Ik ben altijd bang geweest om oud te worden. Maar tegelijkertijd was ik er ook van overtuigd dat ik op jonge leeftijd dood neer zou vallen. I blame my mother. Zij werd getroffen door kanker en mocht niet ouder worden dan 52 jaar. Op een bepaald punt heb ik dus besloten dat hetzelfde lot ook mij zou treffen. Inmiddels ben ik die gevreesde leeftijd ruim gepasseerd, dus dat jong sterven zal waarschijnlijk niet meer gebeuren (afkloppen!).
Toch denk ik nog steeds dat ik niet in het bejaardentehuis zal eindigen. Waarschijnlijk struikel ik voor die tijd over een klein steentje, maak vervolgens een spectaculaire koprol, raak dan onverhoopt een lantaarnpaal en val dan zó ongelukkig op mijn hoofd dat ik binnen een seconde deze wereld verlaat. En eigenlijk is dat wel mooi.
“Ze ging zoals ze leefde: onhandig.”
(Note voor de nabestaanden: die spreuk wil ik op de grafsteen).
Bevel van mijn lief: word oud!
Maar waarschijnlijk zal ik tóch oud worden. Sterker nog: ik moet! Bevel van E. Als hij in een romantische bui is, roept hij altijd dat ik hem moet overleven. In mijn hoofd vertaal ik dat als volgt: hij kan de gedachte dat ik deze wereld eerder verlaat dan hij niet verdragen. Op zich een lieve gedachte, maar ik verzet me er hevig tegen. Ondanks die eeuwige innerlijke strijd zorg ik ervoor dat ik iets leuks maak van de jaren die ik nog heb, met alle ongemakken die ouder worden met zich mee brengt.
Tussen twee haakjes: op het moment dat je woorden als ‘oud’ en ‘ongemakken’ in één zin gaat gebruiken, ben je al over de helft. Maar de waarheid is hard: ouder worden gaat niet zonder slag of stoot. En ik spreek uit naam van vrouwen. Want wij zijn natuurlijk wel extra de pineut hè? Geef toe!
Sprookje tussendoor
Toen God [om het verhaal wat smeuïger te maken, ga ik er even vanuit dat er een mannelijke God was die de gruwelen die ik ga beschrijven op zijn geweten heeft] besloot dat er ook mensen op aarde moesten rondlopen, was hij in een goede bui toen hij de man schiep.
“Plassen, poepen, jagen en voortplanten!” bulderde hij en nam nog een blik bier. En zo geschiedde. Maar de volgende dag had hij waarschijnlijk last van de kater from hell. Bovendien zat dat voortplanten hem enorm dwars. Hoe ging hij dat probleem oplossen? Uiteindelijk creëerde hij de vrouw en scheepte haar op met de verantwoording voor het dragen van de vrucht.
Bovendien bedacht hij een aantal voorwaarden, hoogstwaarschijnlijk onder invloed van die kater: “Bloeden zult gij! Elke maand voor het grootste gedeelte van uw leven! En na al het bloeden zal er ongemak zijn. Uw lichaam zal voelen alsof het in brand staat! Het zweet zal uit uw lichaam stromen zonder aanleiding! De hormonen zullen door uw lijf gieren en u zult gaan twijfelen aan uzelf, uw relatie en uw hele miezerige leven, moewhahahah!”.
Om zijn woorden kracht bij te zetten, gooide hij een paar bliksemschichten naar beneden. Toen hij de dag daarop weer monter en opgewekt wakker werd, kwam hij erachter wat had gedaan en kreeg spijt. Maar the damage was done. De vrouw was fucked. The End.
Back to reality: De Overgang
Helaas was die overgangsfase geen grapje van die ellendeling. En ik mag dat nu ervaren. Even tussen ons: het is echt de hel! Je lichaam doet dingen die je niet kunt controleren. Opvliegers, stemmingswisselingen, gewichtsissues… er komt gewoon geen einde aan de ellende. Toch denk dat ik dit leven nog maar even volhoud. Met een beetje geluk gaat die koprol dus nooit plaatsvinden.
I changed my mind (again)
Ach, stiekem heb ik ook wel zin om oud te worden. Oude mensen hebben namelijk schijt aan alles. Zonder gêne scheuren ze op hoge snelheid met hun scootmobiel door de gangen van de supermarkt, om maar te zwijgen over hun idiote gedrag als ze op een een elektrische fiets zitten. Een tante vertelde me ooit over haar moeder die redelijk doof was en dus op hoog volume, met vet Amsterdams accent, converseerde. Ze had totaal geen filter en gaf commentaar op iedereen die het volgens haar verdiende.
Dat deed ze overigens zonder de moeite te nemen te wachten tot die persoon weg was. Ze vertelde hoe een vrouw tot twee keer toe bij haar bedelde om een sigaret. Haar moeder ergerde zich kapot en schreeuwde: “Wat bezielt dat wijf? Kan ze zelf geen sigaretten kopen?!” Tante schaamde zich dood, maar later kwam de vrouw haar moeder een pakje sigaretten brengen. Toen schaamde ze zich nóg meer. Maar moeders was uiterst tevreden.
Misschien moet ik ook maar zo worden. Ik ben al half doof en als het moet, kan ik heel hard praten. Klagen is ook een van mijn talenten. Een ding: ik ben heel benieuwd of E. jaren en jaren van dit soort recalcitrant gedrag volhoudt. Die innige wens dat ik hem ga overleven, zal snel sneuvelen, schat ik.