Helaas ontkom ik er voor mijn werk niet aan: ik móét het nieuws wel regelmatig volgen en in enige mate actief zijn op Social Media. Omdat ik me onlangs zó enorm ergerde aan alle reacties aldaar, met name waar het coronanieuws betrof, had ik in een opwelling mijn eigen Facebook-account de afgelopen week even offline gehaald. Ik kon het simpelweg niet meer aanzien. Maar dat bleek in verband met werk dus niet bepaald praktisch te zijn, dus heb ik de boel toch maar weer geactiveerd. En nu zie ik dan ook weer alles. Wat ik ook probeer, de – grotendeels stupide – reacties op ’t laatste nieuws blijven maar voorbijkomen.
En op basis van wat ik daar lees, kan ik dus ook echt maar één conclusie trekken: een deel van de Nederlandse bevolking bestaat daadwerkelijk uit gigantisch jankvolk.
Dat horeca-ondernemers of andere mensen die door deze economische crisis hun inkomsten drastisch hebben terug zien lopen, die failliet zijn gegaan of hun baan kwijt zijn geraakt, openlijk klagen, dát snap ik volledig. Dat is ook ronduit k.u.t. En het is nog niet eens voorbij; de volgende hardere fase volgt naadloos op de vorige. Voor al die ondernemers is en blijft het pure ellende.
Dat men vindt dat ons kabinet zwalkt en steeds maar weer achter de feiten aanloopt, snap ik ook. Vind ik ook. Al durf ik niet te beweren dat ik het in hun plaats beter zou kunnen doen.
Kon je dit jaar niet op reis en heb je daardoor je geliefde, je vriendje/vriendinnetje of familie niet kunnen zien? Ik weet hoe je je voelt. En ja, ik baal daar net zo hard van. Ik kon ook niet bij de begrafenis van een geliefd familielid zijn.
Maar al dat gejammer over dat we nu “helemaal niks meer mogen” en dat “alles van ons wordt afgepakt” hangt me de keel uit. En dat daarbij steeds maar weer enkel en alleen naar de regering als dé grote boosdoener gewezen wordt, nog meer. Het roept bij mij direct het beeld op van een jankende, boze kleuter die in de supermarkt op de grond ligt te spartelen omdat ie geen lolly krijgt. Een kleuter die totáál niet snapt dat hoe langer hij blijft janken, hoe langer het duurt voordat hij überhaupt een keer weer iets lekkers krijgt. En die niet begrijpt dat hij het met zijn gejengel en gezeur ondertussen óók nog eens voor alle anderen verpest. Want dat is nu gebeurd. Door dat tegengespartel zitten we nu wéér in een lockdown. Een harde in plaats van een intelligente dit keer. Intelligent lijkt te moeilijk voor Nederland. Huisarrest voor ’t volk; iets anders werkt blijkbaar niet.
Als iedereen van begin af aan had gedaan wat gevraagd werd, dan was het nu waarschijnlijk allemaal niet zo enorm uit de klauwen gelopen. Ik zat zelf ook écht niet te wachten op wéér een lockdown. Ik bedank daarvoor alleen niet de regering, maar alle mensen die sinds maart schijt gehad hebben aan de maatregelen. Die vonden dat zij die vakantie toch echt wel hartstikke verdiend hadden, of dat al die maatregelen voor hen alleen maar zo af en toe golden. Namelijk alleen dan als ’t toevallig even uitkwam. En anders niet.
Mensen als mijn buren bijvoorbeeld, die eergisteren nog uitgebreid met een stel vrienden in hun 3m2 jacuzzi zaten te spetteren. Hard lachend en pratend. Ja, buiten en ja, veel te f@cking dicht op elkaar. En lang ook. Want burgerlijke bubbelbadvrijheid, hè.
Of die mensen die me toevertrouwden dat ze zich bijna altijd goed aan de maatregelen houden, maar voor die ene verjaardag, voor die ene vervroegde kerstborrel of voor een andere totaal irrelevante gelegenheid, dan toch maar voor één keertje een uitzondering hadden gemaakt en wat meer mensen hadden uitgenodigd.
“Ze controleren toch niet. En ach, niemand houdt zich altijd 24/7 aan al die gestoorde regels toch?”
Of die verpleegkundige in het ziekenhuis, die monter zijn mondkapje afdeed toen hij het infuus in mijn arm prikte. “Jij hebt er al eentje op, dus ik zet de mijne nu even af.” En die dat ding dan op het bed tegen mijn hand aan legde. Maar zijn bril was nu tenminste niet meer zo beslagen.
Of die familieleden van verpleeghuisbewoners, die vrolijk foto’s op Facebook plaatsten, waarin ze ma tóch even een dikke zoen geven, natuurlijk zonder mondkapje, zo achter de gesloten deuren van de kamer. “Want dat is ongezellig en onmenselijk!” Dat de hele afdeling daarna in isolatie moet, is dan weer wel supergezellig en heel menselijk, natuurlijk.
Of die enorme mensenmassa’s, heftig winkelend op Black Friday voor 20% korting op producten die een paar dagen eerder 40% in prijs stegen. En die nu weer in gestrekte draf naar de winkels hollen om nog snel alles – inclusief virus – in huis te halen. Straks kun je net zo goed boodschappen doen hoor. Alles wat je nodig hebt. En die laatste cadeautjes kun je ook bestellen. Maar nee, we moeten per se in ellenlange rijen voor de shops staan. Voordat het niet meer kan.
En zo kan ik nog wel even doorgaan.
Voor degenen die er allemaal voor geen (anderhalve) meter in geloven: als jullie je een paar maanden volledig aan de maatregelen gehouden hadden, dan hadden jullie misschien je gelijk nog enigszins kunnen bewijzen. Maar omdat er nu zo’n puinhoop van gemaakt is, kunnen jullie inmiddels dus niets anders meer, dan op Twitter in hoofdletters jullie theorieën van de daken schreeuwen.
En voor er iemand gaat roepen dat er tot nu toe alleen maar adviezen zijn gegeven en dat er gewoon niet streng genoeg gehandhaafd is: daar ben ik het op zich mee eens. Maar dat is nu dus enkel relevant, omdát we in een land vol jankende kleuters wonen. Jankerds die zó gewend zijn om een dak boven hun hoofd en genoeg te eten te hebben, dat hun wereld vergaat als ze het een keer met een bbq-feestje minder moeten doen en zich op een willekeurige datum in december níét met 40 man tegelijk mogen volvreten.
Echt, wat een jankvolk.
Fijne feestdagen.

bron: pxhere.com 1165542
Echt hé, ik word er spinnijdig van