“Walter is gisterenavond weer langs geweest.”
“Dat is leuk, ma. Was het gezellig?
Haar vriend Walter, die ooit van de aardbodem verdwenen leek te zijn, toont na jaren ineens weer belangstelling. Sinds ze weer single is, komt hij regelmatig bij haar langs.
“Ja, erg gezellig. Hij ging pas om 4 uur ’s nachts naar huis.”
“Volgens mij hebben jullie wel eens een relatie gehad, toch?”
“Ja, ik vond hem hartstikke leuk. Maar die relatie was van korte duur. Hij heeft het destijds al na een paar maanden uitgemaakt.”
“Dat weet ik nog. Waardoor kwam dat eigenlijk?”
“Door jou. We kwamen je tegen in de stad.”
“Door mij?!? Wat heb ík ermee te maken?”
“Walter is veel jonger dan ik. Omdat ik hem zo leuk vond, had ik gelogen over mijn leeftijd. Een klein beetje maar, hoor.”
“Hmm, wat is een klein beetje?”
“Ik vertelde hem dat ik 10 jaar jonger was. Dat geloofde hij meteen, totdat we jou tegen kwamen.”
“Ik denk dat ik het al begrijp…”
“Ja, jij was toen al hartstikke volwassen. Ik had net daarvoor gezegd dat ik 39 jaar was. Dus dat rekensommetje had hij snel gemaakt.”
“Sorry. Ik wist niet dat ik ook relaties van anderen kon ruïneren.”
“Ach, dat geeft niet. Ik ben je er nu wel dankbaar voor. Hij is er met de jaren niet echt aantrekkelijker op geworden,” lacht mijn moeder. “Je zult hem niet meer herkennen. Vroeger was het zo’n knappe vent met zwart golvend haar. Nu is hij helemaal kaal.”
“Tja ma, dat zijn meer mannen op die leeftijd. Dat is toch niet zo’n groot probleem? Soms staat het best wel stoer, vind ik.”
“Klopt. Maar hij heeft ook nog eens zo’n hele lange puntbaard, die tot over zijn buik hangt. Iedere keer als ik hem zie, moet ik alleen maar denken aan dat pluizende sisal touw, waar jij vroeger macramé wandkleden van knoopte.”
Mijn moeder begint te grinniken. De arme man, aan wiens kin nog steeds een love earth plantenhanger blijkt te hangen, komt er niet erg genadig van af.
“Misschien zit hij een beetje met zichzelf in de knoop? Sommige mannen vinden het moeilijk om toe te geven dat ze een dagje ouder worden? De kaalslag van boven compenseren ze dan met baarden en jeugdige kleding op een wat lagere etage.”
“Misschien…” aarzelt mijn moeder. “Hij draagt inderdaad ook zo’n hip mutsje.”
“Een beanie. Zo noem je zo’n muts.”
“Plopperdeplop!” Mijn moeder schatert het opeens uit.
“Met die puntbaard en dat mutsje lijkt hij in ieder geval sprekend op een kabouter.”
“Nee ma, dat noem je tegenwoordig een hipster. Hipsters dragen retro- en vintage kleding en zijn constant op zoek naar authenticiteit. ”
“Dus eigenlijk hebben ze zelf helemaal geen smaak? Nou, dat klopt wel. Je raadt nooit waar Walter in rondloopt… hij draagt een versleten tuinbroek van spijkerstof. Welke volwassen kerel loopt er nu in zo’n dwergenpakje?
Opnieuw schiet mijn moeder in de lach.
De donkere wassing van Walters image, waar ze ooit zeer gecharmeerd van raakte, is veranderd in een faded look met versleten accenten.
“Ouder worden versterkt juist individuele kenmerken en identiteit,” probeer ik het nog voor Walter op te nemen. Maar mijn moeder ratelt onverstoorbaar door. De muffige vintage look is in haar ogen duidelijk een vertoon van aftakeling.
“En dan heeft hij ook nog eens zo’n enorm grote zonnebril op zijn neus. En allerlei armbandjes om zijn pols. Dat is leuk als je jong bent, hoor. Maar dat toch niets voor een man van zijn leeftijd?’
“Ik snap wel wat je bedoelt, ma. Ik ben het een klein beetje met je eens. Soms kan zo’n outfit net iets teveel van het goede zijn. Bescheidenheid siert de mens, toch?”
“Precies. Dát bedoel ik. Hij hoeft helemaal niet al die rare kleren aan te trekken om iets jonger te lijken. Hij kan toch ook gewoon een paar jaar van zijn leeftijd aftrekken? Je zei het net zelf: less is more!”

bron: pixabay.com