
Bron: pixabay.com
Dat kleine propje vrouw… hoe kan dat gebeurd zijn? Hij kan zichzelf wel voor het hoofd slaan. Maar hij wordt allang gestraft door een behoorlijke kater. De buurtborrel… Hij had er al geen zin in. Volgens zijn vrouw zou hij spijt krijgen als hij niet zou gaan. Normaal gesproken is hij de eerste om zijn lief erop te wijzen dat ze het bij het verkeerde eind heeft.
Hij draait zijn hoofd om te kijken hoe ze slaapt. Een golf van misselijkheid overvalt hem en hij springt zo snel als hij kan het bed uit. Net op tijd is hij bij de wc om daar “achteruit te eten”, zoals de buurman het gisteravond lachend noemde.
Voorzichtig recht hij zijn rug, de wereld draait nog. Helaas draait zijn maag precies de andere kant op. Hij blijft boven de toiletpot hangen, totdat er niks anders meer uitkomt dan wittig schuim, vermengd met slijmerige, gele galslierten.

Bron: pixabay.com
Zijn buik trekt samen, terwijl hij terug het bed in stapt. Hij voelt de blik van zijn vrouw op zijn rug branden.
“Zo, dat was een goed feestje of niet?” vraagt ze, terwijl ze hem over zijn rug wrijft.
“Het is lang geleden dat je zo’n kater hebt gehad. Zal ik een emmer voor je pakken?”
Hij gromt een vaag antwoord en houdt zijn ogen stijf dicht tot hij haar de trap af hoort lopen. Dan gooit hij een been uit bed, zucht en vecht tegen de alweer opkomende neiging om zijn ingewanden eruit te spugen (iets anders zit er namelijk niet meer in zijn buik).
Hij hoort de emmer, die zijn vrouw zo zachtjes mogelijk neerzet, de grond raken. Als hij zijn ogen opent, ziet hij hoe ze een glas water met twee ibuprofen op het nachtkastje zet.
Ze streelt zijn haar: “Deze kan je vast wel gebruiken”.
Met moeite trekt hij zijn mondhoeken flauwtjes omhoog en mompelt: “Dank, lief”.
Zijn mond voelt droog, klef, alles tolt en zijn hoofd bonkt. Maar dat is alles nog niks bij het overweldigende schuldgevoel dat hem nu overvalt.
Flarden van de avond ervoor schieten door zijn hoofd. De overbuurvrouw had hij altijd maar een suf, burgerlijk vrouwtje gevonden met haar kleurige gewaden. Zo eentje die elke dag van de week een vaste huishoudelijke taak heeft. Die nooit eens uit de band springt, maar wel weet wie er in de straat te vroeg het vuilnis buiten zet. Zo’n bemoeial waarvan je eigenlijk met zekerheid weet dat ze altijd binnen de lijntjes kleurt.

Bron: pixabay.com
Wat had hij in vredesnaam in haar gezien gisteravond? Terwijl hij zijn hoofd boven de emmer houdt, voelt hij dat hij echt veel te veel heeft gedronken. Hij was beneveld, waarschijnlijk is hij zich er helemaal niet meer bewust van geweest dat zij het was. Dat moet het zijn, maakt hij zichzelf wijs. Maar zichzelf overtuigen is niet het probleem: Zijn vrouw, wat als zij er achter komt?
Misschien hoeft ze er nooit achter te komen. De overbuurvrouw houdt haar mond wel, die wil écht geen naam krijgen. Zij ligt waarschijnlijk met een zelfde soort kater op bed. Met een beetje geluk herinnert ze het zich niet eens. Zo wel, dan heeft ze waarschijnlijk het schaamrood op haar kaken staan en zal ze dit het liefst willen ontkennen.
De volgende keer dat ze elkaar op straat tegenkomen, zal hij groeten en doorlopen. Net als altijd. Hij zucht weer, dit keer wat opgeluchter. Pakt de pillen en slikt ze weg met een grote slok water. Het gedraai en het misselijke gevoel nemen wat af.
Vanuit zijn ooghoek ziet hij zijn telefoon knipperen. Hij ontgrendelt zijn mobiel en leest het bericht. “Het was een geweldige avond. Dit had ik echt nooit achter jou gezocht. Wel voor herhaling vatbaar, toch?! Wanneer zie ik je weer? X.”
Het beroerde gevoel is er in al zijn hevigheid gelijk weer. Daar zijn ook de pijnstillers, het water en het kleine beetje gal dat dus toch nog wel in zijn maag zat. De emmer was net iets te ver. Of hij gewoon te langzaam.
Hij wil alleen maar slapen en voorlopig niet wakker worden. Uiterst voorzichtig draait hij zich op zijn zij. Verward haalt hij zijn hand langs zijn been om te voelen wat die plakkerige smurrie toch is. Terwijl hij beseft dat het zijn eigen ellende is, borrelt de volgende lading alweer omhoog.

Bron: pixabay.com