Al fietsende zie ik een meneer op een bankje langs het pad. Zijn fiets staat een beetje schuin geparkeerd. Het hoofd van de man hangt voorover op zijn borst. Zo zeg, wat een bofferd! Die man doet lekker een middagdut, terwijl ik iemand van héél dichtbij ken die in bed ’s nachts nog geen oog dichtdoet.
Ik fiets door. Enkele tientallen meters verderop denk ik: stel nou dat ie géén dut doet, maar dat hem iets is overkomen? Een hartaanval of zo? Moet ik straks in de krant lezen: “Man overleden na hartaanval, doordat argeloze voorbijgangers hem voor middagduttende man aanzien”.
Ik fiets terug. Toch eerst maar eens kijken of ie echt slaapt.
Ik kuch. Geen reactie. Opmerkelijk in Corona-tijden.
KUCHE UCHE!! Nog steeds geen reactie. Héél verdacht.
Een stapje dichterbij dan maar.
‘Meneer, is alles goed met u?’
Stilte.
‘MENEER!! IS ALLES WEL GOED MET U?!’
Zijn hoofd schiet met een ruk overeind. Even kijkt hij mij gedesoriënteerd aan. Dan geïrriteerd. En dan roept hij keihard: ‘Rot op, idioot. Krijg de vinkentering, trut! Laat me met rust!’
Zijn handen maken een woest wegvegende beweging in mijn richting. En dan maakt hij er nog een éénvingergebaar erachteraan, om zijn woedende moves kracht bij te zetten.
Ja, da’s natuurlijk ook een vorm van communiceren. Onaardige mensen; hoe ga je ermee om? En hém had ik willen (laten) reanimeren? Wat niet eens meer mag tegenwoordig? Bekijk het. Ik ga maar weer.
Kijk daar eens! Zijn fiets staat niet op slot… Wat een buitenkans! Deze gelegenheid kan ik toch niet onbenut laten? Ik gluur naar de vinkenteringman. Hij slaapt alweer. Ik aarzel. De verleiding is enórm om het fietssleuteltje uit het slot te halen en achteloos in een braamstruik te gooien. Zijn verdiende loon…
Zal ik…?
Nee, ik doe het niet. Niet mijn stijl. Dankzij mijn rechtvaardigheids- en verantwoordelijkheidsgevoel kan de man straks op zijn eigen fiets naar huis rijden. Besefte hij maar, welk noodlot hem net nog boven zijn hoofd hing.
Wacht eens even. Het zacht sadistisch stemmetje in mij meldt zich. Wat ik óók kan doen is snot aan zijn fietsbel smeren! Ik vind dit zo’n origineel idee van mezelf dat ik er helemaal vrolijk van word. Mijn irritatie is opslag verdwenen. Laat die snotteBEL dan ook maar zitten.
Maar op de weg naar huis vraag ik me tóch af of ik de volgende keer nog eens zo’n ‘hulpbehoevend uitziende’ man zal helpen. Denk ’t niet. Krijg lekker de v…

bron: pixabay.com