Sinterklaasje, kom maar binnen met je kne… uhm… genderneutrale, volledig op gelijke voet staande lhbti regenboog roetveegpiet…
Ik weet dat ik me met deze column bij een groot deel van Nederland niet geliefd maak. Ik heb namelijk niets tegen het enigszins aanpassen van het uiterlijk van onze Piet en durf dat ook gewoon te zeggen. Als er bevolkingsgroepen zijn die er aanstoot aan nemen dat zwarte knechten meelopen met hun blanke baas om hem te ondersteunen in zijn werk, dan vind ik het prima dat ze er een roetveegpiet van maken. Als de Pieten niet direct naar de juffrouw of de buurman te herleiden zijn, dan zal het me allemaal een rotzorg zijn. Misschien ook, omdat mijn zoon al lang niet meer gelooft en ik, sinds de discussies begonnen, ook niet meer. In de mensheid dan met name.
De hele discussie doet me wel terugverlangen naar mijn eigen jeugd. Toen er nog geen rellen waren en bevolkingsgroepen die met elkaar op de vuist gingen vanwege een kinderfeest. Toen we nog opgesteld in rijen van zes met bonzend hart op het schoolplein stonden en de sinterklaastijd nog magisch en feestelijk was. Allemaal geschminkt en met de rode lippenstift van moeder. En met van die gouden klemoorbellen die je hoofdpijn en slappe lellen bezorgden, maar die je stug inhield. En met een te krappe zwarte maillot, want van drie sinterklazen geleden, en op je gymschoenen. Winters waren toen nog echt winters, dus het was koud. Maar een jas aan? Nee, natuurlijk niet. Dat verpestte de totale Pietbeleving.
En daar was hij dan! Sinterklaas. Ruikend naar de mottenballen en het voorraadhok van de school, met een vergeelde baard en verkleurde jurk. Maar dat zag alleen je moeder. Jij zag dé Sinterklaas. Gewoon hier, op het schoolplein. Met eerbied en ontzag stak je je hand uit. Als je echt geluk had, pakte hij die vast.
Ik vergeet nooit meer het zachte gevoel van de witte handschoen en de rode, glinsterende ring. Wat heeft hij voor me meegenomen dit jaar? Wat vind ik morgen in mijn schoen? En hoeveel rotzooi gaan de Pieten nog in de klaslokalen trappen? Herinnert u het zich nog? De schunnige boodschap op het schoolbord? Dat gevoel van krakende pepernoten op de klasvloer, onder de schoenen? En de schuimpjes op de grond, waar jij als enige op af sprong en waar je met liefde ’t stof af blies voor je hem in je mond stak? Het gelukzalige gevoel als je überhaupt een schuimpje kon scoren, want in het strooigoed van vroeger leken die zeldzaam te zijn.
Wat een magische tijd was het. Later, met mijn eigen zoon, herbeleefde ik het allemaal weer. De spanning, het schminken, het smoeltje op standje ‘ontzag’ bij de Sint en lichtelijke angst bij de Piet. Want die felle ogen in dat donkere gezicht, die wisten precies dat jij vorige week je broccoli niet wilde eten. En dat kostte je nu misschien wel een cadeautje.
Alles om ons heen ademde sinterklaas en spanning en verwachting. En gezamenlijkheid bij het in stand houden van de magie (of de “collectieve leugen” zoals sommigen feestneuzen nu beweren).
Laten we gewoon enkel dit magische gevoel vasthouden, zonder dat we alles kapot maken. Laten we accepteren dat tijden veranderen. Dat er nieuwe inzichten komen, met nieuwe gevoelens en doorontwikkelingen. Zoals de sigaretten van tafel verdwenen en de wijn uit de handen van zwangere vrouwen. Zoals gordels op de achterbank de norm werden en er op het vervoeren van baby’s op de hoedenplank een hoge boete is komen te staan.
Veranderende omstandigheden vragen misschien om veranderde praktijken. Maar in de basis is en blijft het kinderfeest. Met een Sinterklaas die als ouwe man tóch op magische wijze op 200 plekken in het land tegelijk kan zijn en schijnbaar ook nog eens een arsenaal aan verschillende gewaden heeft. En met Pieten die vrolijk dansend pepernoten uitdelen. Zwart van het roet. Of paars van de glitter, als het écht niet anders kan.

Bron: commons.wikimedia.org CC4.0 Share alike (credits: Ziko van Dijk)