“Wacht even, ik stap net binnen.”
Ik hoor mijn moeder door de telefoon wat rommelen.
“Ik stond in het portiek even te praten met de buurvrouw.”
“Oh, gezellig.”
“Nou, het was verre van gezellig hoor.”
“Hoezo?”
“Ze heeft jeuk aan haar kut.”
“Ma, dat heeft ze toch vast niet op díé manier zo gezegd, neem ik aan?!”
“Jawel. Letterlijk. Ze heeft jeuk en pijn aan haar kut. Dat waren haar eigen woorden. Toen ik de post ging pakken, heeft ze me dat verteld.”
“Hoe oud is dat mens?”
“Oud. Én alleenstaand. Dat is het probleem. Ze stond te huilen van de jeuk en pijn. En durft en kan er met niemand over te praten. Ik heb haar gezegd dat het door suikerziekte kan komen. En dat ze naar de huisarts moet gaan.”
“Dat lijkt mij zéér verstandig, ma.”
“Ze was er eergisteren al geweest en had zetpillen gekregen. Die natuurlijk geen reet hielpen.”
“Vervelend voor haar.”
Ik probeer enigszins meelevend te klinken.
“Ja, best wel vervelend. Maar ’t kwam eigenlijk doordat ze die pillen op het verkeerde tijdstip naar binnen schoof. Ik heb de bijsluiter gelezen. Daarin stond dat ze de pillen moet inbrengen, net voordat ze gaat slapen. Dat had ze dus verkeerd begrepen.”
“Aardig van jou, dat je het haar hebt uitgelegd.”
‘Ach, je weet hoe ik ben. Ik help nu eenmaal graag anderen. Ik heb haar voor de zekerheid ook maar even verteld, waar ze die pil in moet stoppen. Je weet tenslotte maar nooit.”
Mijn moeder schiet in de lach.
“Heb je nog iets van je laatste date gehoord?”
Ik probeer het gesprek maar eens subtiel op een ander onderwerp te brengen.
“Ja, een fijne dag!”
“Een fijne dag?”
“Ja, ‘een fijne dag toegewenst’. Dat appt hij me telkens weer. Iedere ochtend! Hij is heel anders dan die andere kerels. Zo’n zijige. Je kent ’t wel. Zo’n sentimentele die te veel aan astrologie doet.”
“Maar… Het is toch juist leuk, dat hij ’s ochtends als eerste aan jou denkt?”
“Ja, zal best. Maar om me nu keer op keer, dag in dag uit, uitgebreid een fijne dag toe te wensen? Ik bedoel, hoe kómt die man erbij?”
Mijn moeder maakt tussen haar zinnen door, een kort, briesend geluid.
“In deze tijd, met dat Corona virus overal om je heen, is er helemaal niets meer fijn. Normaal zit ik rond deze tijd ontspannen op de camping in Spanje, heerlijk in het zonnetje. In plaats daarvan zit ik nu door dat stomme virus de hele dag thuis achter de geraniums.”
“Het is inderdaad wel balen dat je je vakantie hebt moeten afzeggen, ma.”
“Precies! Dus niks geen fijne dag! Ik zit de hele dag alleen maar op de bank. En wanneer ik dan eindelijk eens iemand tegenkom, nota bene in mijn eigen gang, dan krijg ik ook nog eens een dramatisch kutverhaal te horen. Een fijne dag? Waar haalt die wereldvreemde kerel het absurde idee vandaan om me een fijne dag te wensen?!”
Mama is duidelijk boos.
“En wat stuur je hem dan terug?” vraag ik voorzichtig.
“Niks natuurlijk. Ik app niet meer terug. Bovendien vind ik het ook nog eens een erg oppervlakkig, standaard berichtje. Kan hij niets beters verzinnen? Iets wat een beetje persoonlijker is?”
Ik denk even aan het intieme gesprek met de buurvrouw, dat wél flink de diepte inging, maar ik houd wijselijk mijn mond.
“Een fijne dag,” moppert mijn moeder nog eens. “Meer dan een kutdag was het vandaag niet.”

bron: pixabay.com 1035271 (credits: user ‘LibelSanRo‘)
Hulde voor deze column.
Dank je wel Mack, voor je positieve reactie.