Ik kan mezelf wel voor mijn kop slaan. Wat ben ik toch ook een achterdochtige trut. Wat dacht ik toch?
“Het was weer leuk, schatje…” Dat kon van alles betekenen en ik dacht natuurlijk per direct aan het meest verschrikkelijke scenario. Sufkut die ik ben.
Wat blijkt: hij heeft al jaren contact met een oude vriendin, die hij leerde kennen tijdens een vakantie in Kroatië, toen hij nog een puber was. Ze hadden wat aan elkaar liggen frunniken in het zwembad, maar verder is er nooit iets gebeurd. En na de vakantie schreven ze elkaar brieven. Honderden brieven.
En toen kwam internet. De brieven werden mailtjes. En de mailtjes gingen over op SMSjes. Daarna werden het Appjes. Eens in de zoveel tijd hebben ze contact via Skype. Bijkletsen over alles en over niets.
Het is blijkbaar heel erg fijn om je diepste geheimen met iemand te delen die je waarschijnlijk nooit meer in het echt gaat zien. Hij had mij natuurlijk net verteld over zijn strafblad en dat had hij blijkbaar best heel eng gevonden. In het weekend dat hij alleen wilde zijn, heeft hij dus gebeld met die dame en zijn hart gelucht. Verteld over de spanning die hij voelde, maar dat ik het allemaal best goed had opgenomen. En die vrouw zei ook nog tegen hem dat hij mij maar moest koesteren; zoals hij over mij sprak kon het niet anders dan dat hij smoorverliefd op mij was.
En ze appte hem dus met die paar woorden die ze in het Nederlands kent. “Het was weer leuk, schatje.”
Ik moest er niets van denken. Die vrouw, Sandra, was een vriendin uit duizenden. 1300 kilometer van ons vandaan. Dus ze vormde geen enkele bedreiging voor mij. Die afstand is fijn en hij heeft geen enkele behoefte om haar ooit weer eens te zien.
Gekke meid ben ik toch, dat ik zulke rare dingen denk.

Bron: pixabay.com 2814937
Alle blogs van Emma vind je >> hier <<