“Hij had tijdelijk wat meer ruimte voor zichzelf nodig.”
De stem van mijn vriendin klinkt onzeker.
“Dus sinds vorige week wonen we niet meer samen. Hij heeft een eigen appartement gehuurd.”
“Tijdelijk hoor,” benadrukt ze nog eens. “Het idee erachter is, dat de liefde opbloeit wanneer je elkaar loslaat. Jij hebt toch ook wel eens zo’n time-out binnen een relatie ingelast?”
“Ja, maar dat is lang geleden, hoor. We woonden samen. Zonder overleg had hij ineens een piepklein appartement gehuurd om meer “ruimte” te hebben. Natuurlijk vond ik het een slecht plan, maar ik herinner me wel dat we in het begin steeds meer naar elkaar gingen verlangen.”
“Dus het werkte wel?”
“Ja, totdat ik op een zaterdag besloot om onverwachts langs bij hem langs te gaan. Alhoewel het al ver in de middag was, lag hij nog in bed. Hij keek me aan met een erg afwezige blik.”
“Had ie een depressieve fase?”
“Daar dacht ik eerlijk gezegd eerst ook aan. Ik maakte me meteen zorgen. Maar toen ik zijn badkamer binnenliep, om een glaasje water voor hem te pakken, zag ik ineens een groot rood hart, dat met lippenstift op de spiegel was getekend. En een kleinere rode afdruk van een half geopende mond ernaast. “Maria,” stond erbij geschreven. En omdat ik in de spiegel keek, belandden Maria’s lippen ook nog eens precies op míjn wang. Het voelde als een kus van verraad.”
“Wat zei hij?”
“Dat hij van me hield.”
“Dat klinkt geruststellend.”
“Maar dat hij óók van haar hield.”
“Oeps…”
“Hij reageerde eigenlijk heel laconiek. Hij was verliefd geworden op een collega. Afgelopen nacht was ze bij hem blijven slapen. Ze was zojuist naar haar huis vertrokken, net voordat ik binnenkwam. Dus zij was degene, die in de badkamer zowel een kleine boodschap als een grote boodschap had achtergelaten, constateerde hij nuchter.
“Hoe reageerde jij daarop?
“Ik zei helemaal niets. Ik heb een doekje gepakt en de spiegel schoongemaakt. Eigenlijk kon ik niets anders bedenken dan die spiegel schoonmaken. Ik wist me geen raad met de hele situatie. Altijd als ik mijn gedachten probeer te ordenen, ga ik automatisch opruimen en schoonmaken. Dat helpt.”
“Ja, da’s waar ook. Jij poetst altijd wanneer je je rot voelt.”
“Ja, er zijn vrouwen die zouden huilen, krijsen, smijten, een fles wijn leegdrinken of gewoon dagenlang slapen. Ik maak schoon. Sporen wegpoetsen, waardoor het lijkt alsof er niets gebeurd is. Ook toen gaf mij dat dus op de een of andere manier weer wat houvast.”
“Wat zei hij dan verder nog?”
“Helemaal niets. Hij bleef gewoon in bed liggen. Maar ja, wat had hij er nog aan moeten toevoegen?”
“Het lijkt mij ook best een hele vreemde situatie…”
“Ja, was het ook. Ik liep lege wijnglazen naar de keuken te sjouwen, waaruit zij die avond tevoren gedronken hadden. Eigenlijk was ik het liefst naast hem in bed gekropen. Maar ik weet nog dat ik dacht, dat ik het bed nog niet had verschoond. Tegelijkertijd besefte ik natuurlijk ook, dat het tussen ons nooit meer goed zou kunnen komen.”
“Was je dan niet verschrikkelijk kwaad?”
“Nee, eerder verdoofd. Alsof ik helemaal niets meer voelde.”
“Verdriet komt altijd later…”
“Ja, toen alles schoon was, ben ik zonder iets te zeggen naar huis gegaan. Thuis kwamen de tranen. ’s Avonds laat, toen ik een beetje gekalmeerd was, ben ik teruggegaan. Om het uit te praten en af te sluiten. Zodat we allebei met een schone lei ons eigen leven weer konden oppakken.”
“Hij had vast en zeker spijt?”
“Nee. Hij deed zelfs niet eens open. Het was al nacht, dus ik dacht eerst dat hij sliep. Maar toen zag ik ineens dat haar auto pal voor zijn deur was geparkeerd.”
“Jeetje, ze was dus teruggekomen. Net zoals jij…”
“Ja. Alleen zíj lag warm en prinsheerlijk in zijn bed, terwijl ik in het aardedonker voor een hermetisch gesloten deur stond te verkleumen. Hij woonde in een achterstandswijk. Voor het eerst voelde ik me daar minderwaardig. Ik voelde me zo verloren en ik bleef maar staren naar de glimmende spiegels van haar gloednieuwe auto. Waardoor ik almaar dacht aan die bekladde badkamer spiegel.”
“Je hebt toch niet…?”
“…haar auto gewassen? Nee, die was al brandschoon.”

bron: pixabay.com – Credits: Tumisu