“Jij blijft altijd mijn beste vriendin.” Hij klonk zeer vastbesloten.
“Hoe stel je dat dan voor, nadat we eerst 12 jaar geliefden van elkaar zijn geweest?” Ik keek mijn grote liefde aan, die nu ineens mijn beste vriend was geworden. Het voelde nogal verwarrend, alsof je vader zegt dat hij ineens je moeder is geworden.
“We kunnen gewoon nog steeds over dezelfde dingen praten, toch?”
“Oh, ja… tuurlijk…,” Mijn stem klonk niet bepaald enthousiast.
“En we kunnen bijvoorbeeld af en toe samen uit eten gaan?”
Hij klonk ineens wat minder overtuigd van zichzelf. Vast en zeker probeerde hij mij hiermee wat vrolijker te stemmen.
“Je bedoelt met z’n drieën? Samen met… hoe heet je nieuwe vriendin ook al weer?”
Ik probeerde me haar naam te herinneren, maar zo snel schoot me niets te binnen. Het was een Franse naam, geloofde ik. Emélie? Nathalie…? ‘Jaloezie’ klinkt eigenlijk bijna hetzelfde als zo’n mooie Franse meisjesnaam, bedacht ik me.
“Manon. Ze heet Manon. En ze vindt het prima hoor, wanneer wij samen uit eten zouden gaan. Ze vertrouwt mij volledig.”
“Hmm…”
“Weet je wat? Volgende week zaterdag is Manon bij haar ouders op bezoek. Zal ik dan voor ons koken, bij mij thuis? Dan hoeven we beiden niet alleen te eten.”
Een etentje, dat niet georganiseerd werd vanuit romantische, maar louter uit praktische overwegingen; dat klonk als echte vriendschap.
“Ja, best,” twijfelde ik.
Een week later zat ik op de bank van mijn nieuwe “beste vriend”, terwijl hij in de keuken stond te kokkerellen. Treurig bedacht ik dat deze bank ooit de bank was, waarop we samen ineengestrengeld televisie lagen te kijken.
“Hee, er hangt een geboortekaartje aan de muur!”
Ik liep naar de muur, om het kaartje van dichtbij te kunnen bekijken.
“Ja, Koos en Ilse hebben een baby gekregen.”
“Echt waar? Wat ontzettend leuk!”
“Binnenkort hangt er een kaartje naast,” klonk het ineens quasi nonchalant.
“Oh, wie is er dan nog meer zwanger?”
Het bleef stil.
Ik peinsde en peinsde. In gedachten ging ik onze gezamenlijke vriendenkring langs. Nog steeds kon ik niemand bedenken.
“Manon is zwanger.”
De stilte krijste als een pasgeboren baby.
“Ze is eigenlijk nog maar een paar weken zwanger, maar ik vond het fijn om het jou als eerste te vertellen. Jij blijft voor mij heel bijzonder, snap je.”
De ontsluiting van dit heugelijke nieuws ging gepaard met een heftige pijnscheut. Een weeïg gevoel trok door mijn lichaam. Met moeite bedwong ik mijn tranen.
“Dus…?” Hij maakt een vaag gebaar met zijn rechterhand.
Ach, natuurlijk. Hij wachtte waarschijnlijk op mijn felicitatie.
“Ja, bijzonder is het wel. Een kindje. Gefeliciteerd.”
“Dank je. We zijn er heel erg blij mee.”
“Raar eigenlijk,” filosofeerde ik, “wij waren nauwelijks 18 toen we smoorverliefd op elkaar werden. Eigenlijk waren we zelf nog kinderen. En nu krijg jij een kind.”
“Tja, als je het zo bekijkt…”
”Terwijl je in al die jaren, dat wij samen waren, nooit tegen mij hebt gezegd dat je een kinderwens had. Maar ja, toen waren we natuurlijk nog geen “beste vrienden”, die elkaar hun diepste geheimen toevertrouwen.” Het kwam er bijna gnuivend uit.
Te laat realiseerde ik me dat mijn opmerking eigenlijk alleen maar zuur en verwijtend klonk.
Snel probeerde ik de sfeer nog enigszins te herstellen door er meteen maar een luchtige vraag achteraan te stellen.
“Misschien wordt het wel een meisje,” fantaseerde ik hardop. “Hebben jullie al een naam?”
“Nee, joh. Manon is nog maar net een paar weken zwanger. Dus we hebben nog wel even de tijd,” lachte hij. “Maar mocht je tegen die tijd een leuke suggestie hebben, laat het ons gerust weten, hoor.”
“Doe ik,” stamelde ik met een dun stemmetje. Maar Emélie, Nathalie en Jaloezie waren de enige namen die ik kon verzinnen.

bron: pixabay.com 4421552 (credits: user ‘ThomasWolter‘)
Reacties