Wat nu? Onze vakantie naar Zuid Frankrijk heb ik geannuleerd, vanwege Corona. Dus zitten we thuis. Dat leverde de eerste twee weken weinig protest van mijn kinderen op. We slapen heerlijk uit, genieten van een uitgebreid ontbijt in de tuin en nemen een duik in het zelf opgezette zwembad.
Maar na twee weken, vervelen mijn kinderen zich flink, is het ontbijt slechts de aankondiging van een lange, eenzame dag en staat het zwembad te vervuilen in de tuin.
“We willen op vakantie, mam!”
Ik google eens om te kijken of er in Nederland nog ergens een campingplaats beschikbaar is, maar natuurlijk zit alles overvol. Ik bel maar eens wat campings; misschien is er een annulering.
Zowaar vind ik een gloednieuwe camping, op slechts een steenworp afstand van ons huis.
“We zijn nog maar net een week geopend, dus de voorzieningen werken nog niet optimaal,” waarschuwt de mevrouw van de receptie.
Het kan daar dus nooit druk zijn en zo is de kans op een ontmoeting met het Coronavirus erg klein, redeneer ik snel in mijn hoofd. “Geeft niet, klinkt fantastisch!”
Bovendien is het ook nog eens lekker gemakkelijk, denk ik stiekem. Zo dichtbij, dan kan ik zelf ’s ochtends thuis even heerlijk douchen, terwijl de pubers nog uitslapen in de caravan. En ik haal verse croissants in ons dorp, zodat we daarna op de camping met z’n allen kunnen ontbijten.
We vertrekken de volgende dag en krijgen een geschikte standplaats op het voormalige voetbalveld toegewezen. In de verte staan slechts drie andere caravans, Corona-proof verspreid op de gigantisch grote grasmat, waardoor we ons beslist geen zorgen hoeven te maken over een eventuele besmetting.
“Beetje saai, is het hier wel. Ik zal oma eens bellen…”
Mijn dochter kletst gezellig een uurtje door de telefoon. Ik zet alvast een kop koffie en kijk door het caravanraam om me heen. Met moeite probeer ik de andere caravan te ontwaren, die op een enorme afstand verderop is geplaatst. Virusveilig kamperen is dus best wel mogelijk, denk ik tevreden.
“Mam, oma komt morgen! Oh, en ze neemt Lisa mee!”
“Leuk, hoor!”
De volgende dag arriveert mijn moeder. Ze heeft op het laatste moment ook nog gezellig de buurvrouw meegenomen. Maar daarna druppelen ook zomaar andere onaangekondigde gasten binnen. Mijn zus en haar dochter en even later ook mijn broer, schoonzus, neefje en nichtje verrassen ons met een bezoek. Een vriendinnetje van mijn dochter arriveert na een uurtje fietsen. “Ja, ik dacht, ik ga even langs! Is toch vlak in de buurt,” lacht ze. Tot diezelfde conclusie was ook mijn ex gekomen, die – samen met zijn vriendin – ’s middags óók nog even langs komt op de fiets. Zo’n camping zo dichtbij heeft toch ook wel nadelen… Tegen het einde van de middag heeft de spontaan uitgebroken druppelinfectie zich om me heen in de campingstoeltjes genesteld.
Ter vermaak heeft mijn broer zijn gitaar meegenomen. De meiden, mijn zoon, mijn broer en zijn vrouw, neefje, nichtjes, moeder en niet te vergeten de buurvrouw van mijn moeder, blèren uitbundig mee.
“Gezellig hè mam!” Mijn dochter glundert.
Vrolijk dansen alle speekselspetters met een uitstekend gevoel voor ritme in het rond. Ondanks de gigantische ruimte om ons heen zit de hele club in hecht teamverband gezellig dicht bij elkaar.
“Jongens, proberen jullie je wel aan die 1,5 meter afstand regel te houden?” Voorzichtig probeer ik ze aan de regels te herinneren, zonder de sfeer te verprutsen. “Er is hier meer dan genoeg ruimte…”
Ik gebaar wanhopig richting voetbalveld. Het leven van een Corona-voorzichtige is niet eenvoudig.
“Mam, stel je niet aan. We houden toch afstand van de andere mensen op de camping? We zitten buiten en we gaan zelfs niet eens naar het openbare toilet, maar op de pot-pourri in de caravan!”
Mijn broer knikt beamend om me gerust te stellen.
“Oh ja, hij trekt niet meer door trouwens, toen die kleine net moest poepen. Ik denk dat het ding vol zit…?”
“Ook dat nog,” zucht ik zachtjes. Wat een feest…
Ik zet mijn klapstoeltje een klein stukje verder, langs de kant van het veld. Vanaf anderhalve meter staar ik als een ware scheidsrechter naar het veld, alwaar mijn zeer spannende thuiswedstrijd zich afspeelt. Buiten de lijnen van het voetbalveld. Met een veel te groot elftal. Met hier en daar flink wat overtredingen. En ik besef dat ik voorlopig kan fluiten naar die 1,5 meter maatregel.