Dag 21
“Schat, ik ga naar de supermarkt. Tot zo!”
“Alwéér? Jij bent een week geleden ook al geweest! Het is toch mijn beurt nu?” De klap van de voordeur is het enige antwoord dat ik krijg. Ja jeetje, ik wil er óók wel weer eens uit. We mogen al zo weinig hier in Maleisië…
Wat zal ik nu eens doen?
Nou, mooie boel. Zit ik hier alleen thuis. Ik zucht nog maar eens een keer, plof terug in mijn kuil op de bank en ga de krant weer lezen. Mijn aandacht wordt getrokken door een artikel met een bericht van het Maleisische ministerie voor Vrouwen. Waarom in Maleisië geen soortgelijk ministerie voor mannen is, hoeft geen raadsel te heten. Ik ga er even goed voor zitten, want ik ben zeer geïnteresseerd in vrouwenzaken.
Vrouw: wees lief voor de man
Volgens het ministerie is het de “plicht van de vrouw” om de sfeer in huis goed te houden, ook in tijden van corona. Zo moet zij haar best doen om haar man niet af te katten, zeker niet nu we met z’n allen al drie weken thuis zitten. Ook moet de vrouw binnenshuis goed gekleed gaan en veel make-up blijven dragen. Snap het wel: het oog wil immers ook wat.
De laatste regel spant echter de kroon: doe net alsof je Doraemon (een te hulp schietende robot-manga-kat uit de toekomst) bent, als je tegen je man praat. Vriendelijk, behulpzaam, lieflijk. Oftewel: poeslief. Het bericht is er duidelijk op gericht om de man te behagen, euh…, de goede sfeer te waarborgen binnenshuis.

bron: pexels.com
When in Rome…
Mijn gezin en ik wonen alweer zes jaar met veel plezier in Maleisië. En zoals het een goede gast betaamd, wil ik mij graag plooien naar de gebruiken en gewoonten van dit land. ”When in Rome, do like the Romans”. Ja toch?
De laatste tijd heb ik mij wat chagrijnig gedragen thuis , dus een goedmakertje is wel op zijn plaats, vind ik. Het wordt tijd dat ik een duit in het zakje ga doen.
Oké, dus nog even de Maleisische overheidsvoorschriften op een rijtje:
1. Draag altijd make-up.
2. Niet vitten op je eega.
3. Kleed je leuk aan, ook tijdens het huishouden.
4. Praat met een Doraemon-stem tegen je lief.
Makkie!
Heel duidelijk allemaal. Dit kan ik! Gelukkig geen ingewikkelde regels over uitvoerig handen wassen of meters afstand houden en zo. Ik leg de krant opzij en ren naar boven. Vol goede moed en enigszins opgewonden ploeg ik door de inhoud van mijn kledingkast. Deze zwart-met-blauwe jurk met opengewerkt kant misschien, of is die wat over de top? Of dat kittige leren rokje met een fleurige groene top? Ik leg beide outfits even op bed om te vergelijken. De jurk wint. Het is misschien wat gewaagd, maar dat is juist de bedoeling volgens mij. Ik doe mijn dagpyjama uit en terwijl ik het grijze geval over een stoel gooi – naast mijn nachtpyjama – valt het mij op hoe slobberig en saai het ding is.
“Niet meer dragen,” fluister ik mijzelf streng toe en doe de jurk aan.
Ik kijk kieskeurig naar de grote collectie lippenstiften in de badkamer. Het wordt de knalrode van Sjaanel; die kleurt het mooist bij de jurk. Met mijn mond halfopen, om niet te knoeien, breng ik zwarte mascara zorgvuldig op mijn wimpers aan. Nu nog de juiste schoenen erbij. Klaar! Keurend kijk ik naar mijzelf in de grote houten spiegel en fluit bewonderend. “Ja, je mag er nog best zijn, hoor,” spreek ik mijzelf bemoedigend toe.
Hoge hakken in de keuken
Wankelend (dit heb ik echt al heel lang niet meer gedaan) strompel ik op m’n palen naar de keuken, alwaar ik uitgebreid ga koken voor de lunch. Daarna komt de vaat aan de beurt. Oh, en de was ophangen, dat moet natuurlijk ook nog.
En ik moet zeggen: ik heb mij nog niet eerder zó supersexy en zó vrouwelijk gevoeld. De zwartkanten push-up beha draagt hier zeker aan bij. Geweldige regels tot nu toe, ministerie voor Vrouwen!
Nu eerst eens even mijn Doraemon stemmetje oefenen. Terwijl ik hardop mijn best doe om het ielige gromschreeuwstemmetje onder controle te krijgen, zie ik buiten de buren voorbijkomen. Wat doen die nou buiten? Ik wuif naar hen.
“Hé, ga naar binnen! NAAR! BINNEN!” brul ik hen toe. Of zij mij horen, weet ik niet. Ja, als ik binnen moet zitten, dan jullie ook, toevallig! De buren staan even stil en kijken mij vreemd aan. Hun mond valt open. Van bewondering, vermoed ik. Ze kijken snel de andere kant op en lopen verder. Nou zeg. Dan niet, hoor.
Ik pak de stofzuiger en ga zuigend verder met mijn Doraemon-oefeningen. Dat lopen op die hakken gaat steeds beter, merk ik.
Tijd voor…
Ineens hoor ik een auto die voor het huis parkeert. Oh jee, is het al zo laat? Ik ren de trappen op. Beneden hoor ik de voordeur opengaan en de helderhoge stem van mijn schat roept naar boven: “Hi hunk van me, ik ben er weer! Waar ben je? Help je even met de boodschappen? Al die zware toiletrollen kan ik alleen niet dragen hoor!”
“Ben nog even boven, poesje, ik kom er zo aan!” bas ik op mijn beste ‘Doraemons’ terug.
Snel schop ik de hoge hakken uit en laat de jurk van mijn schouders glijden. Dan trek ik mijn ouwe, vertrouwde dagpyjama weer aan. De jurk van mijn vrouw hang ik weer netjes terug in de kast. Eén snelle veeg met een nat washandje is voldoende om de make-up van mijn gezicht te halen. Keurend kijk ik naar mijn gezicht. Morgen weer scheren. Die stoppelbaard, da’s toch echt nix.
Snel ren ik ren naar beneden. Poeh hé, net op tijd. Stel je voor dat ze tien minuten eerder was teruggekomen.
geweldig!!
Het leven lijkt nooit wat het eigenlijk is. Dank je wel, Petra!