“Joh, lange tijd niet gezien?”
Ik kom op straat een vriendin en haar man tegen, met wie ik jaren geleden regelmatig contact had. Ze woonden om de hoek en kwamen in het weekend ’s avonds wel eens langs voor een praatje en een glas wijn.
Als alleenstaande moeder met jonge kinderen was ik destijds veel aan huis gekluisterd. Vol interesse en soms ook best wel een tikkeltje jaloers, luisterde ik naar hun verhalen. Terwijl zij in een groot symfonieorkest speelden, waarmee ze door heel Europa trokken, reikte mijn mobiliteit avonds niet veel verder dan het rondje dat de draaiende muziekmobiel boven de twee kinderbedjes maakte.
“Wat leuk om jullie weer eens te zien. Hoe gaat het?” informeer ik belangstellend. Door al hun gereis zijn we elkaar al een halve eeuwigheid geleden uit het oog verloren.
“Tja, het valt niet mee sinds we onze inkomsten zijn kwijtgeraakt. Hopelijk is het allemaal echt maar tijdelijk. Maar het duurt nu al zó lang…”
“Ach ja, daar had ik nog helemaal niet aan gedacht… Vanwege de coronacrisis kunnen jullie nergens meer optreden, neem ik aan?”
“Inderdaad. We zitten hele dagen alleen maar thuis. Eerlijk gezegd valt ons dat best wel zwaar.”
“Jullie hebben toch een vakantiehuisje in de buurt van Malaga? Tenminste, zoiets meen ik me te herinneren. Misschien biedt de coronacrisis juist de gelegenheid om daar nu wat extra tijd door te brengen? Kunnen jullie daar niet heen?”
“Dat is ruim 2000 kilometer reizen, geen schijn van kans om daar nu te komen. Maar vertel, hoe is het eigenlijk met jou?”
“Goed!” Het komt er trots en fier uit. Ik schrik er bijna van. Misschien is het toch niet helemaal gepast om je in coronatijd gewoon ronduit goed te voelen…
“Ik werk nu thuis,” leg ik uit. “Omdat mijn kinderen thuisonderwijs volgen, zijn we de laatste tijd veel samen. En dat is erg gezellig.”
“Oh fijn. Vervelen jullie je niet? Jullie zijn afgelopen zomer toch waarschijnlijk ook niet op vakantie geweest?”
“Oh jawel,” vertel ik enthousiast. “Ik heb in de vroege zomer mijn caravan op een seizoensplek op een camping gezet, nog geen 15 kilometer van mijn huis. Daar gingen we regelmatig naartoe. Fijne en mooie plek. Voelt voor mij heel veilig en geruststellend. Beetje als een vaste verkering.”
“Dat is wel heel erg dichtbij? Apart, zeg. Hoe kwam je daar terecht dan?”
“Via een app,” leg ik uit. “Terwijl heel Nederland afgelopen zomer het spoor bijster was en zich liet navigeren door een corona-app, ontdekte mijn dochter een app die ons wel degelijk ergens naartoe bracht. Heet Randonautica. Dat is een soort adventure spel om je uit de dagelijkse sleur te halen en je naar die plekken te brengen waarnaar je het meest verlangt.”
“Oh leuk zeg! Hoe werkt dat?”
“Is niet moeilijk hoor, je neemt een wens in gedachten. Iets met liefde of de natuur, dat werd in ieder geval als voorbeeld gegeven. Maar zoonlief gilde meteen dat hij wilde varen, dus iets met water. En mijn dochter riep vol overtuiging dat ze met andere jongeren een hoop lol wilde hebben. Mijn wens was ietwat bescheidener: ik wilde juist gewoon he-le-maal niks. Die wens(en) typ je in en dan geef je toestemming om je locatie te gebruiken. Vervolgens druk je op start en dan loodst de app je naar een random plek in de buurt, waarvan de app denkt dat daar je wensen wel in vervulling zullen gaan.”
“Echt? En? Werkte het?” Mijn vriendin is nu pas echt nieuwsgierig.
“Het kan toeval zijn, maar we kwamen dus op die camping uit. Die voldeed daadwerkelijk aan al onze verschillende wensen. Nog dezelfde dag heb ik mijn caravan daar neergezet.”
“Goh…”
“Dus geen Zuid-Frankrijk of andere verre bestemmingen…,” lach ik vrolijk.
“Inmiddels ben ik erachter gekomen dat dat, waarnaar je op zoek bent, zich soms gewoon om de hoek bevindt. Je moet het alleen willen zien.”
“Tja, gewoon om de hoek dus…”
“En mochten er strengere coronamaatregelen worden genomen,” werp ik alvast een blik in de toekomst, “waarbij de overheid iedereen zal verbieden om zich verder dan 15 km van huis te begeven, dan kunnen wij in ieder geval toch lekker op vakantie!”
“Het klinkt allemaal zo heerlijk eenvoudig. Ik zou willen dat wij er ook zo positief in konden staan,” verzucht mijn vriendin. “Maar eerlijk gezegd hebben wij best wel moeite om onze dagen een nieuwe invulling te geven. Het is allemaal zo zinloos… en doelloos…”
“Waarom komen jullie niet weer gewoon eens gezellig een keertje bij ons langs, zoals vanouds? Kletsen, wijntje…,” stel ik hen voor. “We hebben in onze achtertuin een partytent opgezet, daar zitten we ook nu nog heel vaak. Bij de vuurkorf, heerlijk warm en supergezellig. En in de tuin is er ruimte zát om 1,5 meter afstand te houden.”
“Ja, goed idee!” Het gezicht van mijn vriendin klaart zienderogen op. “Waar woon jij dan tegenwoordig? Jullie zijn toch een paar jaar geleden verhuisd?”
“Nee hoor, we wonen nog steeds op dezelfde plek. Bij jullie om de hoek.”
Zalig, gewoon om de hoek is een vaak vergeten maar heel bijzondere aangename plek