
bron: unsplash.com F7DAQIDSk98 (credits: @bermixstudio)
Sinds de Coronacrisis spelen we thuis wat vaker gezelschapsspelletjes. Het favoriete spel van mijn zoon is “Wie ben ik?”
Het is een heel eenvoudig spel. Om je hoofd bevestig je een hoofdband. In de uitsparing aan de voorzijde van die band plaats je een kaart, waarop geschreven staat wat of wie jij bent. Je mag de kaart zelf niet bekijken, alleen de andere spelers kunnen op het kaartje lezen, welk persoon of voorwerp je bent. Het is de bedoeling dat je je tegenspelers vragen stelt, om erachter te komen wie je bent.
Tot grote hilariteit van mijn kinderen wisselen mijn identiteiten elkaar tijdens het spel moeiteloos af. Zo ben ik al een keer een vaatwasser geweest, een poffertje, Obama, en zelfs een frikandel.
Bij het spel zijn ook blanco kaarten gevoegd, waarop je de naam van zelf verzonnen personen of voorwerpen kunt schrijven. Daarmee kun je het toch ouderwetse spel zelf enigszins updaten. Waardoor ik onder andere een thuisblijfmoeder, een verdwijnwoordje en een pinautomaat ben geweest.
Maar ja, wíé ben ik werkelijk? De vraag lijkt best wel ingewikkeld, maar soms voldoet een eenvoudig antwoord. Dus ik google eerst maar eens om te achterhalen hoe je identiteit wordt gevormd.
Ik lees dat je identiteit vooral vlak na je geboorte al wordt gevormd, doordat je het gedrag van je ouders gaat kopiëren. Je leert praten in je moedertaal, je leert je hechten op de manier zoals je ouders dat voordoen en je neemt hun gewoontes over.
Nu blijkt je identiteit geen statisch gegeven te zijn. Best wel logisch, want tenslotte veranderen in je leven regelmatig dingen, waardoor je identiteit mee verandert. Je verandert misschien van partner (check!), baan (check!), je krijgt kinderen (check, check!) of je persoonlijkheid uiterlijk verandert naarmate je ouder wordt. (Hmmm…)
Ervaringen die je opdoet, de mensen met wie je omgaat en door wie je wordt beïnvloed, de keuzes, die je maakt, al die dingen vullen je identiteit aan. Het veranderlijke deel van je identiteit, zo zou je het kunnen benoemen.
Het is een zeer geruststellend gedachte. Ik hoef zelf dus helemaal niet op zoek te gaan naar mijn identiteit; andere mensen vullen in de loop der tijd mijn identiteit als vanzelf aan. Best wel fijn dat ik zelf eindelijk eens een keertje helemaal niets hoef te doen. Vooral omdat een zoektocht naar iets, dat constant in beweging blijkt te zijn en regelmatig transformeert, me erg vermoeiend – en misschien zelfs wel compleet zinloos – lijkt.
Het ontwikkelen van je identiteit blijkt dus gewoon vanzelf te gaan. Om te weten te komen, wie je bent, hoef je geen ingewikkelde zelfanalyse te maken.
Je bent een goede moeder, omdat je kinderen dat vinden en ze je niet kunnen missen. Zo ben je pas geliefd, wanneer anderen van je houden. Je hebt plezier in je werk, wanneer je werk door anderen gewaardeerd wordt. Of je nu als thuisblijfmoeder de snottebel van je peuter afveegt of dat je een fantastische dokter bent, die dagelijks mensenlevens redt; het gaat erom dat jouw bijdrage zinvol voelt, omdat anderen – en daarmee jijzelf – er blij van worden. Je identiteit wordt dus voor een groot gedeelte bepaald, door de mensen om je heen, die jouw leven betekenis geven.
Dus eigenlijk is je identiteit een hele grote legpuzzel, die uit duizenden stukjes bestaat. Je ouders, partner(s), kinderen, geliefden, vrienden, collega’s en alle andere betekenisvolle mensen om je heen, schuiven in de loop der tijd steeds meer puzzelstukjes in elkaar.
Tja, wie ben ik?
Ik ben een gezelschapsspelletje: een hele grote, ingewikkelde puzzel, die ik lekker zelf niet hoef te leggen.

bron: unsplash.com 3y1zF4hIPCg (credits: @sloppyperfectionist)