zie ik ongedierte weg kruipen.”
Liever korenbloemen
Ik trek er even een vies gezicht bij en vervolg mijn verhaal.
“Ik weet zeker dat jij zo’n lieveheersbeestje bent. Maar ik ken de mensen van dat softwarebedrijf niet. Misschien bestaat dat softwarebedrijf wel uit woekerende klimplanten, waartussen flink wat ongedierte zit verstopt?”
“Dus je wilt geen aandelen?”
“Nee hoor. Maar ik vind het wél bijzonder dat je zomaar aan mij dacht. Dat vind ik veel waardevoller dan een paar aandelen.”
De buurvrouw staat op en slaat ontroerd heel even haar armen om me heen.
“Een fruitboom, zei je?”
“Doe toch maar korenbloemen. Daar schijnen lieveheersbeestjes op af te komen.”