
Bron: Pixabay.com
Ik heb mezelf altijd als heel zelfstandig bestempeld. Na jaren huwelijk stond ik er een paar jaar alleen voor en ik redde me prima. Nou ja, prima, zoon en ik leven nog, dus ik zal wel iets goeds hebben gedaan. Zeker zijn er momenten geweest waarop ik dacht dat een man in de buurt ‘wel handig’ was geweest. Zo zaten alle schilderijen met dubbelzijdig tape aan de muur bij gebrek aan waterpasinzicht en boor- plug- en schroeftalenten en heb ik alles gelaten waarvoor echte kracht nodig was. Nu mag ik ook niet helemaal zeggen dat ik het alleen heb gered, want ik had al snel een man op afstand, dus alles wat er gebeuren moest en wat ik zelf niet kon, wachtte gewoon tot het weekend wanneer mijn LAT weer aan kwam waaien. Desondanks baalde ik doordeweeks regelmatig van zware tassen, zware spullen die naar zolder moesten of iets wat ik niet los of vast kreeg. Maar nogmaals, we hebben het gered.
Vorige week stond ik met mijn kopje thee in de hand te kijken vanuit mijn prachtig, door Vriend, opgeknapte woonkamer naar de tuin van de achterbuurvrouw. Ik zag haar in (!) een gigantische parasol worstelen om beweging in het ding te krijgen. Buurvrouw is single en woont alleen met haar dochter. Ik realiseerde me ineens hoe vaak ik, sinds ik samenwoon, een beroep doe op Vriend. “Wil je dit even tillen, naar boven brengen, opendoen, afbreken, dichtschroeven, ophangen, uitmeten en ga zo maar door. Van een superzelfstandige vrouw die het ‘allemaal wel eens eventjes in d’r uppie doet’ ben ik getransformeerd in een afhankelijk vrouwtje. Zelfs de schilderijtjes die ik op mijn kantoor ‘for old times sake’ met dubbelzijdig tape had opgehangen, hangen inmiddels allemaal aan een schroef. Want: “Dat blijft toch niet zitten schatje.” Hij had gelijk. Op gestucte muren blijft dat niet zitten. Ik. Baalde. Daarvan.
Bij alles wat ik bedenk, heb ik tegenwoordig hulp nodig. En dat snap ik niet. Deed ik voorheen dan heel veel dingen niet, die ik nu wél graag gedaan wil hebben? Vind ik het leuk om hem voortdurend om hulp te vragen? Geniet ik gewoon van zijn opbollende spieren en parelende zweetdruppeltjes als hij weer eens met veel kracht een gat in een keiharde muur boort? (Ja, dat!) Gun ik hem zijn mannelijkheid door me af en toe hulpbehoevend op te stellen? Het is me een raadsel hoe we na een paar jaar samen langzaam in een traditionele rolverdeling zijn gegleden.
Bye bye, zelfstandige vrouw! Het was leuk je gekend te hebben. Inmiddels geniet ik stiekem intens van een man in huis.
En die buurvrouw? Die lukte het gewoon toch om de parasol te zetten. Want als wij vrouwen moeten, dan kunnen we alles. Maar dat is een goed bewaard geheim.