“Kunnen we op vakantie, mama?” Onze zoon vraagt het heel voorzichtig. Hij is zich wel degelijk bewust van onze financiële situatie.
“Waar zou je dan naartoe willen?”
“Oh, dat maakt mij niet uit. Zuid-Afrika vond ik wel tof.”
Oké… Zó goed beseft hij het blijkbaar dan toch weer niet. Voorzichtig open ik de app van de bank. Ik heb digitale spaarpotjes, waarvan eentje voor “vrije tijdsbesteding” bedoeld is. Er staat wat geld op, maar daar kan ik nog niet zo heel ver mee komen. Een weekendje Renesse, buiten het hoogseizoen om, dat zou misschien nog kunnen. Als we een huisje met een eigen keuken huren.
“Nee, dat zit er niet in, lieverd. Misschien kun je lekker met je vader mee?” Ik ga er eigenlijk vanuit dat hij – als de Corona-situatie het toelaat – wel weer naar de Malediven zal gaan. Of naar een ander warm oord, dit jaar eventueel dan maar binnen Europa.
Terwijl ik die zin tegen hem uitspreek, voel ik al preventief de intense pijn van het gemis van onze zoon. Als hij met zijn vader op vakantie gaat, zal ik hem weet god hoe lang moeten missen. Drie weken? Vier? Of misschien wel langer? Ik heb werkelijk geen idee hoe ik die weken door ga komen. Hoe doen andere gescheiden vrouwen dat?
Terwijl onze zoon naar zijn kamer loopt om met zijn vader te appen, google ik op “kinderen met vader op vakantie, wat moet ik doen”. Ik krijg vooral resultaten van mensen, waarvan de ex geen toestemming geeft om met het gezamenlijke kind op vakantie te gaan.
Ik snap dat, als er gevaar dreigt. Stel dat de vader het kind ontvoert. In het buitenland gevangen houdt. Niet meer terugbrengt.
Het was nog niet eens in mij opgekomen dat ik zo’n vakantie kan tegenhouden. Dat ga ik natuurlijk ook helemaal niet doen. Hij is onze zoon, en als hij met zijn vader naar de andere kant van de wereld kan, dan ga ik dat absoluut niet dwarsbomen.
Maar ik heb nu al buikpijn van heimwee naar mijn kind.

bron: pixabay.com (credits: user 12019)
Alle voorgaande blogs van Emma vind je >> hier <<
O ja, het lijden wat men vreest … Moeilijk om die angst voor wat de toekomst mogelijk zal brengen los te laten. Maar je zult het aan kunnen, want je bent inmiddels al zo sterk geworden.
Zelf ben ik (ook) heel goed in het zien van beren op de weg, maar wat mij helpt is de ervaring dat het ellendige wat-dan-ook waarvoor ik zo bang ben, in kleine stukjes tijd op mij af zal komen, en dat ik in staat zal zijn om die ogenblikken stuk voor stuk te doorstaan, te overleven.
Dat besef gun ik jou ook. Je bent zo’n sterke, vrije vrouw aan het worden!