
bron: pixabay.com
En wederom begint de zoveelste dag op rij met een strakblauwe lucht en een stralende zon. Het doet me denken aan mijn jeugd. En ja, dat is een halve eeuw terug.
De laatste dagen blijft die lucht ook zo wonderbaarlijk blauw als toen. En dat is heel bijzonder. De zeer weinige vliegtuigen die nog vliegen, doen dat nu geheel zonder langdurige, mistig wit uitwaaierende sporen achter te laten. Geen verspreiding meer van zaken die het zonlicht vrijwel laten verdwijnen. Deze ‘noodzakelijk geachte, klimaat bevorderende materialen’, waar we jarenlang lang ongevraagd doch overvloedig op zijn getrakteerd, blijven plots geheel achterwege in het luchtruim. Misschien zit er nu genoeg in de lucht.
Ook het licht lijkt anders. De geuren en kleuren ook. En het geluid eveneens. Intenser. Helderder. Zuiverder. De stilte is beter te horen. Het heeft haast iets sereens.
De uitbundige natuur lijkt weer meer op zichzelf dan zij jarenlang heeft gedaan en weet zich van groei- en bloeigeluk geen raad. De vogels kwetteren luidkeels, de straten zijn schoon, alle auto’s glanzen en de tuintjes liggen er netjes gecoiffeerd bij. Bijna surrealistisch.
Wat is dit? Zou ik last krijgen van coronakolder?
Opeens moet ik denken aan het liedje van Wim Sonneveld. Over het tuinpad van zijn vader. Over de dingen die voorgoed voorbij gaan.
Over veranderingen gesproken; van overheidswege is er nu een plotselinge, overweldigende aandacht voor de gezondheid van onze ouderen, zieken en zwakken. De hoogste prioriteit ligt bij de oproep tot het goed zorgen voor deze kwetsbare doelgroepen. Jawel!
Je zou toch denken dat deze boodschap tot hysterische hartverwarming zou leiden, maar ik merk dat het mijne er juist van bevriest.
Hoe zorgen we goed voor hen? Door hen te beschermen, middels het contact zoveel als mogelijk te vermijden. Wat zegt u? We worden opgeroepen om sociaal asociaal te zijn.
Het draait nu in de politiek eens even niet om het geld, maar om de mensen. En dat is heel bijzonder te noemen, want dat is toch drie kabinetten lang volstrekt anders geweest. In de zorgsector is al sinds jaren sprake van personele tekorten en beddenafbouw. Van stelselmatige bezuinigingen, al dan niet volgens de kaasschaafmethode. Als je maar lang genoeg schaaft, houd je geen kaas meer over.
Deze gang van zaken kwam dezelfde ouden, zieken en zwakken, die een blok aan het economische been vormden, uiteraard absoluut niet ten goede. Dat vond men echter geen enkel probleem. De klok sloeg eigen verantwoording, zelfredzaamheid en mantelzorgerij. Dus als Vadertje Staat opeens weer voor ons gaat zorgen, ben ik van schrik toch even alert.
Nu opeens is de volksgezondheid van cruciaal belang en zijn de zorgverleners, die veelal onderbetaald en overbelast werken, onze helden. Overigens terecht. Maar dat waren ze natuurlijk ook al, voordat er een vilein virus de kop op stak.
Een crisis leidt altijd tot verandering, dus deze stevige stuiptrekking gaat een kardinale kentering geven. Het leven gaat niet meer worden wat het was.
Is dat erg? Ik heb geen idee. Ik neem nog maar eens een gram vitamine C. Dat schijnt te werken bij verraderlijke virussen. Wereldwijd is er geen pot meer te verkrijgen.
Straks ga ik even bij mijn hoogbejaarde vader op bezoek. Zoenen deden we toch al niet. Toch jammer dat hij geen tuinpad heeft.