
bron: pixabay.com
Beelden van beelden die beeldend sneuvelen. Is dit nu een beeldenstorm? Is dit nu een nieuwe vorm van het “iconoclasme”, het verzet tegen de verering van iconen, waarbij om ideologische redenen beelden verwijderd of vernietigd worden? Of toch wat anders? Is het “slechts” een niet langer verdekte, juist zeer evidente uiting van ontevredenheid en ongelijkheid? En zijn deze gebeurtenissen niet iets van alle tijden? Ontevreden, gekwetste, rellende mensen waren er immers altijd al. En mini- of sub-revoluties ook. Maar dat is te kort door de bocht.
Het ene beeld wel, het andere niet
Zolang er sprake is van ongelijkheid en achterstelling, is het niet meer dan logisch dat mensen in opstand komen en dat vernietigen, wat symbool staat voor de oorzaak van die misstand. Ik merk echter dat deze manier van ‘actie voeren’, het vernielen van objecten die volgens demonstranten verband houden met het ontstaan van maatschappelijke kloven, weerstand bij mij oproept. En dat ervaar ik wederom als een tegenstrijdigheid in mijzelf, want toen het standbeeld van Saddam Hoessein omver getrokken werd, voelde ik totaal geen weerstand, enkel euforie. Idem dito bij het neerhalen van de Berlijnse Muur. Waar ligt dan het verschil? En waar ligt de grens, míjn grens?
Ik vermoed dat die ligt bij het paternalistische “wie niet horen wil, moet maar voelen” in deze recente acties, waarmee het spreekwoordelijke “de zweep erover!” weer haar intrede doet. En dat is nu juist het beeld dat men wil vernietigen. Agressie is nu eenmaal niet de meest fraaie manier om je ongenoegen over onrecht en ongelijkheid te uiten. Maar aan de andere kant heb ik ook nooit deze vormen van discriminatie aan den lijve ondervonden; ik ben een ‘bevoorrechte witte vrouw’.
Verwijderen in plaats van vernielen
Het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen in Hoorn moet nu verdwijnen. Ik heb daar geen moeite mee: als je de aflevering over het VOC uit NPO-serie ‘De Gouden Eeuw’ hebt gezien, is het ‘waarom’ misschien begrijpelijker en maar beter dat deze man niet meer ‘geëerd’ wordt met een standbeeld. Zet het ding maar in een museum neer en zeg erbij waarom hij nu daar staat, waarom de tijden veranderd zijn en het hele denken anders geworden is. Leg het uit, met het oog op het huidige tijdsgewricht. Maar vernieling en bekladden geeft je standpunt niets positiefs mee.
Zo werden in de Verenigde Staten vanaf 2015 de standbeelden uit de confederale tijd successievelijk verwijderd; die pasten niet meer in de huidige maatschappij. Dat is een prima methode, maar daarvoor wordt nu – zo lijkt het – de tijd niet eens gegeven. Of die tijd duurde, in de ogen van de vandalistische demonstranten, overduidelijk te lang, gezien het feit dat de discussie over bepaalde standbeelden zoals die van Coen al sinds geruime tijd gaande zijn.
De foute Churchill
Ook het standbeeld van Winston Churchill moest het al ontgelden. Churchill is een two-face: aan de ene kant door velen nog steeds aanbeden als politieke grootheid en held qua optreden tegen het Nazi-regime. Aan de andere kant een man die zijn politieke invloed en macht misbruikte om “inferieure rassen en volken te onderdrukken: “I do not apologize for the takeover of the region by the Jews from the Palestinians in the same way I don’t apologize for the takeover of America by the whites from the Red Indians or the takeover of Australia from the blacks. It is natural for a superior race to dominate an inferior one.“ En ook zei hij: “I am strongly in favour of using poisoned gas against uncivilised tribes.”
In het licht van de huidige ontwikkelingen en de huidige maatschappij kan ik me dan wel weer voorstellen dat men het standbeeld van iemand die zulke uitspraken deed, eens even flink onder handen neemt. Een standbeeld ís niet voor de eeuwigheid. Een standbeeld is enkel een icoon in het passende tijdsgewricht. Past het niet meer? Haal het weg. Net als bij andere kunstuitingen of symbolen in veranderde contexten niet langer passend zijn. En zie daar: Ik ben weer eens zwalkende, qua mening. Dúrf ik eigenlijk nog wel een mening te hebben?
De visie van een ander
Een vriendin gaf in een online discussie haar visie en opinie. Deze wil ik hier graag delen.
“Ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat in een democratische rechtsstaat burgers gebruik moeten maken van democratische middelen om ervoor te zorgen dat hun belangen behartigd worden. In een ideale wereld is dat genoeg. Echter, de stand van onze huidige democratische rechtsstaten laat te wensen over. Rechten van burgers worden niet gelijkelijk beschermd.
Dat is wat je institutioneel racisme noemt. En ja, dat treedt ook op in Nederland. De kans dat je preventief gefouilleerd wordt, is oneindig veel groter als je “zwart” bent. De belastingdienst geeft inmiddels toe dat er sprake was bij ethnic profiling bij die toeslagenaffaire.
De realiteit is dat machtsposities binnen alle instituties van de staat in de regel ingenomen worden door mensen die behoren tot een bevoorrechte groep. Voor sommigen van die groep heeft het bestrijden van racisme zeker urgentie, voor anderen speelt het niet zo omdat ze het zelf niet aan de lijve ondervinden. En dan zijn er nog mensen die racisme actief in stand houden, omdat ze er baat bij hebben. Het resultaat is dat democratische middelen voor burgers die tot minderheden behoren, minder effectief zijn dan voor anderen.
Ik vind dat in zo’n situatie een bepaalde mate van revolutie acceptabel en zelfs noodzakelijk is. Nu stel ik voor dat we de guillotine nog even in de kast houden, maar een paar “racistische” beelden die sneuvelen, daar lig ik echt niet wakker van. Ik juich het zelfs toe.
Het geschiedkundige argument vind ik overigens ook niet zo heel sterk. Ik loop al heel lang rond in Nederland, maar de eerste beelden van Mussert en Hitler moet ik nog tegenkomen. Ik durf te wedden dat die er geweest zijn, maar die hebben we wijselijk verwijderd en hier en daar vervangen door gepaste herdenkingen aan die afschuwelijke periode. Dat gaat ook hier gebeuren. We kunnen de geschiedenis ook levend houden zonder slavenhandelaren met een beeld te vereren.”
Dom en dwars vs. verstandig
Een mooi en zeker ook diplomatiek weergegeven mening, die absoluut het overdenken waard is. Maar toejuichen doe ik de vernielingen nog steeds niet. De zo geprezen civilisatie betekent namelijk ook: op een meer doordachte, verstandige manier omgaan met het (jouw) probleem, om zo tot een geciviliseerde oplossing te komen, óók als de ’tegenpartij’ te dom en te dwars blijkt om te luisteren. Het vernielen van onwelgevallige standbeelden werkt daarbij – in mijn opinie – averechts.

bron: pixabay.com