Allerheiligen, het is me een dag. Mijn verjaardag, me dunkt! Best wel een rottige dag om jarig te zijn, vooral als je in een über-katholiek land als Oostenrijk woont. Bezoek kun je wel vergeten (goed, nu met Corona sowieso), want iedereen hangt op het kerkhof rond.
Eigenlijk is Allerzielen (2 november) dé dag voor het herdenken van de doden. Maar omdat dat geen officiële feestdag is, en 1 november wel, gaat men die dag. En alles is ook altijd gesloten op de eerste, iets wat in mijn begintijd in katholiek woongebied (toen nog Bayern) al eens een feestje in ’t water liet vallen. Gelukkig was er nog het supermarktje bij ’t pompstation.
Maar wat ís dat dan, dat Allerheiligen en Allerzielen? Een resultaat van het omdopen van Keltische feesten door het Christendom. De Oude Kelten vierden 31 oktober als Oud en Nieuw: voor hen begon op 1 november het nieuwe jaar. Zij geloofden dat op oudjaarsdag de geesten van de doden van dat jaar bezit zouden nemen van de lichamen der levenden. Dat grote feest noemden ze Samhain.
Dat was niet bepaald naar de zin van het christendom. Daarom werd Allerheiligenavond, All Hallow’s Eve (Hallow = heilige, later verbasterd tot ‘holy’), de aanloop naar het herdenken van alle christelijke heiligen. Allerheiligen begint dan ook op 31 oktober om middernacht en eindigt een etmaal later. Pas als de heiligen naar behoren herdacht zijn, kan het herdenken van de zielen der ‘gewone’ doden herdacht worden, en dan vooral die van het afgelopen jaar. En dat is dus op 2 november : Allerzielen.
Hopsakee, weg Keltisch feest, weer heidense klus geklaard.
Hetzelfde deed de kerk met de meeste andere ‘heidense’ feesten, zoals Yule (Joel), het feest van de Winterzonnewende (Midwinter, 20 t/m 23 december). Daarvoor ‘installeerde’ de kerk op 24 december de geboorte van Jezus (Kerst dus: “Noel”).
Of neem bijvoorbeeld Ostara (Eostar, Ishtar, 20 t/m 23 maart), het feest van de lente. De katholieke kerk verklaarde die dagen tot het feest van de wederopstanding: Pasen (in het Duits overigens nog steeds ‘Ostern’ genoemd, in het Engels “Easter”, waar zou dát nou vandaan komen?).
Deze heidense, veelal ook agrarische feesten waren diep verankert in de volksgeest. Voor de kerk was het zo goed als onmogelijk om ze uit te bannen. Het enige wat ze konden doen, was die dagen aanvankelijk in de christelijke kalender te integreren, zodat mensen ze konden blijven vieren, alleen nu onder een andere naam. Later, met het steeds dominanter worden van de kerk, werden ze successievelijk vervangen en verklaard tot ketterse – en dus verboden – feesten.
Dus als je Pasen viert, of kerst, of Allerheiligen, weet dan dat je eigenlijk Keltische, heidense feesten viert, die de kerk geconfisqueerd heeft. Ik ben in ieder geval liever een heks dan een heilige. Zelfs op mijn verjaardag. Júíst op mijn verjaardag. Niet voor niks op 1 november geboren, hè 😉

bron: pixabay.com 243724